kan men voelen
Als we plotseling het gevoel krijgen dat we een onbekende ergens van kennen, kan de verbinding uit een vorig leven spreken.
‘Zij voelde zich bezield om Jozef te helpen met dit tweede deel van de trilogie ‘Een Blik in het Hiernamaals’.’
Waar ken ik je van?
Omdat we vele vorige levens hebben beleefd, bestaat altijd de mogelijkheid dat we een geliefde uit een vorig leven ontmoeten.
Het kan een moeder van ons geweest zijn, een vader, een kind of een andere geliefde.
Van de innige band van toen kan er plots een gevoel in ons omhoog komen wanneer we die ziel weer ontmoeten, al herkennen we het nieuwe lichaam niet, want in dat vorige leven zag hij of zij er natuurlijk heel anders uit.
Toch komt hij of zij ons niet vreemd voor, het voelt ergens vertrouwd aan.
Voor deze mensen voelen we iets speciaals, en dat gevoel kan weer opgepakt en verdergezet worden.
We kunnen goede vrienden worden, omdat er al een ‘gevoelsverbinding’ actief is.
We kunnen de stuwing voelen om voor elkaar iets speciaals te doen.
Zo vertelde Jozef Rulof hoe hij vele geliefden uit zijn vorige levens heeft kunnen helpen.
Hij ontmoette bijvoorbeeld een vrouw op straat, waarvan hij wist dat zij zijn moeder was geweest in een vorig leven in Finland, die zekerheid was hem door zijn geestelijke leider Alcar gegeven.
Hij voelde zich zo aangetrokken tot zijn vroegere moeder, dat hij haar graag omhelsd en gekust had, maar hij realiseerde zich natuurlijk wel dat zij en andere mensen dit heel gek zouden vinden, waardoor hij het liet.
Gelukkig kon hij zijn gevoel kwijt door haar geld te geven, want dat had ze in de oorlogsjaren broodnodig.
Het is niet altijd nodig en dikwijls niet makkelijk om dat gevoel van toen in dit leven voort te zetten, omdat de huidige levensomstandigheden heel anders zijn.
Deze herkenningen kunnen soms ook tot problemen leiden, want de huwelijkspartner uit dit leven is niet altijd blij met deze merkwaardige vriendschap die schijnbaar zomaar uit de lucht komt vallen, en waardoor de huidige relatie plots overschaduwd kan worden, zeker wanneer de betrokkenen niet beseffen dat dit nieuwe gevoel uit een vorig leven ontspruit en niet noodzakelijk in het heden verdergezet hoeft te worden.
Wat ooit beleefd werd, hoort bij dat vorige leven waar die relatie belangrijk was, maar wanneer er nu in dit leven andere relaties centraal staan, is het niet de bedoeling dat die oude gevoelens ons uit de baan van ons huidige bestaan slingeren.
Zijn moeder uit Frankrijk
In de biografie van Jozef Rulof wordt nog een ander voorbeeld beschreven van een herkenning uit vorige levens die in het huidige leven ingepast kon worden.
Het ging om een vorig leven van Jozef in Frankrijk, toen hij de naam André droeg.
Op een bepaald moment kreeg Jozef van meester Alcar het bericht dat zijn vroegere moeder uit Frankrijk de uitgave van zijn tweede boek ging financieren.
Jozef schreef de woorden van Alcar op in een brief als bewijs voor later, en hij legde de brief klaar voor de dag dat zij naar hem toe zou komen.
Drie maanden later stond ze voor zijn deur.
Toen ze zijn huis binnenstapte, zei ze dat ze die nacht in een visioen Anthony van Dyck had gezien, die haar zei: ‘Gá tot Jozef Rulof, hij is André, uw kind uit Frankrijk.
Ik ben Anthony van Dyck, zijn meester.
U moet hem helpen.
Hij heeft uw hulp nodig om zijn tweede boek ‘Een Blik in het Hiernamaals’ uit te kunnen geven.
Wilt u hem helpen, in naam van de meesters, in naam van Christus?
Ga dan tot hem.
Een bedrag van tweeduizend gulden is nodig!’
Alles klopte als een bus, de brief van Jozef bevatte precies dezelfde informatie, waardoor meester Alcar aan de vrouw het bewijs leverde dat ook haar wegen geleid werden.
Zij voelde zich bezield om Jozef te helpen met dit tweede deel van de trilogie ‘Een Blik in het Hiernamaals’.
Meester Alcar wist dat zoiets hierna niet meer nodig zou zijn, want dan zou de verkoop van deze boeken voldoende geld opleveren om telkens het volgende boek te drukken.
Zeven jaar lang
Maar Jozef kreeg in zijn leven niets cadeau!
Al kwam het hem op dat moment perfect uit dat hij zijn tweede boek kon uitgeven, meester Alcar had al bedacht hoe Jozef dit aan haar zou vergoeden.
Ze kreeg van hem elke week de woensdagmiddag, dan kwam ze op de thee, en mocht ze alle vragen stellen die er in haar opkwamen.
Zo kon ze uit eerste hand vernemen welke reizen Jozef met zijn leider in het hiernamaals maakte, en welke geestelijke kennis hij van die reizen meebracht.
Zeven jaar lang kwam ze stipt op tijd, en dan was het voor Jozef en zijn vrouw Anna ‘opzitten en handjes geven’, zoveel geven aan dit leven, zodat zij waarachtig kon zeggen dat ze zich geestelijk gesteund voelde door Jozef en de meesters van het licht.
Voor Jozef was dit een serieuze opdracht, want hij zou veel liever dag en nacht werken, maar ook dit had zijn leider berekend, dan kreeg het medium tenminste een middag per week rust.
Geliefde gids
De gevoelsverbinding met onze geliefden overwint de dood.
Ook vanuit het hiernamaals kan men nog iets speciaals doen voor de mensen met wie deze verbinding gevoeld wordt.
In het artikel ‘geesten op aarde’ wordt beschreven hoe vele ‘beschermengelen’ hun geliefden op aarde helpen.
Dat hoeven niet altijd geliefden uit hun laatste leven op aarde te zijn, dat kunnen ook geliefden uit vorige levens zijn.
In de boeken van Jozef Rulof staan talrijke voorbeelden van mensen die vanuit het hiernamaals hun geliefden uit vorige levens bijstaan.
Zo was meester Alcar de vader van Jozef uit een vorig leven, daarom noemt Alcar hem in ‘Een Blik in het Hiernamaals’ dikwijls ‘mijn zoon’.
In het boek ‘De Kringloop der Ziel’ heeft Lantos als geestelijke gids ook een vader uit een vorig leven, Emschor.
In ‘Tussen Leven en Dood’ wordt ook Venry geholpen door zijn vader uit een vorig leven.
En in ‘Door de Grebbelinie naar het Eeuwige Leven’ wordt Theo geholpen door zijn overleden vader uit zijn huidige leven.
Ook wanneer wij naar het hiernamaals overgaan, zijn het daar onze vroegere geliefden die ons bijstaan in ons nieuwe geestelijke leven.
In ‘De Kosmologie van Jozef Rulof’ beschrijft meester Zelanus dat hij in het hiernamaals juist die zielen tot de geestelijke ontwaking heeft gevoerd, die hij in zijn aardse levens gekend had.
Wanneer deze mensen in die vorige levens terugkeken en de liefde van Zelanus als vader of moeder uit dat vorige leven voelden, konden ze zich aan zijn leiding toevertrouwen.
Op een contactavond vertelde Jozef dat we heel dankbaar zullen zijn als we in ons hiernamaals een geliefde als gids mogen ontmoeten, zelfs al waren we op aarde heel onafhankelijk.
Hij antwoordde dit op een vraag van een vrouw die op aarde alleen door het leven ging, en geloofde dat ze daardoor een voorsprong had opgebouwd ten opzichte van de mensen die op aarde geestelijk leunden op hun partner.
Want, zo redeneerde zij, zij had op aarde al geleerd om zelfstandig te zijn, en hoefde dan geen aardse relaties meer los te laten wanneer zij dit leven verliet.
Jozef laat deze vrouw echter zien dat haar zelfstandigheid op aarde slechts stoffelijk is.
In de maatschappij kan ze werken voor haar bezit, op aarde kan ze eten kopen en materieel voor zichzelf zorgen.
Maar zij is pas geestelijk zelfstandig wanneer al haar karaktertrekken in harmonie zijn met de sferen van licht.
Om daar te komen, staat er in het hiernamaals altijd een geliefde klaar om ons de weg te tonen en een eindje met ons mee te gaan.
Dat kan een vader of een moeder uit een vorig leven zijn, maar ook een vriend of een broer of een zus.
Uiteindelijk worden al deze gevoelsverbindingen opgenomen in een universele liefde, en vervolgen we onze oneindige evolutie in innige verbondenheid met onze eeuwige geliefde uit vorige levens, onze tweelingziel.