Euthanasie en zelfmoord

veroorzaken ondraaglijk lijden

Euthanasie en zelfmoord veroorzaken een nieuw lijden dat veel erger is dan de pijnen die we op aarde kennen.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.

Wat men veronderstelt

Euthanasie en zelfmoord hebben gemeen dat het lichamelijke leven wordt afgebroken door een ingreep van de mens zelf.
Bij zelfmoord slaat men de hand aan zichzelf, bij euthanasie kan een ander de levensbeëindigende handeling uitvoeren.
Euthanasie kan beschouwd worden als een vorm van zelfdoding ‘met behulp van een ander’.
Men veronderstelt dat door euthanasie of zelfmoord het lichamelijke en geestelijke lijden beëindigd wordt.
De dood wordt dan gezien als het einde van het voelen van pijn.
Wat er na de dood gebeurt, wordt niet in overweging genomen, omdat men hier geen kennis van heeft.
Maar men veronderstelt dat het in ieder geval niet erger kan zijn dan het lijden op aarde.
Dit was ook de verwachting van Lantos Dumonché op het moment dat hij zelfmoord pleegde.
Lantos was een Franse beeldhouwer die in Rome in de elfde eeuw na Christus het hoogtepunt van zijn kunst beleefde.
In een gevecht om zijn geliefde sloeg hij impulsief zijn rivaal neer, die hieraan overleed.
Hiervoor werd Lantos veroordeeld tot levenslang.
Na vier en een half jaar eenzame opsluiting in een dodencel maakte hij een einde aan zijn aardse leven in een poging om aan zijn uitzichtloze toestand te ontsnappen.

Voelend vastzitten

Onmiddellijk na zijn zelfdoding heeft Lantos ervaren dat hij wel de werking van zijn aardse lichaam had beëindigd, maar niet zijn eigen voelen en denken.
Wanneer hij na het sterven geestelijk wakker werd, merkte hij dat zijn bewuste waarneming doorging, alsof hij gewoon diep geslapen had.
Hij bevond zich nog altijd in zijn dodencel, maar van de fysieke wereld nam hij alleen nog zijn eigen lichaam waar.
Wanneer hij zich van zijn lichaam trachtte te verwijderen, wachtte hem zijn eerste teleurstelling.
Hoe hij zich ook inspande, hij kon zich niet bevrijden van zijn lichaam.
Hij voelde dat hij eraan vastzat.
Het belangrijkste verschil met zijn aardse leven was dat hij zijn lichaam nu niet meer in beweging kon brengen, het luisterde niet meer naar zijn wil, het was ‘dood’.
Maar hijzelf als persoonlijkheid was zich levend bewust van alles wat er met hemzelf en zijn lichaam gebeurde.
Zo voelde hij dat men zijn lichaam wegdroeg om het te begraven.
Hij kon zijn bewakers niets toeroepen, want die hoorden zijn geestelijke stem niet.
De mensen die zijn lichaam droegen, zagen niet dat hij nog levend bewust was.
Voor hen was de geestelijke wereld onzichtbaar, net zoals dat voor Lantos was geweest tijdens zijn leven op aarde.
Lantos voelde zijn lichaam naar beneden gaan, waar hij uit opmaakte dat hij in een kist onder de grond moest liggen.
Maar dat was het ergste niet.
Hij besefte dat hem iets vreselijk te wachten stond.
Langzaam was het begonnen, maar het werd steeds erger.
Op aarde noemde men het de ‘ontbinding’ van zijn lichaam.
Doordat hij nog verbonden was met elke vezel van zijn lichaam moest hij dit proces lijdzaam ondergaan in een voelend vastzitten.
Dit nieuwe lijden was met geen pijn op aarde te vergelijken.
Tijdens dit afgrijselijke lijden ontstond de hoop dat hij dit ooit aan de mensheid zou mogen vertellen, om de mensen op aarde voor dit afschuwelijke proces te behoeden.
Deze kennis was nog niet op aarde, hij had er tijdens zijn leven in ieder geval niets over gehoord.
En al zou hij er heel zijn leven onderzoek naar gedaan hebben, dan nog had hij deze geestelijke kennis niet kunnen bemachtigen.
De aardse mens zag deze geestelijke gevolgen immers niet en de wetenschap kon deze geestelijke wereld nog niet vaststellen.

Eindelijk bevrijd

Naarmate het ontbindingsproces zich voltrok, voelde Lantos zich losser komen.
Elke fysieke cel die oploste, kluisterde hem niet langer aan zijn lichaam.
Wanneer zijn lichaam voor een groot deel was vergaan, kon hij zich al enkele meters verwijderen.
Maar hij bleef de ontbinding van zijn lichaam voelen totdat slechts de beenderen overgebleven waren.
Toen hij dan eindelijk bevrijd was van zijn lichaam, verheugde hij zich erop om in zijn nieuwe geestelijke leven andere mensen te ontmoeten.
Hij had immers te lang alleen met zijn eigen ellende moeten leven.
Vol goede moed ging hij op weg, maar hij zag niemand.
Jarenlang doolde hij rond in een lege wereld.
Pas op het moment dat hij zou zijn overgegaan indien hij geen zelfmoord had gepleegd, loste die lege wereld op en ging hij over naar de sfeer in het hiernamaals waarop hij in gevoel afstemming had.

Zelfmoordpreventie en studie

Hij ging echter snel terug naar de aarde, omdat hij zich aangetrokken voelde tot de mensen op aarde die ook met zelfmoordgedachten rondliepen.
Die mensen ging hij vanuit zijn geestelijke wereld helpen om tegen deze gedachten te vechten en zich te richten op opbouwende handelingen.
Honderden jaren lang hielp hij via inspiratie vele mensen op aarde en in het hiernamaals, en ondertussen voerde hij een diepgaand onderzoek uit naar alles wat met zelfmoord te maken had.
Zo leerde hij de ‘wet’ zelfmoord kennen.
Hij zag dat bijna alle mensen na hun zelfmoord in een ondraaglijk lijden terecht kwamen.
Maar hij volgde ook een meisje op aarde dat bewust een sloot inliep om te verdrinken, en na haar dood toch niet aan haar lichaam vastzat en niet in die lege wereld terecht kwam.
Zij beleefde een normale overgang naar het hiernamaals.
‘Hoe was dit mogelijk?
Was hier dan toch een onzichtbare macht werkzaam die men op aarde God noemde, en die naar willekeur de ene mens in ellende stortte en de andere mens vrijuit liet gaan?’

Natuurlijke levenstijd

Om dit probleem op te lossen volgde Lantos de mens op aarde vanaf de bevruchting van de eicel.
Doordat hij geestelijk kon waarnemen, zag hij dat elke mens vanaf de conceptie een welbepaalde hoeveelheid levensenergie had, die voor iedereen verschillend was.
Lantos noemde het de levensaura.
Hij stelde vast dat de mens die stierf omdat zijn levensaura was opgebruikt, onmiddellijk naar het hiernamaals kon overgaan.
Bij zelfmoord en euthanasie echter zag hij dat men het lichamelijke leven stopzette voordat de levensaura opgeleefd was.
Door die niet verbruikte levensaura bleef men verbonden met het stoffelijke lichaam, omdat die levensaura diende om dat lichaam van levenskracht te voorzien.
Zelfs als dat lichaam tot beenderen was vergaan, bleef men ermee verbonden totdat alle levensaura was opgebruikt.
Dit kan vergeleken worden met de kracht die we hebben opgedaan door een goede nachtrust.
Wanneer we dan wakker worden en aan de dag beginnen, hebben we voldoende kracht om een hele dag te werken.
Als we na amper twee uur alweer gaan liggen om te slapen, zal de slaap niet komen, omdat onze levenskracht voor die dag nog niet opgebruikt is.
We zullen dan toch wakker blijven en de uren bewust beleven, of we willen of niet.
Op dezelfde wijze had Lantos de jaren levenstijd beleefd die na zijn zelfdoding nog niet waren opgebruikt.
De levensaura kan lichamelijk vertaald worden als natuurlijke levenstijd, en die eindigt op de seconde wanneer de levensaura is opgebruikt.
Op dat moment helpt geen operatie of andere medische behandeling meer, dan zal de mens sterven.
Het is dan ‘zijn tijd’.
Of er een God was die dit alles regelde, wist Lantos nog niet, maar door zijn studie kon hij vaststellen dat de wet zelfmoord voor iedereen gold zonder onderscheid, en dat die wet te maken had met de natuurlijke levenstijd van elk mens.
Hierdoor begreep hij die ene uitzondering, dat meisje dat niet in de lege wereld terechtkwam na haar zelfdoding.
Haar levensaura was precies op dat moment volledig opgebruikt.
Maar dit was wellicht uiterst zeldzaam.
Hieruit concludeerde Lantos dat het zware lijden dat hij had ondergaan, geen straf was die hem was opgelegd, maar een natuurwet die hij ongeweten verbroken had.
Net als de fysische natuurwetten op aarde had hij deze geestelijke wet van zelfmoord leren kennen als onpartijdig en altijd geldig.
Op aarde hoefde men immers niet te geloven aan de zwaartekracht om eraan onderhevig te zijn, of aan een gloeiende kachel om zijn handen te verbranden.
Op dezelfde ‘rechtvaardige’ wijze maakte het niet uit of men in een leven na de dood geloofde of niet, na een zelfmoord zag hij de mens in het nieuwe lijden terechtkomen.
Deze geestelijke wet gold voor iedereen zonder onderscheid.
Elke mens beleefde zijn levensaura tot de laatste gram, op aarde of in zijn eigen lege geestelijke wereld.

Pijnbestrijding onmogelijk gemaakt

Lantos heeft tijdens zijn studie vele anderen in het leven na de dood ontmoet die zich volledig toeleggen op het verminderen van de pijnen die op aarde geleden worden.
Zij hebben zich verenigd in een geestelijke orde om gezamenlijk zo effectief mogelijk de aardse mens te helpen.
Zij noemen hun orde de ‘Universiteit van Christus’.
Deze orde bestaat uit miljoenen geesten van het licht die overal op aarde hun liefdevolle taak volbrengen.
Zij geven ongezien hun geestelijke aura aan zieken, om hun te steunen en te helpen om te genezen.
Zij inspireren aardse dokters om ziekten te verhelpen en om middelen te ontwikkelen die de lichamelijke pijn kunnen bestrijden, zoals morfine.
Wanneer dan het levenseinde overheerst wordt door pijn, kunnen deze pijnbestrijdingsmiddelen ingezet worden om de mens te helpen in de grootst mogelijke rust zijn lichaam los te laten.
Zolang de mens op aarde leeft, kan men door de pijn te verlichten het lijden tot draaglijke proporties proberen terug te dringen.
Wanneer men echter tot euthanasie overgaat, eindigt ook de mogelijkheid tot pijnbestrijding.
Omdat de overleden mens dan in gevoel vastzit aan zijn lichaam dat tot ontbinding overgaat, voelt hij een pijn die niet meer bestreden kan worden.
Er bestaat geen ‘geestelijke morfine’.
De euthanasie heeft geen einde gemaakt aan alle pijn, maar wel aan een effectieve pijnbestrijding.

De boeken van Lantos

De Universiteit van Christus beseft dat het inspireren van dokters niet voldoende is.
Wanneer het mogelijk is om lijden te voorkomen, dan verdient dat de voorkeur.
Hiervoor is het nodig dat de geestelijke gevolgen van zelfmoord en euthanasie op aarde bekend worden.
De mensen op aarde die deze geestelijke kennis op een zuivere wijze kunnen ontvangen, zijn echter uiterst zeldzaam.
Lantos vroeg aan de geestelijke orde of zij zo een mens op aarde kenden.
De orde raadde hem aan om zich klaar te maken om zijn kennis naar de aarde te brengen, want in de twintigste eeuw zou er een mens op aarde komen die zijn boeken kon ontvangen.
Lantos spande zich daarom als nooit tevoren in, om alle geestelijke wetten over het leven na de dood te leren kennen.
Door honderden jaren de mens op aarde en in het hiernamaals in liefde te helpen, bereikte hij de vierde sfeer van licht.
Toen kreeg hij de mogelijkheid om al zijn kennis die hij in negen eeuwen als geestelijke onderzoeker opgedaan had, aan de mensheid door te geven via Jozef Rulof.
In het boek ‘De Kringloop der Ziel’ beschrijft Lantos zijn leven op aarde, de gevolgen van zijn zelfmoord in de dodencel, en zijn geestelijke studie in het leven na de dood.
Daarnaast heeft hij nog vele andere boeken via Jozef Rulof op aarde gebracht, zoals het boek ‘Geestelijke Gaven’.
Hierin analyseert hij de verschillende graden van mediumschap.
Zo laat hij de lezer het grote onderscheid in zuiverheid zien tussen allerlei mensen op aarde die zich een ‘medium’ noemen.

Het genezingsinstrument

De Universiteit van Christus heeft nog een veel groter plan ontwikkeld om het lijden van de mens op aarde te bestrijden en zelfs voor eens en altijd uit de wereld te helpen.
Het lijden dat door onwetendheid veroorzaakt wordt, zoals bij het plegen van euthanasie en zelfmoord, kan nog voorkomen worden door geestelijke kennis op aarde te brengen, als de mens daarvoor openstaat.
Maar het meeste lichamelijke lijden op aarde kan niet voorkomen worden door kennis, omdat het een gevolg is van de erfelijke verzwakking van het lichaam.
Door die verzwakking kunnen ziektes voortwoekeren en vele levens teisteren.
Om dit lichamelijke lijden te bestrijden is een veel fundamentelere aanpak nodig.
Hiervoor zal de Universiteit van Christus een technisch instrument op aarde brengen dat alle ziektes effectief kan genezen.
Dit instrument kan pas gebouwd worden wanneer de techniek op aarde veel verder ontwikkeld is.
Het instrument moet immers het lichaam van ziektes kunnen zuiveren op een veel dieper niveau dan waartoe de huidige medische wetenschap in staat is.
Het moet er bovendien aan bijdragen dat we de ziektes niet meer doorgeven aan onze kinderen, om uiteindelijk een volledig krachtig en gezond lichaam te kunnen bieden aan de volgende generaties.
In een latere reeks artikelen zal de werking van het ‘genezingsinstrument’ beschreven worden.
Dan wordt ook de kennis behandeld die de Universiteit van Christus via Jozef Rulof heeft doorgegeven over het ontstaan van de ziekten en de evolutie van het menselijke lichaam.
Die reeks artikelen zal belichten hoe de Universiteit van Christus de mensheid op aarde door alle eeuwen heen helpt en stuwt in haar geestelijke evolutie naar een hoger niveau van universele liefde.

Verwante artikelen

Meer over het leven van Lantos leest u in het artikel ‘Lantos’.
Wat er gebeurt wanneer het lichaam verbrand wordt in plaats van begraven, leest u in het artikel ‘crematie of begraven’.
Waar de mens na zijn natuurlijke levenstijd naartoe kan gaan, leest u in het artikel ‘sferen in het hiernamaals’.

Bronnen en verdieping