Spijt wroeging berouw

stuwing om liefde te geven

Spijt, wroeging en berouw zullen in rust overgaan wanneer men meer liefde dan ellende heeft gegeven, in dit leven of hierna.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
‘In het boek ‘Zij die terugkeerden uit de Dood’ vertelt Gerhard de koetsier hoe hij zich ook van zijn wroeging heeft kunnen bevrijden.’

Dankzij reïncarnatie

In het boek ‘Het Ontstaan van het Heelal’ wordt een man gevolgd die een kind bij een vrouw verwekte en haar vervolgens in de steek liet.
Hierdoor kwam de vrouw in ellende terecht.
De man trok zich niets van haar toestand aan, en leefde alleen voor zichzelf.
De vrouw stierf in ellende.
Aan het einde van zijn leven voelde de man iets knagen in zijn ziel.
Hij trachtte alles goed te maken door zijn bezit weg te geven aan de armen.
In die toestand ging hij over naar het hiernamaals.
Wanneer hij in zijn geestelijke leven ontwaakte, voelde hij dat er bitter weinig veranderd was in zijn gevoelsleven.
De spijt over wat hij die vrouw had aangedaan, werd alleen maar sterker, totdat hij aan niets anders meer kon denken.
De wroeging werd een enorme stuwing om goed te maken.
Hij voelde dat hij geen rust meer zou vinden, totdat hij het leed dat hij aan de vrouw had aangedaan, omgezet had in geluk en liefde.
Omdat de vrouw op aarde reïncarneerde, voelde hij dat de wedergeboorte ook voor hem de mogelijkheid gaf om zijn wroeging op te lossen.
Hij werd op aarde wedergeboren en toen hij weer bij haar was gekomen, liet hij haar niet meer in de steek.
Hij gaf haar alleen maar liefde, heel zijn leven lang.
Hierdoor loste de onrust in zijn ziel op, en voelde hij zich vrijkomen van zijn daad uit zijn eigen verleden.

Het oplossen van wroeging

In het boek ‘Zij die terugkeerden uit de Dood’ vertelt Gerhard de koetsier hoe hij zich ook van zijn wroeging heeft kunnen bevrijden.
Hij had hevig gespot met wat Jozef Rulof zei over het leven na de dood.
Hij probeerde Jozef diep te kwetsen en verweet hem de mensen te bedriegen met zijn gekke verhalen over de doden.
Kort daarna kreeg hij zelf het leven na de dood te ervaren.
Na zijn sterven zag hij waar zijn gespot hem had gebracht.
Toen wilde hij wel op zijn knieën naar Jozef kruipen om hem vergeving te vragen, maar dat was niet meer mogelijk, in zijn hiernamaals zat hij vast in de afgesloten ruimte die hijzelf gecreëerd had door zich op aarde van het leven af te sluiten.
Toen begon hij aan zichzelf te werken, om elke spot en afwijzing uit zijn gevoelsleven te bannen.
Hij ging mensen helpen in plaats van ze te bespotten.
Hij werkte jarenlang in de moeilijkste omstandigheden om zichzelf licht te verschaffen.
En al die jaren had hij één doel, om uiteindelijk te bereiken dat hij zijn wroeging kon oplossen.
Daartoe kreeg hij de gelegenheid.
De geestelijke leider van Jozef, meester Alcar, liet Gerhard toe om zijn verhaal over zijn binnentreden in de geestelijke wereld via Jozef op aarde te brengen in het boek ‘Zij die terugkeerden uit de Dood’.
Hierin beschrijft Gerhard ook dat zijn wroeging hem het inzicht heeft gegeven hoe sommige mensen zich gevoeld moeten hebben, toen zij Christus aan het kruis sloegen.
Door het delen van zijn ervaringen draagt Gerhard bij aan de reeks boeken van Jozef Rulof waarin uitgelegd wordt hoe elke ziel in haar eeuwigheid steeds de mogelijkheid krijgt om door het goedmaken weer in harmonie te komen met al het leven.
Voor een aantal mensen kan dat nog tijdens hun aardse leven.
Anderen beginnen er pas aan in hun hiernamaals.
En vele anderen maken goed tijdens hun volgende levens op aarde.
Maar steeds zal men de weg vinden om wroeging om te zetten in rust, nadat men meer liefde dan ellende heeft gegeven aan al het leven.

Bronnen en verdieping