Geestelijk-wetenschappelijk

voorbij de aardse wetenschap

Miljoenen onderzoekers hebben na hun aardse leven door geestelijk-wetenschappelijk onderzoek de ‘Universiteit van Christus’ opgebouwd.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
‘De naam van dit medium is Jozef Rulof.’

De Universiteit van Christus

In de boeken van Jozef Rulof verwijst het begrip ‘geestelijk-wetenschappelijk’ naar de kennis uit de ‘Universiteit van Christus’.
Deze universiteit bevindt zich niet op aarde.
Toen de eerste mensen uit de oertijd hun aardse levens volbracht hadden, werden zij tot hun verbazing wakker in het geestelijke voortleven na de aardse dood.
Zij stelden vast dat ze nog steeds een geestelijk lichaam hadden dat leek op hun aardse lichaam, maar dat uit een ijlere geestelijke substantie bestond.
Zij konden denken en voelen, zij konden de aardse materie nog steeds zien, maar ze werden niet meer gehinderd door de stoffelijke muren waar zij nu doorheen konden wandelen.
Dit stelde hen in staat om het leven op aarde te volgen en te onderzoeken op een wijze die de aardse mens nooit zou kunnen.
En vooral, zij waren niet meer gebonden aan de aardse tijd.
Zij konden hun onderzoek eeuwenlang doorvoeren, niets hield hen tegen, zij leefden in hun eeuwigheid.
Zij konden hun onderzoek net zolang volhouden tot ze de uiteindelijke kennis over een onderzoeksobject verworven hadden.
Bovendien konden ze hun geestelijke kennis met elkaar delen, en hoe meer mensen van de aarde in het geestelijke voortleven binnentraden, hoe meer onderzoekers zich bij hen voegden.
Zo konden ze uiteindelijk een universiteit vormen van vele miljoenen onderzoekers, die allen een eeuwigheid de tijd hadden om hun geestelijke kennis uit te breiden.
Na duizenden jaren onderzoek begon hun kennis zich tot een geestelijke wetenschap te vormen.
Nadat ze alle stoffelijke en geestelijke verschijnselen volledig bestudeerd hadden, kenden ze alle levenswetten van het leven op aarde en van hun hiernamaals.
Ze zagen dat hun begrip van deze levenswetten de mens op aarde vele duizenden jaren vooruit was, en ze overlegden met elkaar hoe ze hun kennis aan de aardse mens zouden kunnen geven om de evolutie van de mensheid te dienen.

Zuiver naar de aarde

Doordat ze zich konden verbinden met het gevoel van de mens op aarde, gingen ze mensen inspireren tot kunsten en wetenschappen.
Naast de ontwikkeling van de stoffelijke wetenschap die zich richtte op de materieel waarneembare verschijnselen, begonnen ze ook een metafysische weg op te bouwen.
Ze inspireerden daarvoor gevoelige mensen om hun innerlijke leven te onderzoeken.
In de tempels van het oude Egypte kwam dit metafysische onderzoek tot grote bloei.
Omdat de inspiratie verliep via het gevoel van de mens op aarde, waren de geestelijke onderzoekers beperkt in wat ze konden doorgeven.
De mens op aarde kreeg bepaalde gevoelens in zich, maar vormde daarmee een eigen denken, en maakte daarvan een eigen interpretatie.
Daardoor werd veel geestelijke kennis vervormd, en kwamen er ook metafysische boeken met onjuiste informatie.
Bovendien kwamen er mensen die zich de geestelijke kennis gingen toe-eigenen, waardoor de massa niet meer geloofde in de waarheid van die doorgekregen kennis.
Om de geestelijke wetenschap met minder vervorming op aarde te krijgen, gingen geestelijke onderzoekers zelf op aarde reïncarneren.
Toen de evolutie van de mensheid zo ver gevorderd was dat men het medium niet meer op de brandstapel legde, kon een geestelijke onderzoeker reïncarneren die veel geestelijke kennis op aarde kon brengen.
Dit bracht men tot stand door ervoor te zorgen dat deze onderzoeker in heel zijn aardse leven geen aardse kennis zou opnemen, zodat hij een zuiver medium kon blijven voor het doorkrijgen van de geestelijke kennis.
De naam van dit medium is Jozef Rulof.
De Universiteit van Christus weet dat ook door de boeken van Jozef Rulof de wereld niet overtuigd kan worden van de werkelijkheid van de gebrachte geestelijke kennis.
Omdat die kennis nog via een menselijk medium is gebracht, zal het alleen die mensen bereiken die voelen dat deze geestelijke wetenschap universele waarheid is, omdat die mensen een aantal beschreven levenswetten in vorige levens zelf beleefd hebben.
Daarnaast kan men ook door vergelijking met andere kennis vaststellen hoever de omvang en diepgang van de geestelijke kennis uit de boeken van Jozef Rulof reikt.
Daarom zijn de geestelijke onderzoekers bezig met het inspireren van de aardse wetenschap tot het ontwikkelen van een technisch instrument dat een wetenschappelijk bewezen contact zal leggen met hun geestelijke voortleven.
Wanneer dat technisch instrument doorontwikkeld is, zal de geestelijke wetenschap in zijn volle omvang op aarde gebracht kunnen worden, en zal de mensheid de werkelijkheid van de geestelijke wetenschap kunnen zien en aanvaarden.

Geestelijk-wetenschappelijk onderzoek

Geestelijke onderzoekers die een bepaalde graad in hun geestelijke wetenschap hebben bereikt, worden in de boeken van Jozef Rulof meesters genoemd.
Ze bereiken die graad pas als hun kennis van de levenswetten niet meer onderhevig is aan een persoonlijke mening.
Want een mens is niet onmiddellijk een geestelijke wetenschapper door simpelweg te sterven.
Zo werd Zelanus, die vele boeken via Jozef Rulof geschreven heeft, pas na vele eeuwen een meester.
Zijn binnentreden in zijn eigen geestelijke voortleven was allesbehalve meesterlijk.
Doordat hij zelfmoord had gepleegd, beleefde hij onmiddellijk na zijn overlijden een geestelijke pijn, wat beschreven wordt in het artikel ‘euthanasie en zelfmoord’.
Zelanus was zich snel bewust dat hij zich hierdoor een wijsheid eigen maakte, die men op aarde niet kende en nooit zou kunnen leren of beleven, omdat die wijsheid bij het geestelijke leven behoorde.
De aardse mens zag Zelanus niet meer na diens dood, en kon dus op eigen kracht nooit te weten komen wat hij had moeten meemaken.
Daarom schreef hij later zijn boek ‘De Kringloop der Ziel’ via het medium Jozef Rulof, om de mens op aarde in kennis te stellen van de geestelijke gevolgen van zelfmoord.
Op die manier schreef hij ook zijn boek ‘Geestelijke Gaven’, om de mens op aarde het onderscheid te geven tussen een zuiver medium en een zogenaamd medium dat bewust of onbewust zijn medemens bedriegt.
Maar hij begon pas boeken te schrijven, nadat hij het stoffelijke en geestelijke leven negen eeuwen lang onderzocht had.
Zo volgde hij duizenden sterfbedden, om te zien wat er precies met de mens gebeurde na zijn dood op aarde.
Hij volgde duizenden mensen naar hun hiernamaals, om te zien waar zij terechtkwamen, en hoe die sfeer te maken had met hun gevoelsleven en hun gevoelsgraad.
Hij zag vele mensen na het sterven niet naar een bewust hiernamaals gaan, maar wel naar de wereld van het onbewuste.
Hij volgde deze zielen, om te weten wat er met hen zou gebeuren.
Soms zag hij dat een ziel pas na driehonderd jaar weer op aarde geboren werd.
Hij volgde de reïncarnerende ziel tijdens het indalen in de bevruchte eicel, tijdens de groei in de moederschoot, tijdens het opgroeien en beleven van dat nieuwe leven, om te kijken wat de mens nog voelde van zijn vorige levens.
Zelanus was reeds tijdens zijn laatste leven op aarde een onderzoeker van zijn innerlijk, en na zijn binnentreden in zijn geestelijke leven kreeg hij de kans om alles diepgaand geestelijk-wetenschappelijk te onderzoeken zonder tijdslimiet.
Zo kon hij vele boeken via Jozef Rulof schrijven uit eigen geestelijke ervaring.
Wat hij nog niet zelf ervaren had, werd hem gegeven door zijn collega-onderzoekers die al verder gevorderd waren in de geestelijke wetenschap.
Samen met miljoenen andere meesters vormt hij de Universiteit van Christus, die op aarde vertegenwoordigd wordt door de boeken van Jozef Rulof, totdat de hele wereld de geestelijke wetenschap zal leren kennen door een technisch instrument.

Bronnen en verdieping