de dierlijke gevoelsgraad
De mens met een duister gevoelsleven kan bij het sterven overgaan naar het land van haat, hartstocht en geweld.
Afbeelding: Divina Commedia, zie Dante en Doré.
Steden van haat en geweld
Mensen die op aarde innerlijk vol zijn van haat, hartstocht of geweld, kunnen bij het sterven overgaan naar de sfeer in het hiernamaals waarop ze zichzelf door hun aards leven hebben afgestemd.
In deze duistere sfeer leven ze samen met miljoenen soortgenoten van wie het geestelijke lichaam beestachtig misvormd is door hun hatend gevoelsleven.
De tekeningen van Doré bij de ‘Divina Commedia’ van Dante geven hier een goed beeld van.
Deze sfeer wordt ook de dierlijke gevoelsgraad genoemd, met bewoners die eruit zien als wilde dieren.
De haat is hier zo ver opgevoerd, dat men er steden van gemaakt heeft, met spitse torens die fel afsteken tegen de dreigende lucht.
Vlammend rood en helgroen zijn de overheersende kleuren.
In dit land houdt men feesten van hartstocht en geweld.
Iedereen die niet aan deze feesten wil deelnemen, wordt aangevallen en afgeranseld omdat men hen als zwak beschouwt.
In deze duistere sfeer leven ook genieën in het kwaad, die sommige geleerden op aarde inspireren tot het maken van massavernietigingsmiddelen.
Uit de klauwen van de heerser
De bewoners van het land van haat worden geregeerd door de heerser die door zijn diepe haat en sterke concentratie zijn wil oplegt aan de massa.
Alle bewoners van dit land worden overvallen en voor deze heerser gebracht.
Diegenen die zijn wil niet volgen, wacht een voortdurende kwelling en mishandeling.
De meesten volgen de heerser uit angst voor afranseling.
De bewoners van deze sfeer zullen pas hun leven gaan veranderen, wanneer ze een afkeer krijgen van zichzelf.
Dan proberen ze hun wilde soortgenoten te vermijden, om vaarwel te kunnen zeggen aan het leven vol nijd, verderf en wellust.
Ze zullen een tijdlang de mishandelingen door hun soortgenoten moeten doorstaan, om zo een vaste wil te ontwikkelen zich van hun eigen duistere gevoelens los te maken.
Als ze eenmaal die vaste wil ontwikkeld hebben, worden ze geholpen door lichtgeesten die in deze duistere sferen afdalen om hun medemens te helpen.
De lichtgeesten brengen hen naar een overgangssfeer in het schemerland, waar ze kunnen uitrusten en op krachten kunnen komen om hun lange tocht naar de eerste lichtsfeer aan te vatten.