kunnen onze ziel niet raken
Goed en kwaad zijn slechts aardse begrippen die onze ziel niet kunnen verruimen of aantasten, omdat ze op zielsniveau niet bestaan.
‘In alle ontwikkelingsstappen zorgt de ziel voor de harmoniserende stuwing waardoor de mens zijn disharmonische handelingen omzet in licht en geluk voor zijn medemens.’
Aards denken
Vele mensen denken in termen van goed en kwaad.
Sommige mensen vrezen dat het veroorzaken van een groot kwaad hun ziel kan aantasten.
In de boeken van Jozef Rulof wordt verklaard waarom dit niet mogelijk is.
De schrijvers van deze boeken, de meesters, konden in de evolutie van de mens terugkijken tot het moment dat de eerste daad werd voltrokken die men kwaad zou kunnen noemen: het vermoorden van een medemens.
De meesters hebben de gevolgen van deze daad voor de ziel van het slachtoffer en de dader onderzocht.
Ze zagen dat de ziel van het slachtoffer onmiddellijk kon reïncarneren in een volgend lichaam en hierdoor haar evolutie op aarde kon voortzetten.
De dader moest langer wachten om te kunnen reïncarneren, want hij had zich in disharmonie met het leven gebracht.
Maar ook dat was slechts een tijdelijk verschijnsel, de meesters observeerden dat zijn ziel de harmonie herkreeg door liefde te geven.
Door moeder te worden bood zijn ziel aan een andere ziel de mogelijkheid op aarde geboren te worden en zo werd aan het leven teruggegeven wat ontnomen was.
Hierdoor verdween de disharmonie, en datgene wat men kwaad kan noemen.
De meesters zagen dat al het kwaad dat de mens tijdens zijn kosmische evolutie veroorzaakt, uiteindelijk een hogere bewustwording oplevert, omdat de mens erdoor leert hoe het niet moet.
Door vele ervaringen wordt de mens zich bewust van een hogere liefde waardoor hij in harmonie met al het leven kan blijven.
In alle ontwikkelingsstappen zorgt de ziel voor de harmoniserende stuwing waardoor de mens zijn disharmonische handelingen omzet in licht en geluk voor zijn medemens.
Op zielsniveau
In het artikel ‘verklaring op zielsniveau’ wordt toegelicht hoe de meesters in de boeken van Jozef Rulof twee verschillende verklaringsniveaus hebben gehanteerd.
Het begrip ‘goed en kwaad’ behoort tot het aardse denken.
De meesters hebben deze woorden gebruikt om de lezer duidelijk te maken welke verschijnselen geanalyseerd worden.
Op zielsniveau bestaat geen goed en kwaad, en dus ook geen goedmaken of goeddoen.
De mens als persoonlijkheid kan zich tijdelijk in disharmonie met zijn medemens brengen, omdat hij in elke gevoelsgraad maar een bepaald niveau van liefde voelt.
Maar zijn ziel zorgt ervoor dat deze disharmonie zo snel mogelijk oplost en alle betrokkenen evolueren.
Op zielsniveau is er alleen evolutie en bewustwording.
Onze ziel heeft een aangeboren harmonie, en door de gevolgen van al onze handelingen worden we ons bewust hoe we die harmonie in alle omstandigheden kunnen vertolken.
Uiteindelijk bereiken we hierdoor de universele liefde, waardoor we in harmonie blijven met alle andere zielen en met al het leven in de kosmos.
Als ziel zijn we niet goed of slecht.
Op zielsniveau kunnen we alleen zeggen: wij zijn!
De eigenschappen van ons zijn worden zichtbaar naarmate we verder evolueren en we ons bewust worden van de basiskrachten die we van de Alziel hebben meegekregen.
Uiteindelijk gaan we zien hoe we met onze gevoelens, gedachten en handelingen het licht en de harmonische liefde kunnen uitstralen, die elke ziel in potentie heeft meegekregen.