Harmonie

van aangeboren naar bewust

Onze ziel bezit een aangeboren harmonie, maar het is een lange weg om deze harmonie ook bewust door al onze handelingen te vertolken.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
‘Het leven van Moeder Natuur is immers in harmonie gebleven, elke bloem bijvoorbeeld straalt deze harmonie uit. De gestalte van een boom en de eenvoud van het water verstoffelijken de zuivere harmonie van het leven.’

Onze harmonische ziel

De meesters hebben geestelijk-wetenschappelijk vastgesteld dat al het leven in de kosmos in harmonie gebaard en geschapen is door de Alziel.
Onze individuele ziel heeft haar aangeboren harmonie ontvangen van de Alziel waar zij uit voortgekomen is.
Onze eerste levens als cel op de eerste planeet in de ruimte waren reeds een uiting van deze aangeboren harmonie.
We beleefden onze eerste liefde in harmonie met onze tweelingziel.
Door deze harmonische liefde werden we voor de eerste maal vader en moeder, en door de liefde van onze kinderen kwam een lichaam beschikbaar voor onze eerste reïncarnatie.
Leven na leven werd onze levensduur langer, en deze levenstijd was in harmonie met de vorm van het lichaam dat door de ziel werd opgebouwd.
Op het einde van elk leven nam onze ziel precies op tijd afscheid van het lichaam, waarna we al snel wedergeboren werden.
We hoefden dus nooit te wachten in de wereld van het onbewuste, omdat we in harmonie bleven met het leven.
Tijdens miljoenen volgende levens op planeten van de eerste en tweede kosmische levensgraden bleven alle zielen in perfecte harmonie met alle andere zielen.
Niemand hinderde elkaar, elke ziel kon al haar levens tot de laatste seconde beleven en hierdoor de nodige ervaringen opdoen om haar gevoelsleven en persoonlijkheid stap voor stap op te bouwen.
De harmonie van de ziel werd ook vormgegeven in het lichaam.
Alle lichamelijke stelsels werkten op harmonieuze wijze samen, er waren toen nog geen lichamelijke ziekten.
De oerkracht van de Alziel was vormgegeven in het oersterke lichaam dat tegen alle klimatologische omstandigheden bestand was.
Tot op aarde kunnen we de harmonie van het leven terugzien in de stoffelijke levensvormen.
Het leven van Moeder Natuur is immers in harmonie gebleven, elke bloem bijvoorbeeld straalt deze harmonie uit.
De gestalte van een boom en de eenvoud van het water verstoffelijken de zuivere harmonie van het leven.

Onze bewustwording

Ons bewustzijn groeide mee met ons lichaam.
Tijdens onze evolutie op het land voelden we vooral de nood om ons lichaam te voeden.
Honger was de gewaarwording die ons in beweging bracht.
Ons bewustzijn op Mars was voornamelijk gevuld met het stillen van onze honger.
Ons leven bestond daar uit eten, drinken, slapen en voortplanting.
We wisten niet dat we bezig waren om mens te worden, we hadden nog geen besef van een eigen ‘ik’.
Er was geen individueel bewustzijn zoals we dat later op aarde zouden ontwikkelen.
In alles waren we in harmonie met onze tweelingziel en met alle andere zielen, maar dat wisten we nog niet.
Onze harmonische ziel stuwde ons om te evolueren en lief te hebben, maar als persoonlijkheid waren we ons hiervan niet bewust.
Waar we ons gaandeweg wel bewust van werden, was de kracht van het lichaam.
Toen de ziel haar lichaam tot een krachtige aapachtige vorm had uitgebouwd, leerde zij als persoonlijkheid dat sterke lichaam te gebruiken om altijd voedsel te vinden.

De eerste disharmonie

De enige andere kracht in deze levensruimte die de mens van voedsel kon afhouden, was een ander mens.
Wanneer verschillende hongerige mensen samen op hetzelfde moment voedsel vonden, gebruikten ze hun lichamelijke kracht om het voedsel te bemachtigen.
Hierdoor ontstond het eerste gevecht tussen de eerste mensen die tot deze bewustwording van lichamelijke kracht waren gekomen.
Zo werd er voor de allereerste maal in de kosmos een menselijke ziel van haar lichaam beroofd.
Het ging hier nog niet om een bewuste moord, maar er was al wel de aanzet van het gevoel: ga weg uit mijn ruimte.
Door de eerste doodslag is de eerste disharmonie ontstaan.
Op dat moment kwam voor de eerste maal een ziel in disharmonie met een andere ziel.
De ziel van het slachtoffer moest haar lichaam verlaten, en kwam vroeger in de wereld van het onbewuste terecht dan wanneer de harmonische levenstijd opgebruikt was geweest.
Op dat moment was er nog geen wachttijd in de wereld van het onbewuste, deze ziel kon onmiddellijk reïncarneren om haar kosmische evolutie voort te zetten.
Hierdoor was de disharmonische situatie voor het slachtoffer snel opgelost.
Voor de dader duurde het verblijf in de wereld van het onbewuste langer.
Door de doodslag had hij zich in disharmonie met het leven gebracht.
Hij had zich door zijn disharmonische daad losgeslagen van zijn eigen levensharmonie.
Daarom duurde het na zijn eigen dood langer voor hij weer voldoende in harmonie was gekomen om geboren te worden.
Ook na de nieuwe geboorte was hij nog niet in harmonie met het leven.
Zijn ziel bleef stuwend om de harmonie te herstellen.
Dit kon bereikt worden door als moeder een nieuw lichaam te geven aan een ziel die in de wereld van het onbewuste wachtte.
En al spoedig wachtten er andere zielen in de wereld van het onbewuste, want er werden steeds meer moorden gepleegd.
Alle zielen die zich als persoonlijkheid bewust werden van hun lichamelijke kracht, probeerden hiermee hun voedsel te bemachtigen ten koste van anderen.
Zo werd het eerste karma veroorzaakt en opgelost, zonder dat de betrokken mensen zich daarvan bewust waren.
Tot op aarde herhaalt zich dit proces, ook daar schept de mens karma en lost de ziel dit karma op, zonder dat de persoonlijkheid zich bewust is van de harmoniserende stuwing van de eigen ziel.
In de artikelen ‘karma’ en ‘oorzaak en gevolg’ worden deze verschillen tussen ziel en persoonlijkheid verder toegelicht.

Persoonlijkheid

Het ontstaan van de eerste disharmonie was merkwaardigerwijs ook een teken dat het bewustzijn van de mens toenam.
Voordien was de persoonlijkheid zich niet bewust genoeg van haar lichamelijke kracht om een ander weg te stoten van het begeerde voedsel.
Hoe bewuster de persoonlijkheid werd, hoe meer zij haar kracht ging gebruiken, wat leidde tot vechten en moorden.
De eerste moord was nog geen bewuste disharmonische daad, de handeling was alleen bewust in het bemachtigen van het voedsel.
Het menselijke bewustzijn houdt gelijke tred door het niveau van ontwikkeling van het gevoelsleven, de bereikte gevoelsgraad.
De mens is zich bewust van datgene wat tot zijn eigen bewustzijnsgraad behoort, maar nog onbewust van wat tot een hogere gevoelsgraad behoort.
Zo was deze mens zich bewust van zijn lichamelijke kracht, maar nog onbewust van het begrip moord.
De gevoelsgraad van de persoonlijkheid wordt opgebouwd door miljoenen handelingen en de ervaringen die erdoor teweeggebracht worden.
Hierdoor komt de mens op aarde tot bewuste disharmonische handelingen, waarbij de dader zich bewust is dat hij de levenstijd van een ander vernietigt.
De harmoniserende werking van de ziel zorgde niet onmiddellijk voor meer harmonie op het niveau van de persoonlijkheid, omdat de gevoelsgraad hiervoor nog niet hoog genoeg was.
Integendeel, strijd en geweld namen toe naarmate de mens zich meer bewust werd van zijn lichamelijke kracht.
De stuwing van de ziel om het karma op te lossen vond onder de oppervlakte van het menselijke bewustzijn plaats, net zoals dat later ook op aarde zou doorgaan.

Toename van disharmonie

Naarmate de mens meer stoffelijk bewustzijn kreeg, wilde hij meer bezitten en beleven.
Hierdoor veroorzaakte hij nog meer disharmonie, want hij liet de ander niet meer met rust, hij wilde nu overheersen.
Zijn bewustzijn was nu ruimer geworden dan honger en voedsel, hij was zich nu bewust van alles wat hij kon bemachtigen, en van alle hartstochten die hij kon bevredigen.
In het begin bleef de disharmonie nog beperkt, omdat de mens nog geen mogelijkheden had om groter geweld toe te passen.
Op aarde echter is door de ontwikkeling van de techniek het vermoorden van mensen in hoge mate gestegen.
Door oorlogen nam het karma snel toe en groeide de disharmonie tot ongekende grootte.
Daarom duurt de periode waarin wij momenteel op aarde reïncarneren veel te lang.
We doen er miljoenen jaren extra over om alle disharmonie op te lossen, die met behulp van de toegenomen aardse middelen veroorzaakt werd.
En vele mensen worden zich pas na al hun aardse levens bewust van de noodzaak om hun handelingen op harmonie af te stemmen.

Evolutie

De mens op aarde heeft een gigantische disharmonie gecreëerd, maar zijn ziel is ondertussen bezig om zichzelf licht te scheppen door haar harmoniserende stuwing.
Hierin is zij niet anders dan de Alziel, die de kosmische duisternis heeft overwonnen door haar lichtende zonnen.
De menselijke ziel is de leidende kracht voor haar stoffelijke levens vanaf het allereerste begin.
Zij stuwde haar eerste cellichaampje tot groei en liefde, zij zorgde voor de harmonische opeenvolging van vele levens.
Zij vereffent al het karma en het ‘oorzaak en gevolg’ dat door haar persoonlijkheid veroorzaakt wordt.
Zij is de innerlijke stuwing van elk mens om zich te verruimen.
Wanneer de menselijke persoonlijkheid de dierlijke en stoffelijke gevoelsgraden beleeft, voelt zij weinig van de harmoniserende stuwing van de eigen ziel.
De mens ondergaat deze stuwing en beleeft het oplossen van de disharmonie uit vorige levens, maar beseft nog niet dat de eigen ziel de levensomstandigheden schept.
Na de aardse levens staat de menselijke persoonlijkheid voor haar eigen gevoelsgraad, die weerspiegeld wordt in het licht van de sfeer in het hiernamaals waar ze binnentreedt.
Dan staat de mens voor de uitdaging om elke verkeerde gedachte recht te zetten, totdat al zijn voelen en denken in harmonie met het leven is gebracht.
Dan gaat hij inzien dat elke disharmonie uiteindelijk door de harmoniserende stuwing van de ziel tot evolutie heeft geleid.
In de vierde lichtsfeer bereikt de mens de geestelijke bewustwording van zijn eigen leven.
Dan heeft de ziel haar aangeboren harmonie in bewustzijn omgezet, en kan zij bewust verder evolueren zonder het leven nog te bezwaren.
Integendeel, nu voelt ze als bewuste persoonlijkheid een universele liefde voor al het leven.
Nu kan ze zich voorbereiden om op de vierde kosmische levensgraad nieuwe lichamelijke levens te beleven, voor eeuwig in volkomen harmonie met haar tweelingziel en met al het leven om haar heen.
Dan zal zij zich stap voor stap meer bewust worden van de harmonische werking van de Alziel die haar eigen leven voortstuwt.

Bronnen en verdieping