Het mediumschap van Jozef Rulof

voor de mensheid

Jozef Rulof werd ontwikkeld door de Universiteit van Christus tot vierdegraadsmedium voor de mensheid, als voorbereiding op het technische medium.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.

Graden van mediumschap

Jozef Rulof was een medium, een contactmiddel tussen het hiernamaals en de aarde.
Hij stond in contact met meesters van de Universiteit van Christus.
Het artikel ‘Universiteit van Christus’ licht toe dat deze meesters hun geestelijke wijsheid op aarde brengen door middel van inspiratie en mediums.
Er zijn veel mensen die zich medium noemen.
Om zicht te krijgen op de aard en het niveau van hun mediumschap heeft meester Zelanus het boek ‘Geestelijke Gaven’ geschreven.
Hij legt daarin uit dat er graden van mediumschap zijn, die overeenkomen met de gevoelsgraden.
Het artikel ‘gevoelsgraden’ licht toe dat dit opeenvolgende niveaus van gevoel en liefde zijn die wij ons eigen kunnen maken door het beleven van vele levens.
In elk leven doen we ervaringen op, waardoor we gevoel voor iets ontwikkelen.
Het artikel ‘aanleg talent gave’ verklaart dat we zo onze eigen talenten ontwikkelen, die in onze volgende levens aangeboren zijn.
Hoe meer we aan een bepaalde vaardigheid werken zoals bijvoorbeeld het kunstschilderen, hoe meer gevoel we in het volgende leven hebben om dit talent uit te bouwen.
Het vereist daarom vele reïncarnaties om een Rubens of Van Dyck te worden.
Dit geldt ook voor het mediumschap.
Vele levens van studie zijn nodig om zich gevoel eigen te maken dat voor het mediumschap ingezet kan worden.
Dit wist men al in de tempels van het oude Egypte.
Daar nam men alleen leerlingen aan, die blijk gaven van een uitzonderlijk talent in het beheersen van het eigen lichaam en de omgeving door concentratie.
De hogepriesters wisten dat alleen natuurbegaafden tot de diepte van mediumschap konden komen waardoor er nieuwe wijsheid aan de tempel kon doorgegeven worden.
De tempelpriesters wisten echter niet dat er nog een andere bepalende factor was, namelijk de gevoelsgraad.
Mediums van wie het gevoelsleven afgestemd is op de eerste drie gevoelsgraden, kunnen geen wijsheid uit de sferen van licht doorgeven.
Het artikel ‘lichtsferen’ verklaart dat dit de geestelijke werelden in het hiernamaals zijn, waarin het hemellicht de universele liefde van de bewoners weerspiegelt.
Het artikel ‘duistere sferen’ gaat over de geestelijke werelden waarop de eerste drie gevoelsgraden zijn afgestemd.
Deze sferen worden namen gegeven zoals het ‘land van haat, hartstocht en geweld’ en het ‘schemerland’.
De gevoelsgraden worden voordierlijk, dierlijk en grofstoffelijk genoemd.
Algemeen gesproken gaat het om de eigenliefde en het willen beleven van de aardse stoffelijke materie.
De meeste mensen op aarde bezitten één van de eerste drie gevoelsgraden.
Wanneer zij hun gevoel openstellen voor het hiernamaals, trekken zij bewoners van de duistere sferen aan, omdat ze zelf als persoonlijkheid nog niet vrij zijn van stoffelijke gevoelens.
Wanneer deze mensen werkelijk tot een geestelijk contact met het hiernamaals komen, worden ze beïnvloed en in het ergste geval zelfs bezeten door de bewoners van de duistere sferen.
Het artikel ‘krankzinnigheid’ licht toe dat men hiervoor geen medium hoeft te zijn, vele mensen zijn op deze wijze hun dagbewustzijn kwijtgeraakt en worden tegenwoordig psychotisch genoemd.
De meesters van het licht verbinden zich niet met mediums die nog stoffelijke gevoelens of eigenliefde hebben, omdat ze weten dat die vroeg of laat ten onder gaan.
Wanneer een medium zich openstelt voor beïnvloeding, dan kunnen immers ook de bewoners van de duistere sferen deze mens bespelen, omdat die duistere karaktereigenschappen van het medium door de meesters niet zijn af te schermen.
Het openstellen is dan letterlijk levensgevaarlijk, waardoor vele mediums hun dagbewustzijn en lichaam definitief kwijtraakten.
Vele mensen die denken geestelijke gaven te bezitten, beleven echter alleen de stoffelijke helderziendheid en het telepathische aanvoelen.
Zij hebben af en toe een ‘treffer’, maar alleen dan wanneer ze iemand op aarde peilen die tot hun eigen gevoelsgraad behoort.
In feite beleven ze dezelfde gevoeligheid als een hond die aanvoelt wanneer zijn baas naar huis komt.
Wanneer ze denken met het hiernamaals in contact te zijn, geven ze zichzelf antwoord op de gestelde vragen.
Mensen die met het hiernamaals in contact willen komen, sluiten zich door hun wil al af van het contact met de lichtsferen.
De meesters verbinden zich alleen met mediums die uit zichzelf geen contact zoeken, maar wel onvoorwaardelijk willen dienen voor de mensheid en daarvoor uit onbaatzuchtige liefde hun eigen leven inzetten.
Dit eigen willen beperkt ook de mensen die men magiër, fakir, yogi en ingewijde noemt.
Zij willen iets met hun eigen persoonlijkheid beheersen en weigeren meestal hulp van meesters.
Maar zelfs indien ze er zich voor openstellen, dienen de meesters nooit een aardse persoonlijkheid.
Niemand op aarde bezit zelf geestelijke gaven die afgestemd zijn op de lichtsferen.
De meesters houden die gaven in eigen hand en laten het medium zien, horen en voelen wat ze nodig vinden dat het medium doorkrijgt.
Alleen de meesters kunnen immers overzien en met zekerheid weten wat de mensheid vooruithelpt.
Een medium dat door zijn vierde gevoelsgraad afgestemd is op de lichtsferen, kan dienen voor de mensheid.
De meesters kunnen dat medium van elke stoffelijke beïnvloeding vrijwaren.
Voor het doorgeven van een geestelijke boodschap is het immers nodig dat het eigen voelen en denken van het medium op dat moment wordt uitgeschakeld, zodat de boodschap niet beïnvloed wordt door zijn persoonlijkheid.
Om de invloed van persoonlijke kennis op de boodschap tegen te gaan, moeten de meesters ook het onderbewustzijn van het vierdegraadsmedium afsluiten.
Ze gebruiken dan alleen het mediamieke gevoel dat het medium in vele levens heeft opgebouwd om te komen tot geestelijke gevoeligheid, maar ze houden de concrete persoonlijke ervaringen uit vorige levens tegen.
Jozef Rulof leefde in de vierde gevoelsgraad en hierdoor kon hij zich de doorgegeven wijsheid ook eigen maken.
Bij hem kon het geestelijke uittreden ontwikkeld worden, zodat hij met de meesters in het hiernamaals kon reizen en ervaringen opdoen.
Door het beleven van de geestelijke gaven kon hij zijn gevoelsleven verruimen en zijn gevoelsgraad verhogen.
Hierdoor kon hij stijgen tot aan de grens van de vijfde gevoelsgraad die afgestemd is op de vierde lichtsfeer, waarin meester Zelanus leeft.
En kon hij uiteindelijk ook de kosmologie ontvangen, die de verklaringen van de meesters op zielsniveau weergeeft.
Het artikel ‘verklaring op zielsniveau’ licht toe dat de meesters op dat moment in staat waren de werkelijkheid te beschrijven zoals ze die voor zichzelf hadden vastgesteld.
Tot aan dat moment hebben ze zich moeten beperken tot het aardse denken, omdat het medium eerst ontwikkeld moest worden om de kosmologie te kunnen ontvangen.

Gereïncarneerd vanuit de lichtsferen

Jozef Rulof was niet alleen afgestemd op de lichtsferen, hij was er ook vanuit gereïncarneerd.
Vóór zijn aardse leven als Jozef Rulof had hij al met zijn meesters ruimtelijke reizen gemaakt, waardoor hij voldoende ontwikkeld was om dit bewustzijn ook op aarde te brengen.
Alleen een medium dat vanuit de lichtsferen reïncarneert, kan het astrale bewustzijn mee naar de aarde brengen en uiteindelijk de kosmologie ontvangen.
Alleen een ziel die speciaal daarvoor geboren wordt, kan die taak op aarde uitvoeren, omdat er dan geen karmische gebondenheid meer hindert.
De artikelen ‘wedergeboren voor een taak’ en ‘karma’ lichten dit toe.
Dit geldt ook voor vele andere zielen die voor de Universiteit van Christus terugkwamen, zoals Mozes en de profeten.
De profeten echter werden uit het schemerland geboren en stonden nog open voor geweld.
Door het inspireren van de profeten voerden de meesters een vroegere fase van de geestelijke ontwaking van de mensheid uit, namelijk het brengen van een geloof in God.
De profeten hadden de taak van Jozef niet kunnen volbrengen, omdat zij niet tot de lichtsferen op te trekken waren.
Zo heeft elke tijd en taak de mensen met een daartoe geschikte gevoelsgraad nodig.

Voortzetting van de eerste priester-magiër

Het artikel ‘de eerste priester-magiër’ beschrijft hoe de meesters voor de eerste keer een mens op aarde hebben geïnspireerd om geestelijke gaven te ontwikkelen.
De meesters begonnen toen het metafysische pad te vormen, waarop mensen vele levens lang kunnen werken aan het opbouwen van mediamiek gevoel.
Uiteindelijk kon er daardoor een medium als Jozef Rulof komen, die in zijn vorige levens een dergelijke opleiding had genoten.
Allen die het pad van de eerste priester-magiër volgen, moeten dezelfde hinderpalen overwinnen.
Zij moeten door de bezetenheid heen, om de graden van slaap te leren kennen en te overwinnen.
In hun levens als magiër kunnen ze geen dienend mediumschap bereiken, omdat hun gevoel dan ingesteld staat op het bemeesteren van deze krachten en niet op de universele liefde.

Voortzetting van het oude Egypte

Het artikel ‘het oude Egypte’ beschrijft het hoogtepunt van de metafysische ontwikkelingslijn in de geschiedenis van de mensheid.
In de tempels daar hebben de meesters het contact tussen de aarde en het hiernamaals kunnen opvoeren.
De mediums van de vierde graad die in de tempels werkten, brachten een geestelijke kennis op aarde die voordien niet gegeven kon worden.
Toch bleef ook deze kennis beperkt door het toenmalige wereldbeeld en de gevoelsgraad van de mensheid, die toen nog dierlijk was.
De gevoelsgraad om deze geestelijke gaven zuiver te houden was ook nog niet aanwezig bij het merendeel van de priesters.
Daarom verviel Egypte na verloop van tijd tot de zwarte magie.
Deze periode is onder meer van belang omdat er priesters werden opgeleid, die in latere levens de Universiteit van Christus nog beter konden dienen.
Hiertoe behoort Jozef Rulof, die in het oude Egypte als priester Dectar reeds een occulte hoogte had bereikt.
In het boek ‘Tussen Leven en Dood’ zijn de vorige levens van Jozef Rulof in het oude Egypte uitvoerig beschreven, zodat het duidelijk wordt hoe hij daar zijn machtig gevoel voor het mediumschap opgebouwd heeft.
De leerling van Dectar, Venry, mocht toen al op kracht van de meesters voorspellen dat Dectar na duizenden jaren zijn taak voor de Universiteit zou kunnen voortzetten.
In vele opzichten is het mediumschap van Jozef Rulof echter veel zwaarder.
In de twintigste eeuw moest hij zich staande houden in een maatschappij die niet ingesteld stond op geestelijke gaven.
In het oude Egypte was alles hierop ingericht, de priesters konden in de rust van hun tempels hun hele leven aan de metafysische studie wijden.
Als zij het hoogste bereikten, werden ze door een hele cultuur op handen gedragen.
In de twintigste eeuw in Den Haag moest Jozef Rulof er echter voor waken dat hij niet onder een tram kwam, wanneer zijn mediamieke gevoeligheid hem uit het maatschappelijke bewustzijn trok.
De meesters gaan in de twintigste eeuw veel verder dan vierduizend jaar geleden in Egypte.
De Egyptenaren hadden hun ceremoniën en maannachten nodig om het contact met het hiernamaals tot stand te brengen.
Jozef Rulof was in de twintigste eeuw elke seconde door de meesters te bereiken, ook te midden van een wandeling of een maatschappelijke taak.
Het oude Egypte heeft de metafysische wetten tussen leven en dood beleefd, maar door Jozef Rulof konden de meesters deze wetten in de twintigste eeuw ook uitvoerig verklaren.

Bedrog

In de eeuwen na de bloeiperiode van het oude Egypte probeerden vele mensen de magische krachten van de tempelpriesters te evenaren om hun macht te kunnen laten gelden.
Maar omdat ze meestal niet bereid waren hier vele levens voor in te zetten, gingen er velen over tot bedrog.
De huidige tijd kent vele duizenden charlatans die anderen dol proberen te praten over hun zogenaamde geestelijke gaven.
In elke stad leven deze bedriegers, alsof er geen vele levens nodig zijn om mediamiek gevoel op te bouwen.
Daardoor krijgen vele mensen een verkeerd beeld van het mediumschap, en hebben zij zich ook afgewend van de wijsheid die door de echte mediums doorgegeven werd.
Dit is een vanzelfsprekend gevolg, omdat het zonder het boek ‘Geestelijke Gaven’ heel moeilijk is om onderscheid te maken tussen een bedrieger en een echt medium.
Omdat ook de echte wijsheid bedolven wordt onder het massale bedrog, wist Jozef Rulof dat de wereld zijn mediumschap niet zou aanvaarden.
Daarvoor zal eerst het massale bedrog met krachtige hand opgeruimd moeten worden door het komende technische medium, het directe-stemapparaat.

Het schrijvend mediumschap

In zijn leven als Jozef Rulof waren alle mediamieke krachten gericht op het ontwikkelen en uitvoeren van het schrijvend mediumschap.
De meesters wilden hun wijsheid in boekvorm doorgeven, zodat deze kennis onafhankelijk kwam te staan van de levenstijd van het medium en men ook na zijn aardse leven deze wijsheid tot zich kon nemen.
Tegelijkertijd gaven de meesters Jozef ook zelf de mogelijkheid om zich door het schrijvend mediumschap het kosmische bewustzijn eigen te maken.
Hiervoor was het noodzakelijk dat hij kon uittreden, zodat hij de nodige ervaringen kon opdoen.
Voor het ontwikkelen van het uittreden waren eerst de zogenoemde fysische gaven nodig, zodat elke zenuw van zijn lichaam vrij kon komen van de persoonlijkheid.
Daartoe beleefde hij materialisaties en dematerialisaties, apports en de directe-stem.
Daarnaast werd ook het genezend mediumschap ontwikkeld, zodat hij als helderziende magnetiseur zijn dagelijkse brood kon verdienen.
Het schilderend mediumschap zorgde er dan weer voor dat hij door de verkoop van de mediamiek ontvangen schilderijen de uitgave van de boeken in eigen hand kon houden.
Tot slot werd ook het sprekend mediumschap ontwikkeld, en kon hij in diepe trance meester Zelanus lezingen voor een zaal laten houden.

Het dienen van de mensheid

Elk mediumschap is te beoordelen aan de hand van de geestelijke wijsheid die doorgegeven wordt.
Door Jozef Rulof waren de meesters voor het eerst in de menselijke geschiedenis in staat om kosmische wijsheid door te geven.
Een vierdegraadsmedium dient de evolutie van de mensheid, alle geestelijke gaven staan dan ten dienste van de geestelijke bewustwording.
Voor een dergelijk grote taak wordt een ziel uit de lichtsferen wedergeboren en berekenen de meesters vooraf wat ze door dit medium aan de aarde kunnen schenken.
De gevoelsverbinding tussen meester en medium wordt voordien in het hiernamaals al op volle kracht gebracht, zodat er op aarde niets kan tussenkomen.
Het zuivere doorkomen van de geestelijke boodschap van de meesters moet immers gegarandeerd kunnen worden, willen de meesters er zeker van zijn dat de mensheid hierdoor kan evolueren.

Het laatste menselijke medium van de Universiteit

Er is in een bepaalde tijd maar één vierdegraadsmedium nodig voor de hele mensheid, omdat de meesters door dit medium op ongefilterde wijze hun kennis kunnen doorgeven.
Bij Jozef Rulof wisten de meesters dat de mensheid als geheel de diepte van de doorgegeven kennis nog niet kon aanvoelen, maar ze gaven deze wijsheid door voor alle toekomende tijden.
Ze brachten door Jozef Rulof het allerlaatste op aarde: de beschrijving van de kosmische evolutie van onze ziel door alle tijden heen, van haar ontstaan tot aan haar bestemming, van de Albron tot in het Al.
Hoger gaan is op aarde niet meer mogelijk, dit is de wijsheid uit de vierde lichtsfeer, de geestelijke gevoelsgraad.
Dit is de verklaring op zielsniveau, de beschrijving van de werkelijkheid zoals de meesters die in de vierde sfeer zelf beleven, voor zover die in aardse woorden is uit te drukken.
Jozef Rulof reïncarneerde in de twintigste eeuw, omdat de mensheid toen zover gevorderd was dat een vierdegraadsmedium niet meer op de brandstapel belandde.
Bovendien was de Eeuw van Christus begonnen, waarin de verklaring van de boodschap van Christus op aarde zou komen, zoals Christus dat ooit beloofd had.
Na de laatste wereldoorlog was immers een tijd aangebroken, dat de ontvangen wijsheid niet meer door een wereldoorlog kon worden weggevaagd.
Nu konden de meesters in rechte lijn gaan bouwen aan de technische apparaten die het denken en leven van alle mensen op aarde definitief gaan veranderen, zoals het ultieme genezingsinstrument en het directe-stemapparaat.
De artikelen ‘evolutie van de mensheid’, ‘de Eeuw van Christus’ en ‘ultiem genezingsinstrument’ geven hier meer uitleg over.
Jozef Rulof was het laatste menselijke medium van de Universiteit van Christus.
Na hem komt er geen vierdegraadsmedium meer, omdat er geen hogere kennis meer door te geven is.
Zijn opvolger wordt geen ander menselijk medium, maar een technisch medium.
De meesters weten immers dat de via een menselijk medium doorgegeven wijsheid de wereld niet zal overtuigen van het leven na de dood en de kosmische evolutie van onze ziel.
Daarvoor is het bedrog van de charlatans te wijdverspreid.
Daarom brengen ze straks het directe-stemapparaat, het technische medium dat het contact tussen de aarde en het hiernamaals op wetenschappelijk controleerbare wijze zal vestigen.
Het artikel ‘directe-stemapparaat’ licht toe hoe dit technische apparaat definitief de mensheid zal kunnen overtuigen, waardoor alle mensen aan hun geestelijke bewustwording kunnen beginnen.
Tot zolang is de kosmische kennis in de boeken van Jozef Rulof er al voor de enkeling die de diepte van deze wijsheid aanvoelt als de universele waarheid.

Bronnen en verdieping