Geest en geestelijk lichaam

onze gestalte in het hiernamaals

In het hiernamaals hebben we een geestelijk lichaam dat kan lijken op ons aardse lichaam.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.

Gevormd naar ons gevoelsleven

Onze gestalte in het hiernamaals wordt gevormd naar ons gevoelsleven.
Voelen we ons nog zoals op aarde, dan zal ons geestelijke lichaam gelijkenis vertonen met het stoffelijke lichaam dat we op aarde hadden.
Hoe meer onbaatzuchtige liefde we voelen, hoe mooier, jonger en etherischer ons geestelijke lichaam zal worden.
Duistere gevoelens daarentegen kunnen het geestelijke lichaam vervormen tot onmenselijke gestalten.

Ziel, geest en stoffelijk lichaam

In de boeken van Jozef Rulof wordt onze diepere wezenskern niet aangeduid met de term ‘geest’, maar met de term ‘ziel’.
De ziel heeft in het hiernamaals een geestelijk lichaam.
Tijdens een leven op aarde heeft de ziel een aards én een geestelijk lichaam.
Op aarde is het geestelijke lichaam de tussenschakel tussen de ziel en het stoffelijke lichaam.
De ziel stuurt het stoffelijke lichaam aan via het geestelijke lichaam.
Bij het sterven treedt de ziel met haar geestelijke lichaam uit het stoffelijke lichaam.
In het hiernamaals heeft de ziel dan nog haar geestelijke lichaam om ervaringen te kunnen opdoen, om met anderen te kunnen communiceren, om zich op het geestelijke bestaansniveau te kunnen manifesteren.
Want de ziel op zichzelf heeft geen concrete vorm, zij is ijler dan het geestelijke lichaam.
We kunnen ook spreken van drie niveaus van verdichting.
De ziel is het ijlste, het minst verdicht.
Op het geestelijk niveau verdicht de ziel zich tot geestelijk lichaam, dat meer verdicht is en meer vorm heeft.
En op aarde verdicht de ziel zich via het geestelijke lichaam tot het stoffelijk lichaam, dat van de drie niveaus het meest verdicht, gevormd en tastbaar is.
Men spreekt ook over ‘geesten’ in het hiernamaals.
Een geest is dan in feite een ziel met een geestelijk lichaam.
Elke geest heeft voordien als mens op aarde geleefd.
Of anders gezegd: de ziel heeft zich bij het sterven met haar geestelijke lichaam uit het stoffelijke lichaam teruggetrokken.
Zij kan met haar geestelijke lichaam tijdens het aardse leven ook tijdelijk het stoffelijke lichaam verlaten tijdens een uittreding.

Geestelijk lichaam

Omdat de vorm van het geestelijke lichaam bepaald wordt door het gevoelsleven, verdwijnen de lichamelijke gebreken die een aantal mensen op aarde hadden.
De mens die op aarde een arm of been miste, ziet dit lichaamsdeel na het sterven als geestelijke arm of been terug.
Hierdoor kan hij in het hiernamaals snel overtuigd worden dat hij niet meer op aarde leeft.
De uiterlijke leeftijd van het geestelijke lichaam weerspiegelt het innerlijke niveau van liefde.
Hoe meer onbaatzuchtige liefde, hoe jonger het geestelijke lichaam eruitziet.
Zo kan iemand dertig jaar lijken, maar al honderden jaren in het hiernamaals vertoeven.
Maar iemand anders kan meer dan honderd jaar lijken, omdat hij weinig geestelijke liefde bezit.
Wanneer een bewoner van de lichtsferen in het hiernamaals naar de aarde gaat om een geliefde af te halen, kan hij zich op zijn eigen aardse leven concentreren en zijn geestelijke lichaam de laatste leeftijd laten aannemen die het had toen zijn geliefde hem kende.
Hierdoor kan hij door zijn geliefde herkend worden.
Om dezelfde reden kan hij zijn geestelijke lichaam die kleding laten dragen, die zijn geliefde op aarde zich herinnert.
Maar dat is alleen mogelijk wanneer hij de nodige geestelijke concentratie heeft.
Een bewoner van het hiernamaals die deze concentratie nog niet bezit, kan zijn leeftijd en kleding niet wijzigen.
Wanneer die bewoner zich nog aards voelt, zal zijn geestelijke kleding dit weerspiegelen.

Verwante artikelen

Dankzij ons geestelijke lichaam kunnen we na het sterven op aarde binnentreden in de lichtsfeer of de duistere sfeer waar we ons door onze graad van liefde op hebben afgestemd.
We kunnen als geestelijke persoonlijkheid tijdelijk ook in de ‘sfeer der aarde’ blijven, als een ‘geest op aarde’.
Al deze mogelijkheden worden ingeleid in het artikel ‘sferen in het hiernamaals’.

Bronnen en verdieping