Hersenen

denken niet zelf

Hersenen zijn de regelweerstand die het vormen van gedachten vanuit ons gevoelsleven op de juiste kracht reguleren.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.

Denken zonder hersenen?

In het boek ‘Zielsziekten van Gene Zijde bezien’ wordt een bijzonder geval van een schedeloperatie beschreven, waarbij de doktoren geen hersenen vonden.
De schedel was leeg, en wat hersenen hadden moeten zijn, was verdroogd.
Vanaf de geboorte had deze mens zonder die vitale organen geleefd.
Wellicht was er tijdens de vorming van de hersenen in de moederschoot iets fout gegaan, waardoor de hersenen niet gevormd werden.
Het frappantste was echter, dat hij een normaal leven had gekend, en dat hij even goed had kunnen denken als andere mensen.
Zijn gedachten waren even scherp, hij kon goed praten, er was in zijn doen en laten geen verschil met mensen die wel hersenen hebben.
Hij was er zich ook niet van bewust dat hij zonder hersenen dacht.
In het boek geeft de geestelijke leider van Jozef Rulof, meester Alcar, een geestelijk-wetenschappelijke verklaring voor dit verschijnsel.
Dit normale denken zonder hersenen is mogelijk wanneer het lichaam zich al vanaf het groeien in de moederschoot heeft kunnen aanpassen aan het ontbreken van de hersenen.
Dan kunnen de functies van de hersenen overgenomen worden door andere zenuwcentra.

Functie van de hersenen

In het artikel ‘van gevoel tot gedachte’ wordt beschreven dat gevoelens oorspronkelijker zijn dan gedachten.
Eerst bevoelen we iets, en daarna verstoffelijken we onze gevoelens tot gedachten.
Gedachten zijn een vormgeving van ons gevoel door middel van woorden.
Lichamelijk vertaalt dit zich ‘van zonnevlecht tot hersenen’.
In het artikel ‘zonnevlecht’ wordt beschreven dat onze gevoelens vertrekken vanuit de zonnevlecht ter hoogte van de maag.
Via deze zenuwvlecht gaan onze gevoelens naar ons zenuwstelsel, en in het zenuwstelsel wordt deze gevoelskracht voortgezet, zodat onze gevoelens ruimte krijgen, uitdijing, verstoffelijking.
Dankzij het zenuwstelsel kunnen we dus verstoffelijkte gedachten vormen, kunnen we gevoelens omzetten tot woorden.
De stroom gevoelens die vanuit de zonnevlecht ons zenuwstelsel binnenstroomt, vertegenwoordigt een bepaalde kracht, afhankelijk van de sterkte en heftigheid van onze gevoelens.
Het zenuwstelsel geeft deze kracht door, maar stopt die kracht niet.
Wanneer die gevoelskracht nergens in het lichaam geremd zou worden, zou die voortdurende kracht via het zenuwstelsel andere organen en weefsels kunnen beschadigen.
Daarom heeft het lichaam onze hersenen gevormd, om die gevoelskracht die door het zenuwstelsel stroomt, op te vangen en te neutraliseren.
De hersenen bieden voldoende weerstand aan die gevoelskracht, en zorgen er ook voor dat de juiste kracht doorgelaten wordt om bijvoorbeeld genuanceerd en beheerst te kunnen praten.
De hersenen geven dan de juiste gereguleerde kracht door naar de stembanden, zodat de geproduceerde klanken precies goed afgebakend zijn als aparte woorden met de juiste intonatie.

Prehistorie

Onze ziel heeft de hersenen als regelweerstand in de loop der tijden opgebouwd, die waren niet vanaf het begin zo sterk gevormd.
In de prehistorie blafte de mens nog, zoals nu een hond geluid maakt.
Er was toen nog geen menselijke concentratie op het gevoelsleven ingesteld, er waren ook nog niet voldoende hersenen gevormd om die stembanden genuanceerd aan te sturen.
Er waren toen nog niet meer hersenen nodig, omdat ook het gevoelsleven nog niet ontwikkeld was.
In vergelijking met de huidige mens had de prehistorische mens nog maar het begin van een gevoelsleven, en een paar hersenzenuwen waren al genoeg om dat gevoel op te vangen.
Naarmate de ziel tijdens haar levens op aarde meer gevoel verwierf, pasten de hersenen zich op het gevoelsleven aan, en werden ze groter en complexer.

Bronnen en verdieping