Wedergeboren opperpriester Venry

en Vader Taiti

Hoe kon de negentienjarige Venry de duistere magische krachten van de zeven meer ervaren hogepriesters in de Tempel van Isis overwinnen?
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
Symbolische voorstelling van de ingang van de Tempel van Isis, getekend door Rie Reinderhoff

De jongste opperpriester

Vierduizend jaar geleden werd priester Venry in de Tempel van Isis in het oude Egypte op negentienjarige leeftijd door de farao tot opperpriester van de tempel benoemd.
In het boek ‘Tussen Leven en Dood’ vertelt hij hoe hij op deze jonge leeftijd de hoogste wijsheid uit de geestelijke wereld naar deze tempel brengt.
Hoe krijgt hij dat voor elkaar?
De andere hogepriesters kunnen ook allen ‘uit hun lichaam treden’, en toch kunnen ze de geestelijke gaven van Venry niet evenaren, ondanks hun tientallen jaren beheersing van de magische wetten.
Ze weten dat een dergelijke hoogte alleen te bereiken is wanneer de ziel al vele vorige levens als priester de levenswetten heeft bestudeerd.
Daarom doorzoeken ze het onderbewustzijn van Venry naar deze levens.
Door hun helderziendheid zien ze vele vorige levens van Venry.
Toch kunnen ze de levens die ze zoeken, niet vinden.
Er is iets dat hen tegenwerkt, dat hebben ze nog nooit beleefd, normaal ligt elke ziel voor hen open.
De hogepriesters kijken naar elkaar en staan voor een groot raadsel.
Ook tijdens een eerder onderzoek door zijn aardse leraar Dectar waren die levens niet gevonden.
Priester Dectar is het vorige leven van Jozef Rulof in deze tempel.
Dectar had reeds een gevoelsverbinding met Venry opgebouwd in daarvoor liggende levens, maar toch kon hij die levens niet terugvinden in het onderbewustzijn van Venry.
Ook hij werd door iemand tegengewerkt, die hem in geestelijke krachten overtreft.
De hogepriesters doorzoeken nogmaals met al hun magische krachten de ziel van Venry, maar tevergeefs.
Venry weet waarom ze niet slagen in hun opzet.
Maar daar durft hij niet aan te denken, want dan zouden ze ontdekken wat hen tegenhoudt.
De hogepriesters kunnen immers alle gevoelens volgen die tot gedachten worden gevormd.
Wanneer de hogepriesters zich teruggetrokken hebben, kan Venry weer praten met zijn geestelijke leider, een vader van hem uit een vorig leven.
Deze leider uit het hiernamaals heeft tijdens het onderzoek de belangrijkste vorige levens van Venry verborgen gehouden.
Hij weet dat de hogepriesters anders Venry zouden vernietigen, want zij zijn uit op het behouden van hun macht over de tempel.
Venry verneemt dat hij samen met zijn geestelijke leider de grote taak heeft om deze tempel te zuiveren van de duistere krachten waarmee de hogepriesters alle goedwillende priesters in hun macht houden.
Deze grote taak zullen ze volbrengen door een hogere wijsheid uit het hiernamaals op aarde te brengen, een wijsheid die de kennis van de hogepriesters overvleugelt.

Nieuwe kennis over de reïncarnaties van de ziel

Om deze nieuwe kennis door te geven, treedt Venry uit zijn lichaam en stelt hij zich open voor zijn geestelijke leider in het leven na de dood.
Zijn leider laat hem eerst verschillende soorten duisternissen beleven.
Op aarde kent Venry de duisternis van de nacht.
Buiten zijn lichaam leert hij de duistere sferen kennen, die opgebouwd worden door afbrekende gevoelens van haat, hartstocht en geweld.
Zijn leider vertelt dat deze werelden eens zullen oplossen, wanneer allen een liefdevol leven gaan leiden.
Dat is nieuw voor Isis, omdat de hogepriesters zich nooit hebben opengesteld voor de leiding van een hogere lichtgeest.
Op eigen kracht kunnen ze helderziende wel de duistere sferen waarnemen, maar ze kunnen niet voelen dat die werelden eens zullen oplossen.
Vervolgens voert zijn leider hem naar de duisternis van de ziel die wedergeboren zal worden.
In de ‘wereld van het onbewuste’ heerst ook duisternis, omdat de ziel alle belevenissen van het vorige leven loslaat en in een diepe slaap terugzinkt.
En dan krijgen de hogepriesters weer totaal nieuwe wijsheid te verwerken: elke ziel incarneert in mannelijke én vrouwelijke lichamen.
Alleen in het moederorganisme beleeft de ziel als moeder het groeien en geboren worden van het nieuwe leven.
Wanneer de ziel alleen maar mannelijke lichamen zou bewonen, zou de ziel slechts de helft van de schepping ervaren en zich eigen kunnen maken.
Dan zou de ziel nooit alle levenswetten bewust in zich voelen.
Die kennis druist in tegen de ijdele opvattingen van de hogepriesters, die geloven dat ze als man alle levenswetten kunnen zien en voelen, en dat ze daarvoor niet als vrouw hoeven te incarneren.
Bovendien wijst de leider van Venry hen erop dat ze als ongehuwd priester geen enkele ziel de kans geven om te reïncarneren, en dat ze hiermee een doodlopend pad bewandelen.
De leider van Venry beseft dat hij hiermee de hogepriesters tegen de haren instrijkt, maar hij geeft zijn kennis door voor de toekomst waarin men de geestelijke hoogte van deze nieuwe wetten zal kunnen aanvoelen.
Daarom brengt hij Venry ook in de allereerste duisternis waaruit de ziel en al het leven in het heelal geboren is.
Hij laat Venry beleven hoe de ziel ontstaan is, en hoe de ziel in miljoenen levens de huidige menselijke gestalte heeft opgebouwd.
En tenslotte geeft hij ook door dat de priesters zich beter kunnen richten op één God van liefde, in plaats van op de vele goden die het oude Egypte inmiddels rijk is geworden.
Dat godendom is ontstaan door een verkeerd begrip van de gevoelsverbinding die vroegere begaafde priesters hebben beleefd.

Vader Taiti

Nadat hij Isis op zijn grondvesten deed daveren, voert de leider van Venry hem naar het belangrijkste leven dat hij voor de hogepriesters verborgen heeft gehouden tijdens hun onderzoek van het onderbewustzijn van Venry.
Dat is het leven van de opperpriester Vader Taiti in een tempel in China.
Venry treedt uit zijn lichaam en zweeft naar China.
Hoe dichter hij het land nadert, hoe duidelijker de persoonlijkheid van dat leven in zijn bewustzijn naar boven komt.
Hij begint te voelen en te denken als toen, hij kan zelfs de taal spreken die hij in dat land geleerd heeft.
Alles wat tot deze persoonlijkheid behoort, keert bewust in hem terug.
In China ziet hij dat hij als Taiti door zijn uitgebreide kennis van de magische wetten een enorme macht had opgebouwd in zijn tempel.
Toen gebruikte hij die kennis echter nog niet voor geestelijke evolutie.
Er was toen een andere hogepriester die uit was op zijn macht en op zijn geliefde, en die trachtte zijn geliefde te vermoorden.
Maar Taiti was sterker en bracht de hogepriester op de brandstapel.
Taiti had toen nog geen hoge gevoelsgraad, hij gebruikte zijn kennis van de magische wetten voor macht en wellust ten koste van het leven van anderen.
Nu beseft Venry dat hij juist door het beleven van die verkeerde daden toen, ontwaakt is, omdat hij daarna voelde dat het zo niet moest.
Door zijn moorden voelde hij dat hij in disharmonie met vele zielen was gekomen, en dat hij aan die zielen zou moeten goedmaken om deze disharmonie kwijt te geraken.
Zo heeft hij geleerd dat iedere verkeerde daad toch het hogere gevoel in zich heeft en de ziel daardoor naar het hogere voert.
Hij voelt nu dat hij alleen geestelijk kan groeien door de dienende liefde.
In China leefde hij samen met zijn tweelingziel Lyra, maar na dat leven besefte hij dat ze door hun moorden weer uit elkaar zouden moeten gaan, om aan die vermoorde mensen in volgende aardse levens goed te maken.
Hij voelde dat hierdoor zijn tweelingziel in die komende levens aan anderen zou toebehoren aan wie ze moest goedmaken.

Zuivering van de Tempel van Isis

Het hogere bewustzijn dat door wroeging in Taiti was gekomen, is in het leven als Venry de stuwing om de Tempel van Isis te zuiveren van de duistere krachten.
Door zijn gevoel om goed te maken overwint hij zijn haat en dient hij in zijn leven als Venry de meesters van het licht, in plaats van zijn eigen wellust en macht.
In het leven van Venry ziet hij zijn tweelingziel Lyra terug, zij is priesteres in de Tempel van Isis.
Hun beider leven daar is gericht op de taak van Venry, en daarvoor leven ze weer dicht in elkaars buurt, om elkaar te kunnen steunen.
Pas na dit leven en alle volgende levens van goedmaken zullen ze als tweelingzielen eeuwig bij elkaar kunnen blijven.
Zijn uitgebreide kennis van de magische wetten maakt hem geschikt voor het zuiveren van de Tempel van Isis.
Alleen hierdoor kan hij het opnemen tegen de hogepriesters, die net zoals Taiti vroeger, hun priesterschap misbruiken voor het bevredigen van hun eigen hartstocht.
Met de hulp van zijn leider brengt hij licht in de duisternis en geeft de tempel nieuwe wetten die gebaseerd zijn op de geestelijke liefde.
Zo begint hij voor zijn ziel de geestelijke schaal in evenwicht te brengen.
Maar nog vele volgende levens zijn nodig om meer licht en bewustzijn op aarde te brengen, dan de duisternis en de afbraak die hij in zijn vorige levens heeft geschapen.
Daarna pas zal hij met een rein gevoel van de aarde afscheid kunnen nemen.

Goedmaken

Het zuiveren van de Tempel van Isis is nog maar het begin van het goedmaken.
Venry voelt nu de stuwing om goed te maken aan elke ziel die hij ellende heeft gebracht.
Dat leidt hem naar alle volkeren op aarde, naar alle uithoeken op de wereld.
Steeds opnieuw wordt hij op aarde geboren, totdat er op aarde geen zielen meer zijn waaraan hij heeft goed te maken.
In al die levens zoekt hij naar de ware liefde, die diep in zijn ziel leeft als herinnering aan het samenzijn met zijn tweelingziel Lyra.
Steeds smacht hij naar begrip en liefde, maar waar hij ook leeft, nergens vindt hij die liefde.
De verbintenissen in die levens zijn het gevolg van wat hij in vorige levens veroorzaakt heeft.
In zijn persoonlijkheid leeft het onbevredigende gevoel dat hij niet vindt wat hij zoekt, en hij gaat zich steeds meer afvragen ‘waarom en waarvoor’ alles in zijn leven gebeurt zoals het gebeurt.
Met deze gevoelens wordt hij voor de laatste keer op aarde wedergeboren als ... Alonzo.
In het artikel ‘Alonzo vraagt waarom’ is beschreven hoe zijn levens als Taiti en Venry de omstandigheden hebben gekneed die zijn laatste leven op aarde vorm zullen geven.

Bronnen en verdieping