Het mediumschap van Jozef Rulof -- Bronnen

Bronteksten uit de boeken van Jozef Rulof bij het artikel ‘het mediumschap van Jozef Rulof’.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
Deze bronnen veronderstellen de voorafgaande lezing van het artikel ‘het mediumschap van Jozef Rulof’.

Graden van mediumschap

De gevoelsgraden bepalen ook de graad van het mediumschap, want alleen het medium dat op de lichtsferen is afgestemd kan door de meesters opgetrokken worden:
De zeven gevoelsgraden aan deze zijde zijn in alle opzichten beslissend voor de geestelijke gaven, waarvan gij u als medium de hogere lichtende graden heeft moeten eigen maken, of gij zijt niet op te trekken in onze wereld.
Geestelijke Gaven, 1943
Daarom is er zowel geestelijke als voordierlijke helderziendheid:
We leren dus ook voor deze gave de graden kennen.
Voor de helderziendheid gelden zeven graden, die we terugvinden in de menselijke afstemming en voordierlijk, dierlijk, grofstoffelijk, stoffelijk en geestelijk kunnen zijn.
Elk mens vertegenwoordigt de eigen levensafstemming en die wijst aan in welke graad het innerlijke leven leeft.
De helderziendheid kan dus voordierlijk zijn en tevens gééstelijk, doch dan is de helderziendheid een gave en in onze handen.
De mens bezit als het dier de stoffelijke helderziendheid en denkt nu geestelijke gaven te bezitten, wat evenwel niet mogelijk is.
Geestelijke Gaven, 1943
Het verhogen van een gevoelsgraad vraagt vele levens:
Mij gaat het om u aan te tonen, hoe u aan uw gevoelsleven zijt gekomen, dat u geschikt maakt om voor onze wereld als medium te dienen.
Indien u het antwoord wilt weten, zo raad ik u aan uw eigen leven te volgen.
De mediamieke sensitiviteit is ’n kostbaar bezit, dat pas na het beleven van vele levens verkregen kan worden.
De ziel beleeft in al die levens de occulte wetten en in één leven zal zich het verkregen gevoel voor ons leven openbaren.
Uit dat gevoelsleven putten wij als astrale wezens.
Wij geven aan u ons gevoel terug en nu manifesteren zich de gaven, die wij steeds in eigen handen houden.
Hoe ontzettend moeilijk alles is, kan het Oosten u aantonen.
Het bewustzijn der aarde wordt moeizaam verkregen.
Om iets van dat leven te maken, het tot een wonderschoon gedicht te berijmen, zodat gij voelt, dat uw leven diepte heeft gekregen, kan slechts door leed en smart geschieden.
Geestelijke Gaven, 1943
Het gevoel is niet te koop:
U kunt voor de waarheid uitkomen: wat anderen tot stand kunnen brengen, lijkt voor u ongelooflijk.
Gij hebt dat eerst te leren.
Dit is het verkregen bewustzijn, dat het andere leven toebehoort.
Duidelijk gezegd: het gevoel van anderen is niet te koop!
Iedereen weet dat op aarde en toch grijpen mensen naar de geestelijke kostbaarheden die tot onze wereld behoren, waarvoor geleden en gestreden is en waardoor het leven bewustzijn verkreeg!
Geestelijke Gaven, 1943
Gevoel is ook niet te ontvangen:
Voor de wetenschap, vermeldde ik reeds, heeft de ziel deze eigenschappen meegekregen, voor ons leven zijn het de astrale wetten, het bewustzijn van deze ziel.
Zij heeft zich deze gevoelskracht door vele levens op aarde eigen mogen maken.
Of veronderstelt u, dat ik u voor de aardigheid de astrale gevoelsgraden verklaarde?
Gij zoudt u zelf niet hebben begrepen.
Die gevoelsgraden hebben geestelijke en astrale betekenis.
Dat geestelijke, wil zeggen en aantonen, dat gij nog op aarde leeft.
Voor onze wereld zijn deze graden astraal, wij hebben het stoffelijke leven verlaten.
Deze graden gaan sterk opwaarts gericht, bewust voelend het leven waarnemen en worden het bezit van de mens.
Door ondervinding is het leven aan deze zijde zover gekomen en dat geldt tevens voor u op aarde, met dat verschil, dat ze voor u geestelijk én stoffelijk zijn.
De persoonlijkheid kreeg er gestalte door, doch de ervaringen bouwden deze persoonlijkheid op.
Geestelijke Gaven, 1943
Het verwerven van gevoel vraagt de nodige inzet:
De val van uzelf en het inzinken van de persoonlijkheid in het dagelijks leven wijst u de weg naar deze ontwikkeling.
Gaan er niet tal van levens te gronde, omdat het te pletter lopen moet aanvaard worden?
Is het leven op aarde zó nietszeggend, zó nietswaardig eenvoudig, dat elkeen zich geestelijke gaven eigen maken kan, zich de gaven van anderen kan toeëigenen?
Geestelijke Gaven, 1943
Voor astrale gaven is het nog een heel ander verhaal:
Ik spreek nu niet over de astrale gaven, want die liggen niet in uw bereik, hoewel tal van mensen ze zich toegeëigend hebben, waardoor ze ons leven bezoedelen en versjacheren.
Dit is het hoofdzakelijk, waarom de meesters ons naar de aarde zenden, om u van de geestelijke gaven te overtuigen, opdat gij gereed zult zijn om deze mensen te kunnen opvangen.
Nu spreek ik nog niet eens over de wetten van ons leven, waardoor de geestelijke gaven het eigen bestaan kregen, maar waar niettemin naar gegrepen wordt, als naar het nietige kleinood, of naar de speelbal van uw kind.
Wat zijn dit voor mensen, die angst noch beven voelen, maar bewust zichzelf tot geestelijke dieven verlagen?
Op onze weg zullen wij hen ontmoeten, wij krijgen volop gelegenheid hun duister bestaan te controleren.
Die mensen denken het gevoel voor de geestelijke gaven te bezitten, ze beleven echter slechts hun eigen fantasie, willens en onwillens, en hebben geen begrip van het kwaad dat zij eigenlijk doen.
Geestelijke Gaven, 1943
Iedereen kan zich gevoel eigen maken door inzet:
Als mens hebt gij voor de gaven tal van levens beleefd, want God heeft u het gevoel ervoor niet geschonken.
In onze onmetelijkheid is er geen onrechtvaardigheid.
Iedere ziel kan zich het gevoel ervoor eigen maken, doch voor alles moet het eigen leven ingezet worden, het geestelijke geschenk is té kostbaar.
U bent hiervoor gegaan door de duisternis, van Tempel tot Tempel, waardoor uw innerlijke leven de fundamentele ondergrond heeft geschapen voor de geestelijke gaven, dat thans het gevoelsleven is waarin gij leeft.
Voor u is dit nu het onderbewustzijn, waarover zoveel geschreven en gesproken is en waar men toch heel weinig van kent, maar waaruit wij soms putten, om u in ons leven te kunnen optrekken.
Hoe dit onderbewustzijn gestalte heeft gekregen zult gij leren kennen en het grote wonder ervan bewonderen.
Gij zult vooral beleven, hoe wij dit onderbewustzijn voor de gaven moeten afsluiten, willen wij ongestoord tot u komen om onze gedachten aan u door te geven.
Uw dagbewuste ik wordt erdoor beïnvloed en soms weer volkomen uitgeschakeld, wat wetten zijn en graden betekenen voor de occulte verschijnselen – uw dagbewustzijn, zei ik zo-even, wordt erdoor beïnvloed, doch uw persoonlijkheid is het vooruitstrevende deel dat deze gevoelskracht vertegenwoordigen moet.
Geestelijke Gaven, 1943
De hoeveelheid gevoel die men zich in één leven eigen maakt, is meestal niet zo groot:
De vraag, hoeveel gevoel men zich in één aards leven eigen kan maken, is door uw geleerde vast te stellen noch te berekenen.
Uw wetenschappelijk onderlegde psycholoog kan deze diepte niet peilen, temeer niet, daar hij een bewust voortgaan na de dood nog steeds niet aanvaardt.
Wij aan deze zijde zeggen u, dat gij in één leven soms meer afbreekt dan opbouwt.
En dat nog wel willens en onwillens, bewust en onbewust, waarvan het bewuste handelen de persoonlijkheid breekt.
Het afdalen in een duistere sfeer staat u dan te wachten, en niemand anders dan gijzelf heeft daaraan schuld.
Geestelijke Gaven, 1943
Voor het mediumschap is in eerste instantie een grote mate van liefde belangrijk:
In uw onderbewustzijn liggen eigenschappen, die direct op de geestelijke gaven afstemming vinden, doordat ze tot de liefde behoren.
Hoe meer liefde gij dus bezit, des te eerder staat gij voor ons leven open, want wie geen liefde bezit, is niet te bereiken.
De duistere afstemming van ons leven heeft u niets te zeggen en dat is voor u op aarde al precies hetzelfde.
Ook hierin is er geen pardon!
Geestelijke Gaven, 1943
Het gaat om het willen dienen:
De tweede vraag luidt: Hoe is uw leven ingesteld ten opzichte van Gene Zijde?
Is het gevoel in u om te willen dienen?
Het liefdesprobleem overheerst ook hierin de persoonlijkheid, het willen dienen uit het bewuste sensatiegevoel sluit u volkomen voor deze wereld af.
Hoe is uw geloof?
Is er twijfel in uw innerlijk leven?
Dit zijn eigenschappen, die regelrecht met ons leven in verbinding staan en het optrekken in onze wereld bespoedigen of grotendeels vernietigen, zodat wij onze machteloosheid moeten aanvaarden.
Geestelijke Gaven, 1943
Voor het mediumschap is een afstemming op de eerste lichtsfeer noodzakelijk:
Heeft uw gevoelsleven afstemming op de eerste sfeer?
Dat betreft eigenschappen, die uw psycholoog ten opzichte van onze wereld niet peilen kan, doch die voor ons levensgraden betekenen.
Geestelijke Gaven, 1943
Aan het handelen, voelen en denken is de gevoelsgraad vast te stellen:
Hoe uw geestelijke afstemming op aarde is kunt gij aan uw eigen leven vaststellen.
U hebt op één van deze graden uw afstemming verkregen en wel op de voordierlijke, dierlijke, grofstoffelijke, stoffelijke of geestelijke graad, uw hel of hemel aan deze zijde.
Aan al uw daden, uw voelen en denken ziet ge uw leven voor u, gij weet bijvoorbeeld zeer zeker, of gij waarachtige liefde bezit.
Aan deze zijde kunt ge uw eigen leven afwegen, doch tijdens uw aardse leven ziet gij uzelf daarin geplaatst, uw leven toont het u.
Zoudt ge dit niet de moeite waard vinden, nu gij weet, dat uw leven tijdelijk is?
Het medium staat voor deze graden en het eigen leven, nú moet dit leven willen dienen.
Iedere mens bezit eigenschappen, die met de hellen en de hemelen in verbinding staan en waarvan de lagere eigenschappen overwonnen moeten worden, wilt gij als medium kunnen dienen.
Deze eigenschappen vertegenwoordigen u aan deze zijde en houden de persoonlijkheid gevangen of voeren u geestelijk opwaarts.
Nu is iedere karaktertrek een wereld, een sfeer in ons leven, een hel of hemel in het leven na de dood.
Geestelijke Gaven, 1943
Voor het opbouwen van het mediumschap zijn vele levens noodzakelijk:
In mij is het verlangen u aan te tonen, dat er vele levens nodig zijn, voordat ge een geestelijke graad hebt bereikt.
Honderden levens hebt ge te beleven voordat het mediumschap u toebehoort, wilt ge gereed zijn voor de mediamieke gaven.
Voor ons is het dan mogelijk om u door de verschillende mogelijkheden van de communicaties in ons leven op te trekken.
Geestelijke Gaven, 1943
Wie die vele levens niet heeft volbracht, kan geen mediumschap bereiken maar het zich wel onrechtmatig toe-eigenen:
Velen hunkeren naar de geestelijke gaven en zijn toch nog niet zover gekomen en eigenen zich nu de gaven maar toe.
Zijn deze mensen niet tegen te houden, dan bezoedelen ze ons leven en leeft Gene Zijde in hun fantasie, is hetgeen u verteld wordt, in hun eigen brein ontstaan.
De levensgraden roepen hun het halt toe en onze wereld is voor hen niet te bereiken.
Geestelijke Gaven, 1943
Wanneer men nog niet afgestemd is op de lichtsferen, kan de persoonlijkheid geen direct aanvoelen beleven:
Indien uw karaktereigenschappen de geestelijke sensitiviteit niet bezitten, is er door Gene Zijde niets te bereiken, uw persoonlijkheid weigert te beleven, zodat er van geestelijk éénzijn geen sprake is.
Geestelijke Gaven, 1943
Voor het loskomen van de stoffelijke gerichtheid is het geven van liefde onontbeerlijk:
Volgens de wetten van ons leven is uw aardse leven af te wegen en daarenboven vast te stellen hoe uw geestelijke afstemming is.
Kunt ge liefde geven en bent u in staat heel ernstig aan u zelf te werken, dan treedt ge vanzelf een hogere graad binnen, wanneer uw einde gekomen is en de ziel het wederkeren tot God in eigen stadium beleeft.
Wilt ge geen tijd verliezen, oprecht uw geestelijk heil vertegenwoordigen, dan móógt ge geen seconde stilstaan op deze weg, die ingeslagen is om los te komen van al de stoffelijke wetten, die uw leven aan de aarde hebben gebonden.
Zeker is het de moeite waard om het beste van uw leven hiervoor in te zetten.
Na de dood bezit gij uw eigen Koninkrijk Gods en staan de lichtende sferen, hemelen, voor u open.
Hiervoor hebben wij in ons leven alles van onszelf ingezet, doch wij leerden daarenboven de astrale wetten kennen, waarvan de reine geestelijke liefde ons leven heeft gezegend.
Geestelijke Gaven, 1943
Door het verlangen om in contact te komen met het hiernamaals, beantwoordt men zelf de eigen vragen:
Indien u al deze eigenschappen overwonnen hebt op aarde, is dat het gevoelsleven wat afstemming heeft op de geestelijke gaven en kunt ge als medium dienen.
Het geloof en de liefde, het grote verlangen om met onze wereld in verbinding te mogen zijn, doet velen denken, dat de geestelijke gaven hun geschonken kunnen worden.
Als nu het eeuwige leven vanuit het onderbewustzijn tot het dagbewuste ik spreekt, geschiedt dit zonder dat dit zieleleven er een ogenblik besef van heeft tot zichzelf te spreken.
Het antwoord komt, de gestelde vraag treedt vanuit het onderbewuste tevoorschijn en vertelt nu over het leven na de dood.
Beangstigend is dit vragen en het zélf beantwoorden van deze verlangens.
Onrijp voor deze diepe wetten beleeft het zieleleven zichzelf, en staat tevens voor de krankzinnigheid.
Het nietige gevoel, dat deze ziel op de drempel bracht naar de geestelijke gaven, is niet voldoende om daadwerkelijk te kunnen deelnemen aan ons werk, hoe gaarne deze zijde het ook zou willen.
Geestelijke Gaven, 1943
Wie medium wil zijn, sluit zich door dit willen al af:
Hierdoor ontvang ik de mogelijkheid u aan te tonen, dat een medium, dat zoekt, stilstaat in ontwikkeling.
Het Oosten en het Westen hebben deze wetten te aanvaarden.
Beide mediums verlangen, zoeken naar een geestelijk contact en dienen nu zichzelf!
Geloofwaardig wordt dit, als wij zien, dat het medium leeg moet zijn, willen wij bezit kunnen nemen van dit leven, om te voorkomen dat de bewust ingestelde persoonlijkheid ons overheerst, want nu treedt het grote verschil aan de dag: het Oosterse medium studeert en het Westerse kan alléén ontvangen, als het zich de gave tenminste niet toe-eigent.
Door die wilsuiting sluiten ze zich voor het hoger bewuste leven af!
Geestelijke Gaven, 1943
De Oosterling wil verschijnselen beleven, de wetten overwinnen van het organisme, waarna de geestelijke graden volgen.
De geestelijke yogi volgt de astrale weg en naast hem leeft de ingewijde, beide wezens sluiten zich voor de zwarte magie af.
Het Westerse medium tast nu in het duister en klampt zich aan de geestelijke gaven vast en beleeft nu zijn eigen-ik zijn, want geesten van licht kunnen hem niet bereiken.
Het geestelijke dienen treedt eerst dan naar voren, wanneer deze mensen buiten het eigen verlangen om toch verschijnselen beleven, die astraal het innerlijke leven overheersen.
De verschijnselen zélf stellen vast uit welke graad van het leven ze komen en welke persoonlijkheid ze vertegenwoordigen.
Spoedig is vast te stellen, hoe deze geestelijke verlangens uw leven beïnvloeden en nu leert ge hoog en laag, de duisternis of het licht kennen.
Nu spreekt Gene Zijde, dat uw leven kan opvoeren, of verlagen.
Alleen de ingewijde in het Oosten staat voor ons leven open, doch nu deze mens alle inwerking van buitenaf niet aanvaarden wil, kunnen meesters uit ons leven geen contact tot stand brengen.
Geestelijke Gaven, 1943
De Oosterling nu komt niet boven zijn eigen bewustzijn uit, alleen de Westerse mediums is dat te schenken, omdat zij zich voor onze wereld openstellen.
Geestelijke Gaven, 1943
De Oosterling, die niet leeft volgens de geestelijke wetten en toch iets wil bereiken, rest, zoals ik al eerder opmerkte, nog alleen de zwarte magie, waarmee onze wereld niet te maken wil hebben.
De Oosterling leert zich instellen op het occulte leven, zijn concentratie wordt door deze studie krachtiger, maar dit is toch niets anders dan het beleven van de fysische wetten.
De priesters leren hem, hoe hij zich moet openen.
Ook leert hij zich splitsen en een tweede ik opbouwen, doch desondanks komen leraar en leerling niet boven het eigen bewustzijn uit, en het bewustzijn houdt de ziel als de astrale persoonlijkheid gevangen.
Deze mensen behoeven niet op geestelijke hulp te rekenen, omdat Gene Zijde weet, dat zij zichzelf zoeken.
Van direct geestelijk contact is dan geen sprake.
De Oosterling is evenwel door zijn natuurlijk instinct uitnemend in staat het occultisme te leren kennen, zijn gevoelsleven drijft hem in die richting, wat het grote aantal occultisten in het Oosten verklaart.
Ik zei u echter: de Oosterling zoekt zichzelf, hij stelt zich voor een studie open, terwijl het Westerse medium juist dienen wil.
Het gevolg is, dat de Oosterling zich de occulte wetten eigen maakt, maar het Westerse medium geestelijke wijsheid ontvangt.
Het machtige verschil tussen beide instrumenten.
Ook treedt naar voren, dat het Oosterse medium nimmer ontvangen kan, wat het Westerse instrument door Gene Zijde ontvangt.
Immers wij van Gene Zijde zijn volkomen los van de stoffelijke wereld, maar het Oosten leeft hierin en heeft er rekening mee te houden.
Gene Zijde dringt door alle astrale wetten heen, terwijl het Oosten zich eerst van het stoffelijke leven moet losmaken en het geheel overwinnen, omdat pas daarna de occulte wetten kunnen worden beleefd.
In ons leven hindert geen wet het geestelijke bestaan, als wij maar in harmonie zijn gekomen met de graad van leven in deze wereld.
Hierdoor staat vast, dat het Westerse medium, hetwelk in handen is van Gene Zijde, hoger komt dan het Oosterse instrument in handen van zijn priester-leraar.
De Oosterling leert wetten kennen, het Westerse instrument geestelijke wijsheid.
De laatste ontwaakt hierdoor, en velen met hem, terwijl daarentegen het Oosterse medium in zijn leven stilstaat.
Geestelijke Gaven, 1943
Ook in het Westen willen vele mensen de geestelijke gaven bezitten:
Het nuchtere Westen kent eveneens geen gebrek aan charlatans die de geestelijke gaven willen bezitten.
Indien er van geestelijk contact geen sprake is, eigenen deze lieden zich de gaven maar toe en spelen voor medium.
Ze leggen de kaart, psychometreren voor u, maar vertegenwoordigen leugen en bedrog.
Meestal denken deze mannen en vrouwen dan nog dat zij onze wereld dienen, geven geestelijke boodschappen aan hen die zoekende zijn en bemodderen nu onze wereld, bezoedelen de geestelijke gaven en hebben geen ontzag voor al onze heiligheid.
Maar thans is het zover, dat Gene Zijde zal spreken en u hen leert kennen.
Geestelijke Gaven, 1943
Die mensen werken alleen door het telepathische aanvoelen:
Het Westerse medium op eigen kracht kan alléén voelen, zoals tevens iedere hond en kat dit vermogen bezit, en hiermee tracht hij in uw leven te schouwen.
Het is het peilen van uw levensgraad, uw gevoelsleven, en hij zuigt nu datgene in zich op, wat door de telepathische overdracht tot hem komt.
Zijn psychische vermogens hebben voor onze wereld geen betekenis.
Op onze weg krijg ik volop gelegenheid het u aan te tonen.
Geestelijke Gaven, 1943
Om dit alles te overzien, moeten alle graden ontleed worden:
Na dit alles moet het u duidelijk zijn, dat op aarde al deze gevoelsgraden vertegenwoordigd zijn.
Wij moeten alle wetten en graden volgen en ontleden, zo u een duidelijk beeld wilt krijgen van het hedendaags Westers occultisme.
Nu de mensheid voor het geestelijk ontwaken staat, komt Gene Zijde naar de aarde en werpt het krachtige licht uit het leven na de dood over al deze goddelijke wetten, die door u als mens beleefd moeten worden.
Daarenboven zullen wij tezamen het Oosten en het oude Egypte volgen, vergelijkingen maken met uw eigen levensgraad en wettelijk vaststellen wat mogelijk is en dan datgene controleren, wat tot het bedrog behoort.
Geestelijke Gaven, 1943
De meeste mensen beleven de eerste drie gevoelsgraden:
Uw schilder bezit drie graden, waarin hij het hoogste voor de aarde beleven kan, en dit geldt tevens voor alle andere kunsten, voor wetenschap en voor sport.
Ja, zelfs uw dieven en andere individuen uit de onderwereld bezitten deze graden, want ik vertelde u reeds dat ze voordierlijk, dierlijk, grofstoffelijk, stoffelijk en geestelijk zijn.
Al deze graden worden door miljoenen mensen vertegenwoordigd.
Geestelijke Gaven, 1943
Het hoogste mediumschap kan pas in de vierde graad bereikt worden:
Wie dat kan, is voor ons leven te bereiken, doch voor de occulte gaven is eerst de vierde graad welsprekend, een dergelijk medium leeft in de handen van een geestelijk meester.
De vierde graad van het gevoelsleven staat boven elke aardse kennis en is nu voor honderd procent bovennatuurlijk.
Zij, die als medium in deze toestand dienen, brengen vreugde in uw hart, vertegenwoordigen de lieflijkheid van de sferen van licht en zijn gewend om te spreken in trance, te tekenen en te schilderen, ook al hebben wij de gaven in eigen handen.
Nu zijn wij in staat het aardse gevoelsleven geheel onschadelijk te maken, schakelen iedere stoffelijke en geestelijke stoornis uit, welke de instrumenten ons denken te schenken, maar waarvan wij de vertroebeling niet wensen.
Ons levensbewustzijn staat borg voor een goed verloop, de samensmelting van beide levens is natuurlijk en volkomen, wat alleen het geval kan zijn als het medium niet zichzelf zoekt.
Eerst nu kan er door Gene Zijde geschilderd en getekend worden, omdat het menselijk gevoel in dat van de geest oplost.
We voorkomen iedere eigen uiting van het medium of de kunst krijgt stoffelijke belichting, stoffelijke bezieling, het medium denkt dan zelf!
De dierlijke en de grofstoffelijke graden voor het menselijke gevoelsleven hebben dus voor de geestelijke gaven geen betekenis, omdat deze mensen het aardse leven zoeken.
Ze staan voor de geestelijke gaven niet open.
Zei ik u niet in mijn beschouwingen, dat u de liefde moet bezitten voor ons leven en zou moeten dienen?
Het bewustzijn dat het stoffelijke leven zoekt, kan niet dienen, net zomin als de spiritistische charlatans, die zichzelf ten tonele voeren, de dood niet kennen en zich kapotmaken.
Geestelijke Gaven, 1943
Jozef Rulof leefde in de vierde graad van het gevoelsleven:
Het medium, dat dit werk moet verrichten, leeft in de vierde graad van het gevoelsleven en is in onze handen.
Geestelijke Gaven, 1943
Een medium van de derde graad is nog stoffelijk ingesteld en daardoor beperkt:
De derde graad kan instorten, voor de vierde graad is dat niet meer mogelijk.
Een derde-graadmedium valt, doordat de eigen verlangens naar voren treden, waardoor dit leven zich bewust uitschakelt.
Geestelijke Gaven, 1943
Het schouwen in het hiernamaals vereist de hulp van meesters:
Het gevoelsleven speelt dus een grote rol in al de geestelijke gaven en dat hebt ge als mens in handen.
De gave leeft in de ruimte en is in onze handen.
Op eigen kracht dringt niemand door tot de astrale wetten; uw aardse bewustzijn roept u het halt toe.
Het helderziende medium komt tot ons en wij tot hem, waarop de geestelijke eenheid wordt beleefd.
Ook de ziener in de vierde graad is niet in staat om op eigen kracht te zien.
De vijfde graad zou dat wel kunnen, maar die is weer niet van de aarde te beleven of de meester van deze zijde moet een grote taak voor de aarde hebben te volbrengen.
Als dat zo is, kan zelfs de zevende graad worden beleefd, maar dat behoort tot het bovennatuurlijk waarnemen en is tevens kosmisch diep.
Geestelijke Gaven, 1943
Het medium van de vierde graad kan zich de astrale wijsheid zelf ook eigen maken:
De ziener voor geestelijke boodschappen en het genezen overwint nu bewust zijn eigen slaap, want hij gaat door de helderziendheid tevens door de stoffelijke slaap, maar nu bewust.
Hij is en blijft dus wakker.
Die graden en wetten moeten wij overwinnen, anders zou een instrument nimmer van het eigen denken en voelen los te maken zijn en zou er van geestelijke helderziendheid geen sprake meer zijn.
In dat korte ogenblik, die tien seconden, dat het medium een boodschap opvangt, beleeft het instrument toch tal van astrale wetten, die alleen door een astraal meester tot stand kunnen komen.
U ziet het thans: op eigen kracht komt nimmer ’n mens hier doorheen, die wetten moeten toch, hetzij bewust, hetzij onbewust beleefd worden.
De meester trekt het medium door de slaap heen naar het geestelijke ontwaken, waarna eerst de totstandkoming van hun eenheid volgt.
Dit moet bereikt worden, of het medium komt nimmer op deze hoogte.
Eerst dan spreekt de sensitiviteit, buiten deze gevoelskracht om is er niets te beleven.
De ziener in de derde graad is nog steeds niet in staat achter de sluier te zien, dat kan alleen de vierde graad.
De derde graad ontvangt hierdoor, maar de vierde graad beleeft, en dit geestelijke verschil is enorm.
De derde graad kan u niets vertellen van het beleven, deze graad kent de wetten niet, ook al worden die wetten door het gevoelsleven beleefd; dit ondergaan is toch nog steeds onbewust voor het instrument.
De vierde graad beleeft bewust de occulte wetten en ontvangt daarbij het kosmische weten.
Deze graad ziet achter de wetten van leven en dood en kan ze zich eigen maken, waardoor het eigen bewustzijn verandert.
Het derde-graadsinstrument daarentegen is niet in staat iets van het leven achter de sluier te zien op eigen kracht, omdat het gevoelsleven deze sensitiviteit niet bezit.
De vierde graad als medium ontwaakt, de derde graad kan alleen dat beleven, wat de meester doorgeeft.
Maar hij blijft zichzelf.
Deze mediums veranderen niet, het innerlijke leven beleeft iets, dat de meester toebehoort en diens eigen bewustzijn is.
Het medium in de vierde graad kan zich dit bewustzijn eigen maken!
U voelt hoe wonderbaarlijk de geestelijke gaven op het gevoelsleven inwerken.
De ene roept u het halt toe, de andere brengt u nog verder en hoger, er is gevoel in u aanwezig en van dit gevoel maakt de meester gebruik.
De Grote Vleugelen zijn het, die u het kosmische bewustzijn kunnen schenken, het helderziend gevoel is en blijft het op aarde gebonden waarnemen door astrale inwerking.
Het kosmische zien wordt beleefd!
Het medium in de derde graad komt niet van de aarde los, het medium voor de Grote Vleugelen móét loskomen, eerst dan kan de meester het instrument met de occulte wetten verbinden.
U kunt aan het medium zien of deze zijn eigen bewustzijn losgelaten heeft.
Aan dit waarnemen ligt het innerlijke denken en voelen vast, dan verwaast het stoffelijke licht in zijn ogen en is het naar binnen gekeerd.
Wij noemen dat de bewuste trance, die het medium alleen door zijn meester beleven kan.
Het moet u dus duidelijk zijn, dat een medium niet in korte tijd deze hoogte kan behalen.
Hiertoe is ontwikkeling nodig.
Geestelijke Gaven, 1943
Het kosmische aanvoelen en zien is een directe gevoelsverbinding met het leven:
Om geestelijke boodschappen door te geven en zieken te genezen, heeft de meester van deze zijde de kosmische helderziendheid niet nodig.
Indien de ziener kosmisch moet waarnemen, verbindt de meester hem direct met de astrale wetten.
Dat staat dus oneindig veel hoger dan het beleven van de stoffelijke en astrale gedachten, want het is uitsluitend dankzij deze gave dat het medium tot het kosmische schouwen komt.
Deze graad van helderziendheid stemt zichzelf op de Grote Vleugelen af.
De Grote Vleugelen kunnen buiten het eigen organisme beleefd worden en in het kleed, doch het uittreden staat boven het innerlijke beleven, die graad overheerst alles.
Het innerlijke zien is gericht op het bewuste instellen van de aarde af, het hoogste zien geschiedt buiten het organisme om en hiervoor moet het medium uittreden.
Deze gave van zien heeft weer een aparte ontwikkeling nodig en wordt door de psychische en fysische trance ontwikkeld, waardoor lange tijd nodig is, omdat het medium, gelijk in het oude Egypte, al de wetten in de ruimte bewust beleeft.
De aller, allergrootsten op aarde hebben deze enorme helderziendheid mogen beleven.
Soms gaan er eeuwen voorbij zonder dat dit voorkomt.
En deze mediums hebben u iets te zeggen en zijn éénlingen op het occulte gebied.
Geestelijke Gaven, 1943

Gereïncarneerd vanuit de lichtsferen

Het echte medium is voor zijn taak wedergeboren:
Het Westerse medium in onze handen is voor zijn taak op aarde geboren en het dient nu de astrale wereld.
Geestelijke Gaven, 1943
De sfeer waaruit iemand reïncarneert, bepaalt de taak op aarde:
Mozes wás niet zover.
Een kind uit de eerste sfeer had men ook de taak van Mozes niet kunnen geven.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Mozes kwam niet uit de eerste sfeer:
Kwam niet uit de eerste sfeer.
Wanneer u in de eerste sfeer bent, dan staat u niet meer open voor afbraak, vernietiging.
Hier het zwaard; Mozes had links het kruis in zijn handen en rechts het zwaard.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
De profeten hebben wel een eerste contact beleefd met de meesters:
De mens kreeg zijn Bijbel, de mens kreeg vader Abraham, Isaak en Jakob, en daarna Mozes en daarna vele anderen, Jesaja, de profeten.
Maar de mens wist aan het leven contact te schenken tussen stof en ziel.
Lezingen Deel 1, 1950
De huidige maatschappij is nog niet afgestemd op de eerste lichtsfeer:
Kijk nu maar eens in de maatschappij, wat ervan overblijft wanneer u de eerste sfeer waarlijk betreedt.
Dan bent u vrij van alles, van de maatschappij.
U kunt hier geen taak voor de maatschappij beleven, aanvaarden, want u hebt onmiddellijk met leugen en bedrog, met onrechtvaardigheid en alles te maken.
Kunt u niet meer.
In de eerste sfeer bent u rechtvaardig.
U liegt en bedriegt niet meer.
Onrechtvaardigheid daar, kunt u niet meer aanvaarden, wilt u niet zien, want u zet uw leven voor de rechtvaardigheid, voor de liefde, het gevoelsleven, ontwaking, welwillendheid, vriendschap, zusterschap, broederschap, moederliefde, vaderliefde in.
Wat blijft er nu nog van over?
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Jozef Rulof (André) komt uit de eerste lichtsfeer:
André komt uit die sfeer.
Níét uit het schemerland, want dan stond hij weer open voor halfwakend bewustzijn, toch die onrechtvaardigheid, kan er nog juist bij.
Maar het gaat hier niet meer.
Hier moet het gevoelsleven zuiver kunnen voelen en denken, voor zichzelf reeds, anders kan de meester, anders kan de gedachte niet doorkomen.
Indien de meester stoot, werkt, dient, bezielt, ook rechtvaardigheid, en de bron is onrechtvaardig, ongevoelig, onbewust, hoe wilt u werken?
Dat houdt alles verband met elkaar.
Nu kunt u niet gaan schrijven.
U kunt dat instrument wel ontwikkelen, u kunt het opbouwen, maar vroeg of laat bent u het kwijt.
Dat instrument stort in.
Zo moet alles uitgerekend worden, dat is uitgebalanceerd, dat is gezien, dat is gevoeld; dat leven, dat instrument, dat gevoelsleven bezit juist zoveel om te dienen.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Alleen als men afstemming heeft op de lichtsferen, kan men als medium dienen:
Uw aardse bewustzijn is, zoals ik al zei, voor deze wereld een geestelijke gevoelsgraad, een hemel of hel, waarop gij afstemming hebt.
Als mens vertegenwoordigt gij een astrale wereld, waarvan de derde hemelsfeer de hoogste is, die ge kunt bereiken.
De mens, die op een van deze hemelen afstemming heeft, staat open voor onze wereld.
Het is déze mens, die geestelijke gaven kan bezitten.
Zijn gevoelsgraad immers zoekt God en wil dienen; het is door die reine gevoelens, dat deze mens tijdens het aardse leven met onze wereld in verbinding komt, waardoor de geestelijke gaven in hem naar voren treden.
Zijn bewustzijn is open, is gevoelig, het kent leven en dood en zo is het mogelijk, dat de astrale persoonlijkheid op dit leven kan inwerken.
Deze mens zou als medium kunnen dienen.
Geestelijke Gaven, 1943
De echte wijsheid komt uit de lichtsferen:
De geestelijke gaven, dat moet u thans toch duidelijk zijn, hield Gene Zijde in eigen handen.
Deze geestelijke wonderen behoren tot de sferen van licht, die wijsheid kan u het lagere bewustzijn niet schenken.
Het kwaad maakte zich meester van het occultisme, de hellen stroomden leeg, op aarde dienen leugen en bedrog de geestelijke gaven, waarvoor echter de sferen van licht geen achting voelen.
Geestelijke Gaven, 1943
Alleen de mens die op lichtsferen is afgestemd en vrij is van karma, kan als medium dienen:
Alleen de mens dus, die op een van de drie hemelen afstemming heeft en vrij is van eigen geestelijke wetten, kan als medium dienen.
Het leven dat op de hel afstemt, heeft voor de gaven geen betekenis.
Het moet nog ontwaken.
Een duistere geest, een demon, zoekt in z’n aardse leven het dierlijke en geeft zich liever over aan de hartstocht.
Voor de geestelijke gaven zijn intuïtie en reine gevoelens nodig.
Het gevoelsleven van een duister mens is te grof, terwijl de sferen van licht te ijl zijn, zodat van verbinding en geestelijke eenheid tussen die beide werelden geen sprake kan zijn.
Wat ik u verklaren wilde, zal u nu duidelijk zijn, en wel dit, dat uw eigen gevoelsgraad weer afstemming kan hebben op de geestelijke gaven.
Het is niet mogelijk zomaar het hogere bewustzijn binnen te stappen – zo min als het ons mogelijk is een hogere sfeer in bezit te nemen, als we ons die afstemming niet hebben eigen gemaakt.
Wie dus onder de eerste sfeer leeft, en geen gevoel of liefde bezit, niet dienen kan, slechts zichzelf zoekt, zo’n mens kan door ónze wereld niets ontvangen.
Die mensen volgen de duisternis en handelen als onbewusten.
Dacht u, dat één geest van het licht in deze donkere zielen zou afdalen om door hen geestelijke wijsheid op aarde te brengen?
Het zou de afbraak zijn van al wat hij zich in zijn hemel heeft opgebouwd!
Miljoenen zielen op aarde leven in deze duistere toestand en hierdoor zijn ze voor ons onbereikbaar en komen de mediamieke gaven niet tot ontwikkeling.
Zélf sluiten ze zich voor het hogere leven, voor de occulte wetten en de geestelijke gaven af.
Zélf roepen ze de astrale-geestelijke wetten wakker, die ons het halt toeroepen.
U moet dit goed onthouden, want straks komen wij deze graden van levens tegemoet.
Door hen te peilen kunnen we dan vaststellen of er gaven aanwezig zijn.
Ik zeg u dus thans reeds, dat al die miljoenen geen geestelijke gaven kúnnen bezitten, omdat zij leugen en bedrog zoeken, eigenschappen, die op de duisternis afstemming hebben.
Droevig groot is desondanks het aantal Westerlingen, dat zich voor medium uitgeeft.
Ze eigenen zich de gaven maar toe, verkrachten deze en bedriegen hun medemensen.
Geestelijke Gaven, 1943
In het boek ‘Zij die terugkeerden uit de Dood’ vraagt Gerhard aan een geestelijke broeder of Jozef Rulof nog gevaar loopt voor duistere beïnvloedingen:
Dreigt er voor hem geen gevaar meer, broeder?”
„Neen, Gerhard, dat gevaar heeft hij overwonnen, in niets dreigt er voor hem gevaar.
Hij is bewust en wie zich van zijn toestand bewust is, die leeft en draagt dit als eeuwig bezit.
Hij, uw vriend, heeft zich van alle stoffelijke genoegens en verlangens bevrijd.
Hij leeft alleen voor zijn leider en zijn gaven en voor de drang, iets voor de mensheid te mogen doen, en dit vernietigt alle gevaar.
Hij leeft, zoals een instrument behoort te leven, wil het als medium iets bereiken.
Gij ziet, wat hier is bereikt.
De mens op aarde zal dit echter nog niet aanvaarden, omdat men zelf wil zien en horen.
Zij die terugkeerden uit de Dood, 1937

Voortzetting van de eerste priester-magiër

Velen volgden het pad van de eerste priester-magiër:
De magiër zoekt dus de stoffelijke wetten, de yogi is het en de ingewijde, die zich los willen maken van het aardse leven en dan in de astrale wereld willen waarnemen.
Hun eigen levensafstemming moet hen beschermen, of ook zij verliezen het leven.
Duizenden hebben hun aardse leven verloren en keerden niet meer terug, of waren voor lange tijd bezeten.
De een maakte een einde aan dat dubbele leven, anderen kwamen niet los tot hun einde op aarde hen vaneenscheurde, eerst dan traden ze hun eigen levensafstemming binnen.
Op dit ogenblik leeft er slechts één groot magiër in het Oosten, de rest komt niet van zichzelf los en beleeft de eerste graden.
De ene kan zich een maand lang laten begraven en blijft in leven, hij heeft de wetten overwonnen.
De overige duizenden durven niet verder te gaan, want zij hebben hun eigen grens gevoeld en deze werd tevens het occulte halt.
Geestelijke Gaven, 1943
Maar zij dienen slechts zichzelf:
De fakir en magiër in het Oosten kunnen reizen maken en zichzelf splitsen, niettemin dienen zij zichzelf.
Geestelijke Gaven, 1943
Toch was dit pad nodig om het mediumschap te ontwikkelen:
Deze leerschool is dus verder ontwikkeld, wie deze hoogte behalen kan heeft zich het gevoel ervoor in andere levens eigen gemaakt.
Maar als de eerste magiër niet zover was gekomen, hadden wij u thans dit schrijven niet kunnen schenken, want het gevoel ervoor moeten u en anderen zich eigen hebben gemaakt.
Hieruit putten wij en is het contact voor u en ons, wij komen erdoor tot geestelijke eenheid.
Geestelijke Gaven, 1943

Voortzetting van het oude Egypte

Na het oude Egypte hebben velen getracht om de zwarte magie van de tempelpriesters te bemachtigen:
Het is machtig wat er nu gebeurt, maar voor Gene Zijde hebben de opgeroepen verschijnselen geen betekenis; het lagere in de mens brengt hen tot stand.
Alle priesters beoefenen nu de zwarte magie.
Vele volken willen deze gaven bezitten en nemen ze over, doch de ene mens na de andere gaat er zijn eigen ondergang door tegemoet.
Nu ontstaan de graden voor de gaven, de een beleeft de waarachtige verschijnselen, anderen daarentegen de afschaduwing van de werkelijkheid en fantaseren.
De charlatans treden naar voren.
De echte magiër voelt, dat zijn tijd nu gekomen is om zich te verbergen, tenminste indien hij wil voorkomen, dat men zijn kunst na-aapt.
Hij trekt zich in zijn duister bestaan terug.
De eeuwen vliegen voorbij, de wijsheid in Egypte behoort tot het verleden.
Ook in uw eigen tijd houdt een waarachtig magiër zich nog steeds verborgen, alléén het bedrog treedt naar voren.
Die mensen willen hun kunsten tonen, de waarachtige magiër is een geestelijk kunstenaar, iemand die het organisme heeft overwonnen.
De rest is dierlijk gespuis!
Al deze mensen zoeken zichzelf en gaan toch eens hun ondergang tegemoet.
Er zal één ogenblik komen, waarop zij hun eigen bescherming verwaarlozen.
Dan zijn ook zij verloren.
Geestelijke Gaven, 1943
Maar ook het dienende gevoelsleven ging verder.
Reeds 2000 jaar voor Christus voorspelde Venry dat eens zijn meester Dectar de Grote Vleugelen zou ontvangen en dan meer mensen zou kunnen bereiken dan toen in het oude Egypte:
Toen Venry en zijn meester Dectar tezamen waren na een bezoek aan de farao, voorspelde Venry zijn meester de Grote Vleugelen, die hij eens zou ontvangen.
Hij zag toen ver vooruit en hij zei tot zijn meester:
„Wat ik zie, mijn vriend, is waarlijk om verheugd te zijn.
Eens zult ge de Grote Vleugelen ontvangen.
De God van al het leven zal u de Grote Vleugelen schenken en ge zult meer mensen kunnen bereiken, verder en dieper gaan, dan wij thans hebben mogen beleven.”
En deze voorspelling is volkomen bewaarheid, woord voor woord uitgekomen.
Het instrument, waardoor wij al de psychische en fysische gaven beleven en door wie ik thans schrijf, heeft deze ontwikkeling ontvangen.
Hij is Dectar!
En zijn leerling, de Grote Gevleugelde uit het oude Egypte, gaf hem het boek „Tussen Leven en Dood”.
Hij legde dit door zijn vroegere meester vast, maar ze beleefden beiden opnieuw hun Egyptische openbaringen.
Doordat ze voor het goede, voor God, hun levens hebben ingezet, mogen ze thans hun geliefde werk voortzetten en kunt gij als Westerling begrijpen hoe het komt dat het gevoelsleven voor deze gaven aanwezig is.
De ziel, die voor God wil dienen, kan niet ten onder gaan.
Geen woord, dat ge voor God en al Zijn leven uitspreekt, is te vernietigen, na duizenden jaren staat ge opnieuw voor uw taak.
Geestelijke Gaven, 1943
Jozef Rulof kan nu verder, omdat Dectar in hem leeft:
Hij brengt door een onfeilbare zekerheid de Goddelijke wijsheid op aarde, omdat ín hem het oude Egypte leeft.
Indien u het boek: „Tussen leven en dood” in handen neemt, leert ge dat leven kennen, ge staat nu voor „Dectar” ... een meester in eigen tijd, maar vechtende voor het goede, de Tempel van Isis te verzekeren, dat toen nog niet mogelijk was.
Doch nu gaat hij verder, eeuwen gingen er voorbij, aan het leven én de wetten is niets veranderd, wél het innerlijke en maatschappelijke leven voor de stoffelijke mens van deze wereld!
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Hij vocht toen al tegen de duisternis:
Ik vertelde u, dat men reeds aan deze ontwikkeling begon, wanneer het kind de zevenjarige leeftijd had bereikt.
Ouders, wiens kind begaafd bleek te zijn, zagen het ontnomen en als priester opgeleid, wat voor de ouders een gebeurtenis was en waarvoor zij geëerd werden.
Egypte leefde in meditatie.
Het was tevens mogelijk, dat het kind door Gene Zijde aangewezen werd om de „Grote Vleugelen” te vertegenwoordigen en ook dat is steeds een openbaring voor hen geweest.
In die tijd waren de hogepriesters steeds voorbereid op het grote wonder, want wanneer er niet een Grote Gevleugelde onder hen leefde, had het leven in de Tempel geen betekenis.
Door dit geestelijke wonder ontvingen zij van de Goden het allerhoogste.
Dag en nacht werd er geofferd en gebeden, opdat de Goden zorg ervoor zouden dragen, dat het instrument afdoende beschermd werd, en het spreekt vanzelf, dat de Gevleugelde zich als een godheid voelde.
Wanneer men aan de ontwikkeling begon, leefde heel Egypte in spanning en deze werd tot extase, wanneer het allereerste woord door dit wonder gesproken werd.
Heel het hof was er dan bij vertegenwoordigd.
Ze beleefden een feest van ongelooflijke schoonheid, van heiliging en bewust ingaan, diep doorvoeld en doordacht en waarvan eenieder het zijne wilde ontvangen.
Het was een feest van reine bezieling, hoog en laag beleefde nu het éénzijn met de Goden en vooral met de God van hun Tempel.
Mijn broeder Alonzo vertelt in zijn boek „Tussen Leven en Dood” over deze schone, maar onbarmhartige ontwikkeling, een werk dat door dit instrument aan de mensheid is geschonken.
Dit is de beschrijving van een opleiding in de Tempel van Isis, waarvan hij de Grote Gevleugelde was.
Hij vertelt u, hoe hij en zijn meester Dectar als leeuwen vochten tegen het kwaad, dat toen reeds de Tempel bestuurde.
Deze twee priesters wilden redden wat er nog te redden was en brachten dit tot stand.
Alonzo vertelt u, hoe hij als Venry de Grote Vleugelen ontving en deze reeds als kind bezat.
Hij geeft u een beeld, hoe hij zich reeds als kind voelde en hoe men vanuit de Tempel op zijn jonge leven inwerkte.
Hij leefde daar als het laatste grote medium en maakte zijn werk af, doch ook hij werd door zijn meester aan deze zijde geholpen.
Hij vocht tegen deze afdaling met zijn grote meester Dectar, die zijn vleugellamheid moest aanvaarden, maar niettemin van Venry een wonderbaarlijk instrument maakte.
Het is beslist noodzakelijk, dat u het boek leest, u weet dan eerst hoe hoog die ontwikkeling is beleefd en hoe de Gevleugelde aan zijn wijsheid kwam.
U kunt dan voor uzelf een vergelijking maken met uw eigen tijd, ge weet dan tevens dat het oude Egypte de hoogte van thans niet heeft kunnen beleven, want wij gaan verder en dieper.
Geestelijke Gaven, 1943
In de twintigste eeuw werd het nog veel moeilijker:
Het medium van het oude Egypte had heel veel voor op de mediums uit de twintigste eeuw.
Zij konden in rust hun studie afmaken, in niets werden ze gestoord.
Onze mediums leven, gelijk eenmaal de Grote Gevleugelden, onder u en in een maatschappij, die waarlijk niet geschikt is om daarin een dergelijke taak te volbrengen.
Onze mediums beleven dan ook al het storende van uw dagelijkse leven, ze moeten erdoorheen, niets kan hun geschonken worden en toch, steeds gereed te moeten zijn voor de astrale wijsheid, is het moeilijkste leven, dat ge in het Westen beleven kunt.
Moeilijker leven is er niet!
Wat ge ook doet, dit leven moet het aardse én het leven van deze zijde vertegenwoordigen, en daarin volkomen zichzelf blijven.
In het oude Egypte – vertelde ik u – kwamen de priesters te middernacht bijeen.
Als de Maan hoog aan de Hemel stond gingen zij in meditatie en konden ze zich geheel geven.
In hun prachtige omgeving, omringd door sferenschoonheid, hun door Moeder Natuur geschonken, in de met de prachtigste bloemen versierde wijdingstempel, werden de geweldige zittingen gehouden en beleefden zij de stilte van de geest en werden in niets gestoord.
Maar onze mediums voor de Grote Vleugelen en de andere gaven, hebben hiervoor geen tijd, hoe gaarne ze ook die reine sfeer zouden willen bezitten.
Onze grote mediums hebben geen tijd om naar de Maan te kijken, ze moeten elk ogenblik gereed zijn, of uw tram rijdt hen in een ziekenhuis, een kar met paarden bespannen slaat hen tegen de grond, indien ze slechts één ogenblik zichzelf zouden vergeten.
En dit is toch mogelijk, want de groten leven voortdurend „tussen leven en dood” en moeten desondanks voor uw maatschappij gereed zijn.
Zie, dat is niet zo eenvoudig.
Geestelijke Gaven, 1943
Desondanks overstijgt André-Dectar (Jozef Rulof) nu het oude Egypte:
De Oosterling zoekt zelf, dit medium ontvangt!
Hij wil niets zijn en niets betekenen.
Hij dient!
En daarvoor ontvangt hij het hoogste voor de aarde en ons leven, het Kosmische Bewustzijn!
De Egyptenaren hadden hun ceremoniën nodig om iets tot stand te brengen voor het geestelijke contact, de Maan moest hun inspiratie geven, voordat ze tot het gewenste stadium waren gekomen, en al hun verdere mystieke drukte, maar wij zijn thans zover, dat we hem, waardoor we werken, onder zijn wandeling buiten in ons leven optrekken en volkomen uitschakelen en losmaken van het aardse leven.
Zonder stoornis komen we één met hem en tot handelen, elk uur, iedere seconde kunnen wij ingrijpen.
Het oude Egypte heeft dit contact niet gekend!
Geestelijke Gaven, 1943
Dit kan doordat hij toen reeds de magische wetten bemeesterde:
Dit instrument leefde, voordat het aan deze taak kon beginnen, in het oude Egypte en was daar reeds een geleerd priester, een meester voor anderen.
(Voetnoot in eerste druk: Lees hierover in het boek: „Tussen Leven en Dood”.)
In dat leven heeft hij zich de wetten en het gevoel voor dit mediumschap eigen gemaakt.
Vele levens gingen er voorbij, waarin hij andere taken had te vervullen.
Nu is het Egyptische leven in hem ontwaakt, is dat meesterschap bewust en wordt hij in staat geacht deze taak voor Gene Zijde te vervullen.
Geestelijke Gaven, 1943
Nu komt André-Dectar tot een veel ruimer bewustzijn dan toen:
In dit gevoelsleven is dus het mediamieke gevoel, de geestelijke sensitiviteit aanwezig, deze ziel heeft het zich door tal van levens eigen moeten maken.
In het oude Egypte heeft hij zijn taak niet kunnen afmaken, nu gaat Gene Zijde ermee door.
Wat voor het goede is gedaan, dus voor God, is niet voor niets geschied, wat in liefde ontstaan is, blijft en is niet te vernietigen.
Maar nu gaan we nog verder, dieper en bewuster, dan we daar hebben kunnen beleven.
Toen waren we als priesters behangen door een witte pij met priesterlijke ordetekens, mediteerden dag en nacht en werden in niets gestoord, thans leeft ons instrument onder de mensen en is in alles normaal en volkomen zichzelf.
We hebben nu het oude Egypte in al de graden van de occulte wetten en voor de geestelijke gaven overtroffen.
Nu zijn we bewust met het leven na de dood in verbinding, nu hebben we de ruimte leren kennen en weten we hoe de planeten hun banen beschrijven, wat eens grote raadsels voor ons waren en betekenden.
Geestelijke Gaven, 1943
In het oude Egypte werd het contact met het hiernamaals beleefd, nu wordt dat geestelijk verklaard:
Het oude Egypte heeft gekend het beleven van de wetten die tussen leven en dood uw levens van de aarde overheersen; wij brengen u de geestelijke verklaring ervan, opdat ge zult gaan waarheen wij gingen, naar dat waarheen Christus u de weg wees.
Geestelijke Gaven, 1943

Bedrog

De broers van Jozef, kinderen van zijn ouders Crisje en de Lange Hendrik, zien in Amerika hoe vele charlatans de magiërs na-apen:
Omdat de mens niet meer in de verdoemdheid geloven kan, zoekt hij en komt nu in handen van geestelijke charlatans terecht, die het duizendmaal erger maken en handen vol geld kost.
Léés toch „Geestelijke Gaven” en voor duizenden gevaren zijt ge beschermd! roepen de jongens van Crisje en de Lange Hendrik u toe, vliegt telkens over hun lippen, nu zij het Amerikaanse bedrog beleven.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Het bedrog is nu massaal geworden:
In het oude Egypte was dit het heiligste en het allerhoogste dat bereikt en beleefd kon worden, maar in het Westen lopen duizenden van deze lieden rond en zeggen de Grote Vleugelen te bezitten.
Elke stad bezit hen zelfs.
En de mensen zijn aan hun dol gepraat gewend.
Ze vliegen als motten op het heilige licht af, maar verbranden hun vleugeltjes.
De occulte gaven zijn nu het bezit van de massa geworden, maar dat kan niet!
Niet één geest is in staat om deze mensen in zijn leven op te trekken.
Geestelijke Gaven, 1943
Het boek ‘Geestelijke Gaven’ geeft de mogelijkheid onderscheid te maken tussen het bedrog en het echte mediumschap:
Geachte lezer,
Dit boek voert u in de occulte wetten.
Het behandelt de geestelijke gaven, die de aardse mens kan bezitten, en toont u de graden, welke in deze gaven liggen.
U leert er de magiërs, fakirs, yogi’s en de Westerse mediums door kennen, waarna u zelf kunt vaststellen, wie van hen de geestelijke gaven dient dan wel bezoedelt.
Door dit boek wordt u met de hemel en de aarde, met de witte en de zwarte magie verbonden.
Het is alleen een meester van Gene Zijde mogelijk u deze voor een aards mens ondoorgrondelijke wetten te verklaren.
Deze moeilijke taak werd uitgevoerd door meester Zelanus, die u wellicht reeds als Lantos in zijn boek ‘De Kringloop der Ziel’ heeft leren kennen.
Door de Oosterse en Westerse mediums te volgen en vergelijkingen te maken met de bovennatuurlijke verschijnselen, zoals die in het oude Egypte werden beleefd, geeft hij u een scherp beeld van de occulte wetten.
Zijn rijke, leerzame boek maakt u los van het alledaagse en voert u tevens geestelijk opwaarts, doordat het u met de sferen van licht, de hemelen in het leven na de dood, verbindt.
Moge het u overtuigen van de machtige betekenis, die de wáárlijk geestelijke gaven voor het leven van God bezitten, en moge het u de ogen openen voor het bedrog, want dat is het doel van Gene Zijde.
Ik zelf geef u het boek door, zoals ik het ontving.
’s-Gravenhage, 1943.
Jozef Rulof
Geestelijke Gaven, 1943
Het boek geeft een diepe ontleding van de geestelijke gaven:
Om ze geheel voor u te ontleden en u de werking ervan te verklaren, voer ik u naar het oude Egypte en naar het Oosten.
U zult daardoor waarnemen, wat het Oosterse instrument door de occulte wetten beleeft en wat uw Westerse medium door onze zijde aan geestelijke wonderen en wijsheid ontvangt.
Ook wil ik u aantonen, dat het Westerse medium geen gaven bezit en vooral, dat het Oosterse instrument de mediums, die in onze handen zijn, niet kan evenaren, hoe ongelooflijk dit ook zal klinken voor de ingewijde in de occulte verschijnselen.
Ik zal het u echter op allerlei wijzen doen zien.
Het zal u dan duidelijk worden, dat het Oosterse medium zichzelf zoekt en het Westerse alleen ontvángen kan, waardoor het echter een hoogte beleeft, die slechts het oude Egypte heeft gekend!
Als ik u alles kan schenken, zult u kunnen vaststellen in welke graad van het bewustzijn en het gevoelsleven uw mediums zich bevinden, zodat u tevens kunt beoordelen, welke van de door hen beleefde verschijnselen zuiver zijn en welke tot het bedrog behoren.
U kijkt dan door de occulte wetten, door de gaven en door de mediums heen.
Nóg is het medium ondoorgrondelijk voor u, nóg kent u de ingewikkelde occulte wetten niet, het Westerse gevoelsleven moet zich de intuïtie daartoe nog eigen maken.
Het is thans echter de wil van Gene Zijde, dat de mensheid ingelicht wordt.
Zij moet voor de geestelijke gaven ontwaken en de verschijnselen leren kennen, want eerst dán lost de charlatanerie, welke op het occulte gebied zo bedroevend vaak voorkomt, op, en kan ons astrale leven niet langer worden bezoedeld.
De geestelijke gaven en de astrale wetten zullen dan voor u, aardse mensen, betekenis krijgen en u zult gaan voelen, hoe heilig alles is, wat u en wij van God hebben ontvangen.
Geestelijke Gaven, 1943
Meester Zelanus geeft de volgende waarschuwing:
„Grijp niet hoger dan er aan gevoel in u is,
of gij tast in het duister!
_______________
 
 
Bewust of onbewust leed berokkenen aan anderen,
betekent eigen ondergang!”
Meester Zelanus
Geestelijke Gaven, 1943
Zovele zogenaamde trance-mediums liegen en bedriegen:
Wanneer u nu weet, dat er duizenden trancemediums in uw stad rondlopen en er zich voor uitgeven, waarvoor het oude Egypte machteloos stond, begrijpt ge, dat al die lieden hun ogen sluiten voor kletspraat, want waar is dan hun wijsheid, die hierdoor verkregen wordt?
Lees de boeken: „Geestelijke Gaven” en u weet het, die mannen en vrouwen vergrijpen zich aan de „psychische trance” ... ze volgen de weg die vele priesters hebben gevolgd, maar vroeg of laat werden ontmaskerd.
Die mensen willen iets voor de astrale wereld doen?
Meestal is het voor hun bestaan, omdat die te lui zijn om te werken en thans, omdat de mensheid nog niet zover is, liegen en bedriegen en hun geliefden voor geesten laten spelen.
Over het occulte bedrog in uw eigen tijd, behoef ik u niets te vertellen, duizenden mensen liegen bewust en onbewust, van geestelijk contact is er thans ook geen sprake!
Wij zeggen u: de „psychische trance” is het machtigste wonder aan uw leven geschonken, maar wie bezit deze heiligheid?
Eén mens op miljoenen, voor thans, voor uw eeuw en de „Universiteit van Christus”, is Jeus van moeder Crisje de énige mens die thans dat contact bezit.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Door het massale bedrog wordt ook de wijsheid van de Universiteit van Christus bedolven:
En dan, mijn Jeus, worden wij geen wereldleraar, wij zijn in stilte gekomen en wij gaan in stilte weg.
Wij zijn straks bij duizenden mensen bekend, natuurlijk, maar dat is de Aarde nog niet.
En dat voel ik.
Ook al zou ik héél deze mensheid kunnen bezielen, ik krijg dat niet in handen, omdat er te veel bedrog op Aarde is.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4, 1944
Het afschuwelijke bedrog maakte een drekput van het spiritualisme:
En u weet nu dat het spiritualisme op aarde een drekput is geworden.
Daarvoor schreven de meesters ‘Geestelijke Gaven’.
Lezingen Deel 1, 1950
Geen mens bezit zelf geestelijke gaven:
Dat er op aarde niet één mens leeft, die van zichzelf kan zeggen: „Ik bezit geestelijke gaven!”, moet u thans duidelijk zijn.
Niet één mens kan zeggen: „Ik ben op eigen kracht met Gene Zijde in verbinding.”
Zulks is niet mogelijk, want wij houden de gaven in eigen handen!
Wie dus zegt, geestelijke gaven te bezitten, is een onbewuste, die de werkelijkheid niet kent, waarin hij leeft.
En hij, die gelooft de gaven door studie te kunnen bereiken, is eveneens levend dood.
Uw gevoelsleven bepaalt uw levensafstemming, u moet dit aanvaarden of u wilt of niet.
De astrale wetten voor de gaven zullen het u wel zeggen.
U bezit het juiste gevoel, of u bezit het niet, wat zeggen wil, dat u óf door uw gevoelsgraden geheel los bent van het aardse leven, óf dat u met beide benen op de stevige grond staat en niet te bereiken zijt.
Voor de geestelijke gaven is er direct contact nodig tussen uw en onze wereld en wel dóór uw gevoelsleven, dóór uw graad van bewustzijn heen, of wij staan machteloos en kunnen niets uitrichten.
Dit contact nu brengen wij tot stand, niet u, want u kunt dat niet.
Zij, die denken het wel te kunnen, tasten nu als blinden in de onmetelijke ruimte, waarin de astrale wetten leven, en komen niet los van de aarde.
Die wetten zijn te ijl voor hun gevoelsleven.
In de ruimte, waarin ze zouden willen binnentreden, leven wij en toch zien en voelen ze ons niet.
O, ze doen wel alsof en vertellen u, dat ze ons duidelijk voor zich zien en ons horen praten, maar dat is louter fantasie.
Hier spreekt slechts hun eigen verlangen.
U zult dit alles straks leren kennen.
Pas als u het waarachtige gevoel bezit, is verbinding met onze wereld mogelijk.
Dan komen wij tot u, trekken u in ons leven op, waarna u de astrale wereld binnentreedt.
Eerst dan ontvangt u geestelijke gaven en dient u als medium voor onze zijde.
Zo wij nu alles van ons leven aan u op aarde willen doorgeven, moet u bereid zijn uw gehéle persoonlijkheid in te zetten.
Als u dit niet kunt, is het onmogelijk u te bereiken en bent u voor onze wereld afgesloten.
Eerst met de volle honderd procent als inzet van uw kant, kunnen wij op verscheidene wijzen op u inwerken om het vereiste contact tot stand te brengen en kunnen er geestelijke wonderen geschieden.
U geeft zich volkomen aan ons over en maakt u geheel los van uw persoonlijkheid en het stoffelijk leven.
Dan bent u het gevoelige, geestelijke instrument, dat we kunnen bespelen om de mensheid wijsheid en diepte te schenken.
Denk niet, dat het eenvoudig is om als aards mens het astrale leven te beleven.
U staat hier voor wetten, waarvan u de werking niet kent.
U moet hier, aan onze zijde, eerst leren lopen en denken, doch deze beide handelingen zijn thans geestelijk, astraal, en niet te vergelijken met uw aardse voortgaan, uw aardse denken.
Als het gevoel ervoor niet in u is, kunt u geen voet verzetten.
U bent dan een onbewuste in Gods wetten, onbewust van uw eigen leven en sfeer, ook al hebt u afstemming op een van de drie geestelijke sferen.
Doordat u zich niet bewust bent van de astrale wetten, die toch in u leven omdat u als ziel universeel, dus goddelijk bent, komt het, dat u op aarde geen geestelijke gaven kunt bezitten.
U kunt geestelijk voelen en leven en toch wil dit niet zeggen, dat u daarmee tevens geestelijke gaven bezit.
Deze hebben wij in handen, niet één medium bezit ze, ik herhaal het telkens en omdat velen onder u dit niet zullen willen aanvaarden, zal ik het u door tal van voorbeelden bewijzen.
Dan pas zult u goed kunnen begrijpen hoe ver uw charlatans wel zijn gegaan.
Geestelijke Gaven, 1943

Het schrijvend mediumschap

Jozef (Jeus) wordt opgeleid voor de Grote Vleugelen, het bewuste uittreden:
De meester vindt nu, dat hij aan de psychische en fysische trance kan beginnen.
Inmiddels wordt Jeus bij de hoogste meesters aan deze zijde geroepen, die op aarde een kring van mensen hebben gevormd, waar zij mede zijn ontwikkeling onder handen zullen nemen.
De meesters vertellen de aanzittenden, waar Jeus zich bevindt en zij moeten hem halen, hij moet deze zittingen meemaken.
Jeus is gevonden in de grote stad en nu kan de meester zijn instrument een ontwikkeling schenken, zoals het oude Egypte met al zijn heiligheid niet heeft kunnen beleven.
De hoogste meesters trekken hem tijdens de psychische zitting in hun leven op en daardoor ontvangt hij hetgeen voor zijn mediumschap nodig is.
In het eerste jaar is de psychische trance ontwikkeld en dan kan er aan de donkere zittingen voor de fysische trance begonnen worden.
Want door de fysische trance kan de meester aan de Grote Vleugelen beginnen.
Al de fysische gaven, waarvan ik u de wetten heb mogen verklaren, komen tot ontplooiing en de aanzittenden beleven er wonderen door.
In drie jaar is ook dat stadium bereikt en dan begint meester Alcar aan het bewuste uittreden.
Wat onze magiër beleefde, wordt nu door Jeus, als André, overwonnen, door zijn meester leert hij ál de occulte wetten kennen.
Intussen wordt er geschilderd en genezen, het helpen van mensen is zijn dagelijkse taak en door de zieken leert hij de stoffelijke en astrale wetten kennen.
Hij moet al deze wetten beheersen, wil hij straks niet onder een kosmische last – de Grote Vleugelen – bezwijken.
Al deze gaven bevinden zich op één hoogte.
Onfeilbare diagnoses worden er gesteld en tal van door hun artsen opgegeven zieken geholpen en genezen.
Nu staat Jeus voor de ruimte!
Hij weet niet, wat Gene Zijde eigenlijk met hem voor heeft en dat bewustzijn zou ook te veel voor hem zijn, eerst straks zal hij zichzelf leren kennen.
De meester zal hem terugvoeren naar het oude Egypte en dan mag hij weten, wie hij daar is geweest.
Straks zal hij zijn eigen verleden ontvangen.
Zijn Egyptische persoonlijkheid zal tot ontwaking komen.
Geestelijke Gaven, 1943
De meesters zouden door de diepte van zijn mediumschap van hem een wereldwonder kunnen maken door het vertonen van fysische wonderen, maar hij dient alleen voor het brengen van de kosmische kennis van de Universiteit van Christus:
Natuurlijk, indien wij het zouden willen, werd je thans een wereldwonder, maar die bewijzen hebben wij reeds aan de mensheid geschonken, er bleef niets van over.
De mens op aarde ziet deze heilige mogelijkheden als sensatie en zou je voor die sensatie willen dienen?”
„Néén, meester!” ... zegt Jeus.
„Wij brengen een Goddelijke boodschap op aarde, de boodschap van Christus.
Je dient voor de „Universiteit van Christus” ... Jozef, en niet voor materialisaties, directe-stem, dematerialisaties, noch voor apports, wij vertegenwoordigen de „Geestelijke Wetenschap” ...!”
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Alcar ontwikkelde hem voor het schrijvend mediumschap:
Ik liet je echter alles beleven, gaf je geestelijk voedsel, maar wanneer ik nu was doorgegaan met je fysische gaven te ontwikkelen, in de tijd dus dat je werd gedematerialiseerd en alles wat op je donkere zittingen door mij tot stand werd gebracht, dan was je een fysisch instrument gebleven en zou je van ons leven, van sferen en hellen, van de diepte van de ziel en al het schone dat wij aan deze zijde bezitten, niets hebben gezien, noch beleefd, omdat deze krachten tot de psychische gaven behoren.
Doch je weet, André, ik legde die gaven stil en ging je psychische gaven ontwikkelen.
Later eerst begreep je waarom ik dit had gedaan, toen ik door je ging schrijven.
Ook dat behoort je niet toe, als ik of een intelligentie van deze zijde je niets geven, niet op je inwerken, dan zou jij zelf geen woord op het papier kunnen vastleggen, dat met ons leven heeft te maken.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Alle andere gaven zijn alleen ondersteunend:
„Het schrijven dus, Alcar, daarvoor moest ik dienen en is het noodzakelijkste?”
„Inderdaad, André, alleen dat, alleen onze boodschap.
Je andere gaven die je thans bezit, zijn maar bijzaak.
De mens heeft meer behoefte aan innerlijk en geestelijk voedsel, dan (aan hulp) voor zijn stoffelijke en lichamelijke ziekten.
Wij hebben heel veel mensen mogen helpen en menselijk lijden mogen verzachten, doch dat wat ik heb te vertellen, is het voornaamste.
Wanneer ik maar één mens kan overtuigen, ik heb je dat reeds meermalen gezegd, dan reeds is ons werk beloond, doch het zijn er reeds duizenden.
Je boeken zoeken hun eigen weg en zijn niet tegen te houden.
Daarin vertel ik de heilige waarheid, alleen de waarheid, ik zou niet anders kunnen.
Ook je schildersgave die je bezit, is maar bijzaak, ook al is die gave nog zo mooi.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Het gaat om de boeken die de wijsheid doorgeven:
Jozef zei nog: „Lees de boeken, mijnheer, en gij hebt mij niet meer nodig.
Dit is het doel van de meesters!”
Vraag en Antwoord Deel 1, 1950
En het sprekend mediumschap van Jozef Rulof verbindt eeuwen met elkaar:
Alléén mediums in onze handen kunnen iets dergelijks beleven.
Eén op miljoenen zál het beleven, de rest komt niet van zichzelf los, ook al is het geestelijke verband intact.
Wanneer deze wonderen geschieden, hebben zij voor de mensheid grote betekenis en zijn zij meestal een gebeurtenis waardoor eeuw met eeuw verbonden wordt.
De tijd waarin u leeft, zal het u geven, maar de astrale werkelijkheid stelt vast welke massa ervoor geschikt is, welk gehoor luisteren kan en welk gevoel de bovennatuurlijke wetten aanvoelt, die aan u als mens geschonken kunnen worden.
Geestelijke Gaven, 1943

Het dienen van de mensheid

De meesters hebben Jozef Rulof ontwikkeld om de mensheid te dienen:
Dit instrument beleeft de psychische gaven.
Door deze wonderen komt de mensheid tot evolutie, Gene Zijde dient de afbraak niet, de meesters dalen niet meer af in modder en stoffelijke ellende.
Het medium heeft deze wetten op te volgen of wordt uitgeschakeld; het is dus duidelijk, dat wij niet meer voor leugen en bedrog openstaan.
De heiligheid van ons leven wordt door dit contact aan de mensheid gebracht, Gene Zijde staat open voor dit geluk en volgt de weg van Christus.
Geestelijke Gaven, 1943
Elk medium kan beoordeeld worden naar de doorgegeven wijsheid:
Die meester stuwt dat leven voort.
Wanneer wij werken en wij kunnen iets bereiken, dan moet u dat uitdragen, anders beginnen wij daar niet aan.
Dus we moeten van tevoren berekenen wat wij kunnen bereiken.
En dat heeft meester Alcar moeten doen.
Wanneer u hier voor komt te staan, voor dit, schrijft u maar een boek, dan gaat u duizendmaal door de dood en honderdduizendmaal door de krankzinnigheid.
U moet u voor élke gedachte, élke karaktertrek, voor leven en dood, voor God en Christus, voor ziel, geest en organische stelsels moet u zich kunnen overwinnen en kunnen overgeven.
Waarom hebt ú dat dan niet?
Waarom zijn er zo weinig van deze mensen?
Ja, er leven er hier onder uw midden misschien tweeduizend.
Maar waar zijn die levens?
Hebben die mensen iets te vertellen aan de wereld?
Wanneer de ruimte spreekt, dan moet de ruimte ook iets te vertellen hebben.
Hebt u.
En gaat u maar, volg al die mediums, die instrumenten, en kijk.
We hebben u ‘Geestelijke Gaven’ gegeven; u kunt die mensen peilen.
Vraag maar.
Wanneer komt er wijsheid?
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951

Het laatste menselijke medium van de Universiteit

Er is maar één medium nodig voor de hele aarde:
De meesters, die orde, daar zijn geen honderden instrumenten aan verbonden.
Er is er slechts één nodig voor de hele aarde.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Hoger gaan dan het mediumschap van Jozef Rulof is niet mogelijk:
Hoger gaan dan dit mediumschap is niet mogelijk, hierin beleven wij en het aardse medium het allerhoogste.
Geestelijke Gaven, 1943
Na Jozef Rulof (Jeus) komt er geen medium meer die rechtstreeks voor de Universiteit van Christus dient:
Wij zeggen nu ... ná Jeus, komt er géén meer, zoals hij was én is ... omdat hij de mensheid vertegenwoordigt!!
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
De hoogste wijsheid is door hem op aarde gekomen, omdat de Eeuw van Christus begonnen is:
De astrale wetten spreken, de wijsheid van deze zijde is niet te overtreffen, het allerlaatste komt thans op aarde, want de Eeuw van Christus begint.
Geestelijke Gaven, 1943
Op een contactavond vraagt een dame aan Jozef Rulof of er veel mensen het contact bezitten dat hij heeft:
Dame: „Bezitten veel mensen dit gevoel, dit contact?”
„Of veel mensen dit hebben, dame?
Lees ál de lectuur, die de mensheid bezit, dit vindt u nergens!
Ik moet het wel aanvaarden en dat heb ik dan ook aan Gene Zijde voor de meesters moeten doen, dat ík nú de voortzetting ben voor állen, die reeds vóór de Universiteit van Christus iets hebben gedaan, waartoe Socrates, Plato, Pythagoras voor de mystiek – Blavatsky ook – kortom het oude Egypte eveneens, hebben gehoord.
Doch nú, dame, beleven wij het allerhoogste en dit is voor de gehele mensheid tot aan het einde der Aarde.
Hier komt geen mens meer overheen, dit is niet mogelijk, omdat dit de verklaring is van ál de goddelijke stelsels en wetten!”
Vraag en Antwoord Deel 1, 1950
André-Dectar geeft aan de mensheid de ruimtelijke ontwaking hoe men aan het eigen universele voelen en denken kan beginnen:
Waarvoor leefde gij, Socrates, Plato, Pythagoras?
Waarvoor hebt gij geleefd en de vele anderen die zich hebben gegeven om tot uitdijing te komen?
Dat zijn wij.
Dat is de Universiteit van Christus.
Gij hebt alleen maar geleefd om fundamenten te leggen voor deze eeuw.
En het is Jeus van moeder Crisje, dat is André-Dectar, voor de mensheid, de kosmisch bewuste, die na Christus – omdat Hij dat heeft gezegd – de mensheid nieuw gevoel, de mensheid de goddelijke ruimtelijke ontwaking zal brengen, omdat hij als instrument van de Universiteit van Christus zich in het oude Egypte, de Tempel van Isis, licht gaf, weten gaf, wijsheid gaf, door leven en dood ging en het stervensproces lief kreeg, omdat het aan zijn leven en aan al die ‘Groot Gevleugelden’ daar en heel de mensheid, de kinderen van God, de plaats bepaalt hoe de mens aan zijn eigen universele denken en voelen, baren en scheppen moet beginnen.’
Lezingen Deel 3, 1952