Tempel der ziel -- bronnen

Bronteksten uit de boeken van Jozef Rulof bij het artikel ‘tempel der ziel’.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
Deze bronnen veronderstellen de voorafgaande lezing van het artikel ‘tempel der ziel’.

Symbolische vormgeving

Jozef Rulof (André) en zijn geestelijke gids Alcar bezoeken de tempel der ziel in het hiernamaals:
Hoe dichter zij de tempel der ziel naderden, des te schoner werd dit gebouw.
Majestueus stond het daar, hoog boven alles verheven, als een rots in de branding.
Daar zou hij mogen binnengaan.
Wat een architectuur!
De hoogste torens, hij zag er honderden, waren niet eens meer te zien.
Het einde van die torens loste op en dit oplossen begreep hij.
Alcar had hem dit op zijn vorige tochten duidelijk gemaakt.
De hoogste torens hadden met de vijfde sfeer verbinding.
Dit was voor de aarde niet om te begrijpen en toch had het deze betekenis.
Al die hoge torens losten in het heelal op en dit betekende dat er een hoger gaan mogelijk was.
Hier in de sferen was alles symbolisch, maar naar het werkelijke leven.
Een symbool was als de natuur, daarin lag het leven en dat kon men zich eigen maken.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De tempel is geheel open:
Hoe straalde dit gebouw!
In de sferen leefde alles.
Hier zag en voelde men Gods heilig leven.
Dit was op aarde niet mogelijk.
De uitstraling van mens en dier, van gebouwen en van de natuur, kon men daar niet waarnemen.
Toch straalde ook daar ieder voorwerp zijn eigen kracht uit, maar men kon dat niet zien.
Hier echter zag men die uitstraling en daaraan herkende men het innerlijke bezit van mens en dier.
Wonderlijk schoon was dit alles.
Hier voelde hij de stilte van de geest.
O, welk een schoonheid!
Als dit de mensen op aarde eens mochten zien!
„De Tempel der Ziel” las hij en daarboven waren enige tekens aangebracht, die hij niet begreep.
Het gebouw was geheel open.
Ook dit was een wonderbaarlijk verschijnsel.
Hoe kon men een dergelijk gebouw zo optrekken?
Naar alle richtingen kon men zien.
Alcar ging hem voor en zij traden de tempel der ziel binnen.
Waar hij ook zag, overal waren geestelijke wezens.
Eenieder droeg zijn eigen gewaad en hij zag, dat ze licht uitstraalden.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De bezoekers van de tempel kunnen verbonden worden met de diepte van de ziel:
Hoe kon men zo bouwen?
Was dit op aarde bekend?
Hield dit met al de sferen verband en waren het de bouwmeesters uit de zevende sfeer, die dit gebouw als het ware innerlijk droegen en in stand hielden?
Wonderlijk was het dit te zien.
Dit gebouw was als de mens, als de natuur, als alles wat aan Gene Zijde leefde.
Open was alles, zoals iedereen open was, men schouwde in de diepte der ziel.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Ook de natuur is in de tempel vertegenwoordigd:
Langzaam gingen zij hoger en hij voelde wat dit betekende.
Alcar ging zeker naar de hoger gelegen zalen, als hij van zalen kon spreken.
Maar hoe zou hij anders een geestelijke ruimte moeten noemen?
Dit was bijna niet om na te vertellen.
In dit gehele gebouw waren bloemen en hij zag de sferenvogels, die om de mens heen vlogen.
Vele namen plaats op de hun toegestoken handen en liefkoosden de mens.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
In de tempel der ziel zal André het ontstaan van het heelal zien, om te begrijpen waaruit de ziel ontstaan is:
In iedere zaal zag hij de bekende geestelijke fontein, die hij in elke sfeer had waargenomen.
Dit was een symbool van wijsheid, kracht en liefde en dit kunstproduct spoorde het wezen aan, zich al die gaven eigen te maken.
Hier leefde de aardse mens met bloemen en vogels en dit alles was als het paradijs.
Toch was hij eerst in de vierde sfeer!
Dan die hogere sferen, die hij alle had mogen zien, want hoeveel reizen had hij reeds niet gemaakt?
In al de sferen was hij geweest en veel wijsheid had hij ontvangen.
Maar dat wat hij thans zou beleven, zette de kroon op alles.
Hier zou hij met het heelal verbonden worden en werd hem het begin van de schepping getoond en duidelijk gemaakt.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939

Innerlijke gebouwen

In de tempel der ziel bevinden zich vele kleinere tempels:
Alcar ging hem nog steeds vooruit.
Hij voerde hem naar een plateau en daar zag hij een klein gebouw, dat precies als het grote was.
Een kleinere tempel en ook hier was alles open.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Elke kleinere tempel bezit een eigen innerlijke structuur:
Ieder innerlijk gebouw, als hij die kleinere tempels goed en duidelijk voelde, bezat een eigen structuur.
In dit machtige gebouw waren honderden kleinere tempels ondergebracht.
En al die gebouwen hadden één betekenis en dat was de tempel der ziel.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Elke sfeer van het hiernamaals wordt in de tempel der ziel vertegenwoordigd door een eigen kleinere tempel:
Al deze kleinere tempels die je waarneemt, behoren tot het geheel en ze zijn dus een deel daarvan.
Ieder gebouw heeft dezelfde architectuur zoals het geheel is, doch alleen voor het uiterlijk.
Het innerlijke van ieder gebouw is een eigen afstemming, een toestand, wat je straks duidelijk zal worden.
In dit gebouw, dat dus de tempel der ziel is, zijn alle sferen aanwezig, van de eerste sfeer tot de zevende en van de diepste diepten van de hel af.
Dus alle sferen die men aan deze zijde kent en bezit, worden vertegenwoordigd door een aparte tempel en vinden een plaats in het geheel.
Iedere tempel van het innerlijke gebouw, dat je nu vanbuiten kunt waarnemen, stelt dus een sfeer voor, een hogere of lagere sfeer, het doet er niet toe, maar alle sferen zijn in dit machtige geheel opgenomen.
Wanneer men nu in een kleinere tempel afdaalt, of binnentreedt, gaat men in die sfeer over en neemt men die sfeer waar, hoe ze ook is en wordt daarmee verbonden.
Begrijp je wat ik bedoel, André?”
„Wanneer ik u goed en duidelijk heb begrepen, dan zijn al die tempels als de mens en als een sfeer?”
„Juist, wanneer ik dus in één van die tempels binnentreed, laten wij zeggen in de eerste sfeer en daarmee verbonden wil worden, dan zal dit geschieden.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939

Elke ziel terugvinden

De bezoekers kunnen niet alleen met alle sferen van het hiernamaals verbonden worden, maar ook met alle aspecten van het leven:
„Maar niet alleen dat wij met de sferen verbonden kunnen worden, doch ook met de mens op aarde, met planeten en sterren en duizend andere dingen meer.
Wij gaan dan in die toestand over en zien dát, wat wij wensen te zien.
Maar er is nog meer.
Al de graden van kosmische liefde zijn er aanwezig.
Dat wil zeggen, dat men die reine liefde kan voelen die de geest bezit, die in de zevende sfeer leeft.
Voel je hoe machtig dit is?
Hier is dus alles aanwezig.
Hier kan men de mens met het heelal verbinden, met planeten en sterren en andere lichamen.
Ook kan men zich hier voor de één of andere studie bekwamen en wordt men in al die wetten opgeleid.
Hoe het geheel opgetrokken is, weten en kennen alleen de meesters die in de zevende sfeer leven.
Alleen de meesters zijn het, die ons met iedere graad van geestelijke kracht en afstemming kunnen verbinden.
De meesters leven als het ware in de tempel der ziel en in één tempel dus kan men met een meester in verbinding komen en wordt de mens in het geheel opgenomen.
Straks zal je duidelijk worden gemaakt wat hier geschiedt en hoe die verbinding mogelijk is.
In deze tempel kan men ons met het heelal verbinden en met het begin van de schepping.
Het gehele heelal kan men ons tonen, al die miljoenen wetten en problemen kan men hier voor ons oplossen.
De meesters kunnen ons verbinden en wij zien het voor ons geschieden.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De tempel der ziel wordt in stand gehouden door de meesters van de zevende sfeer:
Zij manifesteren zich dus in dit gebouw, zij steunen hun zusters en broeders en zij zijn het die hun toestaan, hun geestelijke woning binnen te treden en voor korte tijd als bezit te aanvaarden.”
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Zij kunnen de bezoekers verbinden met elke ziel waarmee ze verbonden zijn:
Hier ziet men zijn vader en moeder, zuster en broeder.
Waar zij ook zijn en waar zij zich bevinden.
Wij kunnen hen in dit gebouw terugzien.
Hier kan men met het Al verbonden worden wanneer de meesters denken dat dit nodig is en peilt het ene wezen het andere.
Dan buigen mensen hun hoofden en aanvaarden en buigt de moeder zich voor haar kind en het kind voor de moeder.
Er is rust en vrede, want hier leeft God, zodat wij met het Goddelijke verbonden kunnen worden.
Hier, André, ziet men in een ander mens en weet men dat dit wezen, ook al heeft men deze mens op aarde gekend, een wonder is van geestelijke wijsheid.
Doch hoe is het op aarde?
Op aarde betekent dit macht en persoonlijkheid, stand en bezit.
Wie een hoge maatschappelijke toestand heeft bereikt, laat zich voelen en heerst, ja overheerst alles en iedereen die tot hem komt.
Hij is meester en heerser tegelijk en men luistert en doet wat hij wil.
Doch hier is alles anders.
Hier buigen wij ons hoofd voor hen die hoger zijn dan wij en voor hen die in onze sfeer leven, hebben wij diep ontzag, omdat het onze zusters en broeders in de geest zijn.
Hier is liefde macht en een wet.
Duizenden jaren zijn zij op weg en in die tijd hebben zij deze afstemming veroverd.
Dit is bezit, dit is eigen maken en allen kunnen wij dit bereiken.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Zoals de tempel voor iedere ziel openstaat, zo zal iedere ziel zich gereedmaken om zijn zusters en broeders te kunnen ontvangen in liefde:
Het is een machtige schepping en ieder mens zal zich deze tempel eigen maken, zodat de ziel – de mens – zal zijn als dit machtige gebouw, waarin hij leeft en zijn zusters en broeders ontvangt.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
In de tempel kan men elke ziel terugvinden waarmee men te maken heeft gehad:
Weer gingen zij door nieuwe zalen.
Waar André ook kwam, zag hij geestelijke wezens.
Hoe mooi waren al deze mensen.
„Wat doen zij, Alcar?”
„Zij wachten op het grote ogenblik en maken zich voor dat wonderlijke gebeuren gereed.
Zij mediteren, André, daarna zullen zij zien en beleven.
Velen onder hen zullen hun vader en moeder zien die nog op aarde, of aan deze zijde leven.
Wanneer wezens elkander uit het oog verliezen, dan kunnen zij hier opnieuw verbonden worden.
Waar deze wezens ook zijn, men kan hen hier zien.
Al zijn hun wegen voor honderden jaren uiteengegaan, hier vindt men hen terug en worden zij van dat ogenblik af weer verbonden.
Zij volgen die levensfilm en zodoende wordt hun getoond waar ze zijn en in welke toestand zich het wezen bevindt.
Als de mens deze hoogte heeft bereikt en hier kan binnengaan en zijn eigen ziel, de tweelingziel die bij hem behoort, opnieuw geboren zou zijn, dus op aarde leeft, dan vindt hij zijn tweelingziel op aarde terug.
Wanneer deze ziel, dit leven dus, nog niet geboren is, dan reeds kan men hem met het jonge leven verbinden.
Lantos vertelde van zijn leven, maar meester Emschor was het, die hem dit liet beleven.
(voetnoot in eerste druk: Zie: ‘De Kringloop der Ziel’.)
Ik kan jou met het verleden verbinden, maar anderen helpen mij.
Zo zal het je duidelijk zijn, dat de vader zijn kind en de moeder haar kind, of omgekeerd, terugvindt, maar alleen terug kan vinden door hen, die deze krachten bezitten.
Het geschiedt soms, dat ouders of geliefden aan deze zijde komen en hun geliefden die vóór hen overgegaan zijn, niet kunnen vinden.
Dan is dit in de tempel der ziel mogelijk.
Hier weet men waar zich deze zielen bevinden, hier kent en ziet men het doel waarom de ziel op aarde is teruggekeerd.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Zo is de ene bezoeker hier voor studie, en de andere voor het terugvinden van een geliefde:
De één voor studie, zoals wij, anderen voor het terugvinden van hun geliefden, die op aarde zijn of in de wereld van het onbewuste zijn afgedaald.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939

De eigen diepte

In de tempel der ziel kan men ook verbonden worden met alles wat in de eigen ziel aanwezig is.
Aan André wordt dit allereerst getoond als de kleur waar hij aan denkt:
„Hier treden wij binnen,” hoorde hij innerlijk tot zich zeggen.
„Je zult waarnemen, André.”
André voelde zich onmiddellijk wegzinken en in een hogere toestand overgaan.
Direct daarna ging hij waarnemen.
Alcar was in een ruimte binnengetreden.
Er was niets te zien dan een blauwachtig licht.
Maar in dat licht zag hij beweging.
Het geheel was als het uitspansel, doch hier was het in een dicht waas gehuld.
Hij voelde zich in de ruimte opgenomen en er was alleen lucht.
Duidelijker kon hij het niet beschrijven.
Hij bevond zich in een vreemde, maar merkwaardige toestand.
In dat blauwe zag hij thans andere kleuren komen en die kleuren zag hij alleen, wanneer hij er aan dacht, wat hij zeer wonderlijk vond.
Dacht hij aan de één of andere kleur, het deed er niet toe welke, dan nam hij die tinten onmiddellijk waar.
Concentreerde hij zich op iets anders, dan manifesteerde zich dit op hetzelfde ogenblik.
Dit was zeer fantastisch, doch hij voelde een machtige kracht in zich komen, waarvan hij de betekenis begreep.
Door de gaven en krachten van anderen, schouwde hij in het leven dat hier werd vertolkt en overheerste dit het blauwe waas, wat de eigenlijke kleur was die hier bleef.
Een wonderlijke kracht was hier aanwezig en een diep ontzag overviel hem.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De hogere meesters laten hem zien wat in zijn innerlijk aanwezig is:
Hij vroeg zijn leider: „Waar zijn we, Alcar?”
Een zachte stem sprak tot hem en hij hoorde in zich zeggen:
„Hier zal ik je verbinden.
Denk eraan, André, hier kunnen wij alleen mentaal spreken.
Hier is het voelen, overgaan in hetgeen je ziet en voelt.”
„Wat betekent dit blauwe waas, Alcar?”
„Dit is als het uitspansel.
De beelden die je waarnam, manifesteerden zich omdat je daaraan dacht.
Je was in verbinding met jezelf en dit is die ontzaglijke kracht die de meesters bezitten en wij ons eigen zullen maken.
Hier kan dus de mens met zichzelf in verbinding treden en dit is door hogere wezens mogelijk.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Dit alles is erop gericht om zichzelf te leren kennen:
André wachtte af wat zou geschieden.
In dit blauwe waas ging hij iets waarnemen.
Wat was dat?
Dit was toch niet mogelijk?
Hij zag zichzelf en zijn leider en zij waren op weg naar de tempel der ziel.
Al dichter naderden zij dit gebouw.
Toen zij de tempel waren genaderd, las hij wat voor op het gebouw stond geschreven en hij niet had begrepen.
Nu wist hij ineens wat die tekens betekenden: „Mens, ken uzelf.”
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De bezoekers kunnen elke gebeurtenis op de eigen levensfilm terugzien, zelfs al ligt die gebeurtenis duizenden eeuwen terug, want alles wordt in de ziel bewaard:
Daarna traden zij binnen.
Mijn God, dacht hij, ook dit ligt vast.
Hier leefde hij in de werkelijkheid.
Hier trok men de werkelijkheid tot zich en ging men in die werkelijkheid opnieuw over.
Wonderlijk was dit alles.
Dan hoorde hij Alcar zeggen: „Je ziet, André, alles ligt vast.
Ook al ligt het duizenden eeuwen terug, alles kunnen wij tot ons trekken en er opnieuw in overgaan.
De kleinste dingen manifesteren zich, hoe nietig je concentratie ook is.
Hier, in de tempel der ziel, aanschouwt men zijn eigen levensfilm.
Hier is het, waar ik in mijn eigen verleden zag en ik mijn vriend leerde kennen, waarvan ik je vertelde.
Let nu op, een ander tafereel.
Dit alles dient om je duidelijk te maken wat in de sferen van licht mogelijk is.
Ik concentreerde mij op een bepaald doel, op iets dat is geschied en dat gebeuren manifesteert zich hier voor ons.”
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Alcar toont André enige gebeurtenissen die André bewust beleefd heeft, om te illustreren hoe het verleden teruggehaald kan worden:
André voelde, dat Alcar zich concentreerde.
In kinderlijke eenvoud stelde hij zich op Alcar in.
Nu was hij geheel met zijn leider één en hoorde hij Alcar zeggen: „Nu aan niets anders denken, André.
Stel je op mij in en tracht deze verbinding in stand te houden.”
André voelde nu de reine liefde van zijn leider in zich komen en hij wachtte thans af wat zou geschieden.
In het blauwe waas zag hij iets verschijnen.
Hé, dacht hij, hoe is het mogelijk.
Hij zag een tafereel van de aarde, waar hij met Alcar was geweest.
Op diezelfde plaats had zijn leider hem met het verleden verbonden en had hij Alcar en zijn vriend waargenomen.
Hij zag nu het ogenblik, dat zijn leider aan het portret van zijn vriend bezig was.
Dit tafereel ging heen en hij zag, dat een ander gebeuren zich manifesteerde.
Het was wonderlijk wat hij waarnam.
Hij zag zichzelf met zijn leider.
Alcar was in diep gepeins verzonken en hij ging in het verleden zien.
Hij zag thans twee verschillende taferelen, waarvan het ene van driehonderd jaren geleden was en waarvan hij het andere zelf had beleefd, dat echter ook reeds tot het verleden behoorde.
Hoe wonderbaarlijk zijn de krachten aan deze zijde, dacht hij.
Men stelde zich hierop in en het verleden werd zichtbaar.
Nu zag hij een ander beeld.
Het was het ogenblik, dat zij van de aarde afscheid namen en de sferen van licht tegemoet gingen.
Hoe wonderlijk was het wat hij waarnam.
Nu voelde hij zich vrijkomen en opnieuw verbonden worden.
Hij hoorde Alcar zeggen: „Ik ga je thans met je eigen leven op aarde verbinden, je zult zien, dat ook dát mogelijk is.”
Toen hij ging waarnemen, zag hij zijn ouderlijke woning voor zich.
Hij zag zijn moeder en vader en hij herkende de omgeving waar hij geboren was.
Hoe ontzaglijk is deze kracht, dacht hij.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Vervolgens wordt André verbonden met een gebeurtenis die hij zich als persoonlijkheid niet meer bewust herinnert, maar die hij als ziel wel beleefd heeft:
Hij hoorde nu een zachte stem in zich zeggen: „Zul je nu rustig zijn, André?
Ik ga je een ander beeld tonen.
Daarvoor heb ik je volle concentratie nodig.”
André concentreerde zich tot rust en wilde zijn leider niet storen, want hoe dankbaar was hij voor dit alles!
Opnieuw zag hij zijn moeder en op hetzelfde ogenblik voelde hij een groot wonder in zich komen.
Hij was geheel met zijn moeder één en hij voelde de diepe betekenis van dit tafereel.
Zijn lieve moeder was in blijde verwachting en het jonge leven, dat zij droeg, was hij.
Een onverklaarbaar geluk stroomde thans in hem.
In zijn moeder lag een groot wonder en haar reine gedachten kwamen in hem.
Diep was alles wat hij waarnam en hij moest het aanvaarden.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Alcar laat hem zien dat hij al langer André volgt dan wat André zich kan herinneren:
Nu zag hij een ander beeld.
Hij zag zichzelf in zijn jeugdjaren.
Hij speelde als kind en al deze gebeurtenissen keerden in zijn herinnering terug.
Ja, dacht hij, dit is geschied, ik weet het.
Hij hoorde opnieuw Alcar zeggen: „Zie en neem waar, André.”
Wat hij nu zag was toch wel het wonderbaarlijkste van alles.
Naast zich zag hij een dicht waas en in dat dichte waas zag hij iets komen.
Daar bouwde zich iets op en hij beefde toen hij begreep wat dit betekende.
Hoe is het mogelijk, ook dat nog en hij herkende zijn leider Alcar.
In zijn jeugd had Alcar hem reeds gekend.
Alcar was steeds zijn beschermengel geweest.
Opnieuw zag hij een ander wonder.
Voor hem zag hij geestelijke kinderen en die kinderen werden in zijn jeugd tot hem gebracht.
Hij zag thans, dat Alcar deze kleintjes tot hem voerde en hij als aards kind speelde urenlang met deze geestelijke kinderen.
Naast zich zag hij zijn leider.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De bezoekers van de tempel der ziel kunnen door de concentratie van de hogere meesters ook verbonden worden met hun vorige levens:
Dan vervaagde alles en hoorde hij in zich zeggen: „Is het je duidelijk, André, wat de tempel der ziel is?
Hier kom je tot jezelf, dit is verbinden.
Alleen is dit echter mogelijk door de kosmische meesters.
Dit alles behoort tot de derde kosmische graad.
Alles wat onder de vijfde sfeer is kan ik tot mij terugroepen.
Het is mij tevens mogelijk mij met andere toestanden, die dieper en dieper in het verleden liggen en daar zijn beleefd, te verbinden.
Zelfs mijn geboorte op aarde kan ik terugroepen.
Ik zie in alles wat geweest is, doch heb hulp nodig, al ligt alles in mij en is dit mijn bezit.
Met mijn eerste leven op aarde, en de honderden andere die ikzelf, mijn ziel dus, heeft beleefd en gevolgd, kan ik verbonden worden.
De tempel der ziel betekent het overgaan in ons eigen zieleleven.
Door de meesters worden wij verbonden en dat verbinden geschiedt door concentratie.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De meester geeft datgene door wat hij door zijn gevoelsverbinding waarneemt in de ziel van de bezoeker, net zoals de moeder tijdens de zwangerschap haar gevoelens doorgeeft aan het kind in haar moederschoot:
Zoals de moeder haar kind ontvangt, met haar kind één is, door de scheppende kracht tot stand gebracht, moet en zal zij dit in het stofleven beleven en ondergaan.
Dit hier is beleven, maar door hogere machten en krachten.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Alcar en André gaan naar de zaal van meester Miradis.
Deze meester uit de zevende lichtsfeer is de mentor van de vierde lichtsfeer:
Hier zijn wij in één van de zalen van het hoogst afgestemde wezen, het is de zaal van liefde en het bezit van meester Miradis.
Deze Mentor stelt zijn kracht en persoonlijkheid voor de mens aan deze zijde beschikbaar en helpt hen om zichzelf te leren kennen.
Wij zijn thans in zijn eigen leven afgedaald.
Diep in zijn leven ligt dit alles.
Het is het hart van de mens die op aarde leeft, zoals het kind bij de moeder, nog ongeboren, toch in haar leeft en voelt, wat door het moederbrein wordt gedacht en beleefd.
De liefde van de moeder straalt door het jonge leven heen en het jonge leven nog onbewust, beleeft toch al deze krachten en wordt in stand gehouden.
Moeder en kind zijn één.
Het kind onbewust, zo ik zei, de moeder in blijde verwachting.
Als het kind nu zou kunnen spreken, zou het aan de moeder zeggen wat het voelt.
En dit wonder, hoe onbegrijpelijk ook, voltrekt zich op aarde, maar de moeder is zich daarvan niet bewust.
Toch dringt dit gevoel, al die duizenden gevoelens, tot het dagbewustzijn van de moeder door.
Zij is daardoor zeer gevoelig.
Al die gevoelens geven aan haar eigen leven een verhoogde afstemming.
Ik heb je dit op aarde reeds duidelijk gemaakt.
Dit beeld echter, André, is het enige dat ik in je verbeelding en als waarachtig beeld in je wakker kan roepen, wil ik je deze tempeltoestand van Mentor Miradis kunnen verklaren.
Het is Mentor Miradis die ons met ons diepe innerlijk verbindt, omdat hij toestaat in zijn zielewoning af te dalen.
Wij zijn hier dus in het heiligste van deze meester, wat hij is en bezit en aan reine liefde draagt.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
André heeft dat ook ervaren wanneer hij in de vijfde sfeer de geestelijke woning van zijn meester Alcar binnentrad:
Ik heb je eens mijn geestelijke woning getoond en je trad binnen.
Toen je was binnengetreden, stond je in gedachten en stampte op de grond, om te voelen wat de zachtheid, waarop je liep, betekende.
Voorwaar, André, ik teken je geen symbool van een geestelijke of andere toestand, dit is beleven, dit is waarheid, want een geestelijke woning is zoals wijzelf zijn en aan liefde bezitten.
Ik nodigde je uit in mijn geestelijke woning te komen en ik wist dat je mijn zielewoning niet zou kennen noch begrijpen.
Toch trad je binnen.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Deze verbinding met het eigen verleden wordt gelegd door een meester van de zevende sfeer:
In de zaal van liefde stond mijn fontein.
In deze tempel heb je deze fontein gezien en herkend.
Je weet dat ze wijsheid, kracht en liefde betekent.
Meester Miradis bezit dit alles.
Hij is een geest uit de zevende sfeer, maar de Mentor van deze, die de vierde sfeer is.
Alles wat onder deze sfeer leeft, kent hij en is zijn bezit, tot de zevende sfeer toe.
Ik kan je dus alleen verbinden, omdat ik met hem, met zijn diepste innerlijk in verbinding ben.
Op de plaats waar (we) nu zijn, kan ik deze meester vinden en steeds ontmoeten.
Zowaar er een God in de hemel is en waakt, zowaar het volmaakte Kind Gods de Christus is, die over al Zijn kinderen waken zal, totdat het laatste de goddelijke sferen binnengaat, zowaar ben ik thans met een van Zijn kinderen verbonden en waakt dit wezen over mij en allen, die in liefde tot hem willen komen.
Voel je wat dit voor ons betekent, in de zielewoning van een geestelijk vorst binnen te treden?
Dat dit alleen mogelijk is wanneer hij of zij, die zichzelf wil leren kennen, bereid is alles, maar dan ook alles, te aanvaarden?
Dat het verleden, dat in ons ligt, door hem tot bewustzijn wordt gebracht en dat wij in ons leven zien, alsof het op ditzelfde ogenblik geschiedt?
Daarom bracht men dit tot stand.
Daarvoor schiep men dit wonderlijke gebouw, dat in alles leeft en ons eigen innerlijk, ons verleden en alle toestanden verbergt.
Is het dan zo’n wonder wanneer ik zeg, dat ik de algehele betekenis niet zou kunnen verklaren?
Voel je de diepte van dit machtige gebouw en tevens dat het de liefde is van deze verheven wezens?
Dat zij toestaan ons te ontvangen en dat dit een grote genade is?
Voel dus aan André, dat je op heilige en reine bodem staat.
Dit nu is de voorbereiding om nog hoger te gaan, wil je straks de heiligheid van hetgeen je getoond wordt begrijpen.
Nog zijn wij niet op de plaats waar de meesters zijn, maar straks zullen wij daar heengaan.
Dit alles is nodig om je een beeld te geven van wat je te wachten staat.
Dit moet je voelen, mijn zoon, en als dit niet mogelijk is, dan kunnen wij naar de aarde terugkeren.
De meesters stellen zich geheel voor ons open.
Zij verlangen echter, dat wij gereed zijn en ons hebben voorbereid.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De komst van André is reeds lang voorbereid:
Dit nu is voor iedere geest, die hier leeft, weggelegd.
Ons binnentreden heeft een bijzondere betekenis.
Wij zijn hier gekomen met een ander doel en dit doel betreft henzelf.
Zij zijn het die mij, wat je reeds weet, naar de aarde zonden om dit aan de mensheid bekend te maken.
En nu is het ogenblik gekomen, dat wij met hen verbonden kunnen worden en dat je de diepte der ziel leert kennen.
Thans gaan wij naar een andere zaal, André.”
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Alcar opent ook zijn eigen leven voor André:
Hij volgde Alcar en deze trad nu een andere zaal binnen.
André zag om zich heen.
Ook hier was niets te zien.
Leeg was deze zaal.
Maar in hem kwam iets dat hem gelukkig stemde.
Een ontzaglijke stilte voelde hij in zich komen.
Hier voelde hij de stilte van de geest, die ver, heel ver boven hem stond.
In iets heiligs voelde hij zich opgetrokken, zodat hij dacht te zweven.
Hij voelde, dat dit alles anders was dan zo-even, maar hij kon het niet verklaren.
Het blauwe waas was hier in zilverachtig licht veranderd.
Dit zilverachtige licht kende hij, want hij had het in Alcars eigen sfeer waargenomen.
Nu voelde hij, dat hij met Alcar werd verbonden.
Zijn leider stelde zich voor hem open.
Alcar stond toe, dat hij in zijn leven zag.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Hij concentreert zich op belangrijke gebeurtenissen uit zijn eigen verleden:
Alcars zieleleven zou straks voor hem openliggen.
De kracht en de liefde die in hem kwam, zei hem, dat dit zou geschieden.
Deemoedig stelde hij zich open en hij zag, dat de eerste verschijnselen reeds kwamen.
Wat zou dit voor een tafereel zijn?
Een hevige kracht voer door hem heen en met die kracht hoorde hij zachte orgelmuziek.
Door die muziek die in hem trilde, ging een ander tafereel aan hem voorbij en begreep hij de betekenis hiervan.
Hoe kan het, dacht hij, Alcars huwelijk!
De grootste dag van zijn leiders leven op aarde, daar hij in de echt werd verbonden.
Naast hem zijn ziel, de vrouw die hem op aarde liefhad.
Dit beeld vervaagde en een ander tafereel kwam tot hem.
Ook dit was een groot wonder.
Hij zag een wieg en in dat wiegje een klein kind.
Hij zag hoe het trapte en in beweging was.
Het kind groeide en beeld na beeld volgde elkaar op.
Nu zag hij dit kind weer terug en zie, het was zijn leider Alcar.
Dan ging ook dit beeld heen en volgde er een ander.
Hij zag verschillende wezens bijeen en hij begreep wat dit tafereel betekende.
Hij bevond zich in een vertrek waar de aardse meester zijn leerlingen onderrichtte en hij zag dat Alcar een leerling was.
Dit was een waarachtig beeld en op aarde geschied.
Groots was dit tafereel.
De leermeester was in diep gepeins verzonken.
Een innerlijke stem zei hem wie hij was.
Hoe is het mogelijk, dacht hij, wat een wonderen van geestkracht.
De stilte die in hem kwam, was het bezit dat zijn leider op aarde innerlijk droeg.
Dan vervaagde ook dit beeld en volgde een ander.
Flitsen uit het verleden werden hem getoond.
Het verleden zag hij bewust, aan niets behoefde hij te twijfelen.
Hij voelde tevens dat, wanneer zijn leider zijn verleden van het geboren worden af wilde tonen, ook dit mogelijk was.
Dit waren echter taferelen, belevenissen die zijn ziel had beleefd en grote gebeurtenissen waren.
Nu zag hij een ander wonder.
Het einde van zijn leider op aarde bouwde zich voor hem op.
Alcar ging over en naast hem zag hij zijn vrienden.
Allen waren bedroefd, want te vroeg ging hij het aardse leven verlaten.
Niets was er van dit gebeuren verloren gegaan.
Hij voelde de verschrikkelijke strijd van zijn leider en voelde tevens waaraan hij overging.
Die ziekte lag reeds jaren in hem.
Diep daalde hij in dit probleem van zijn overgang af.
God riep zijn kind en de dood trad in.
Een meester in de kunst had de aarde verlaten.
Nu voelde hij, dat Alcar tot zichzelf terugkeerde en deze verbinding verbroken werd.
Hij zag naar zijn leider op, maar kon geen woord spreken.
Alcar zei: „Je ziet, mijn jongen, dat ik je met mijn eigen verleden kan verbinden.
Alles ligt vast, tot de kleinste dingen.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Dit alles is bedoeld om André voor te bereiden op het machtige dat hem in de tempel der ziel aanstonds getoond zal worden.
Dat is het ontstaan van het heelal en de kosmische evolutie van de ziel:
Dit alles dient, dat je het machtige wonder, dat je aanstonds beleven zult, kunt aanvaarden.
Ik heb dit dus gedaan met een vast doel, omdat wij weten, dat hetgeen je door de meesters wordt getoond, voor het menselijke gevoel te onbegrijpelijk is.
Daarom bereidde ik je voor op het grootse dat je wacht.”
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Dan wordt André verbonden met het gouden licht van de zevende sfeer:
„Zie, André, in die tempel daar voor je treden wij binnen.”
André zag een kleine tempel, maar het geheel was als de tempel der ziel.
Een goudachtig licht straalde uit dit majestueuze gebouw.
Alcar trad binnen.
Leefden hier de meesters?
Ook hier was niets waar te nemen, doch het innerlijke licht dat hier aanwezig was, werd door dat gouden licht overstraald.
Dat licht herkende hij, want hij had dit aan de grens van de zevende sfeer waargenomen, de sfeer van Cesarino.
(voetnoot in eerste druk: Zie: ‘Een Blik in het Hiernamaals’, derde deel.)
Zou hij hier een wonder beleven?
Ook hier voelde hij zich als in de ruimte.
Thans, hij voelde dit duidelijk, had zijn leider hem met het hoogste aan deze zijde verbonden.
„Kom dicht naast mij, André.”
Alcar vatte zijn hand in de zijne en André voelde dat het grote ogenblik gekomen was.
Hij voelde Alcars hand en begreep, dat hij daardoor in zijn sfeer was opgetrokken.
Op zijn eigen krachten zou hij hier niet kunnen binnengaan.
Een heilig gevoel van rust kwam in hem.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De hoogste meesters uit het hiernamaals manifesteren zich:
Nu zag hij in dat gouden licht beweging komen en dat er zich iets manifesteerde.
Op hetzelfde ogenblik verdichtte zich dat „iets” en het was als de opkomende zon, die haar stralen over de aarde zond.
Een ontzaglijk licht overstraalde hem.
Voor hem zag hij enige wezens en onmiddellijk herkende hij Alcars meester.
Cesarino, dacht hij, ik ben u zo dankbaar.
Hij zag vier intelligenties, die de schitterendste gewaden droegen.
Deze waren de meesters van iedere sfeer en behoorden allen tot de zevende hemel.
Cesarino droeg een gewaad dat hij niet kon beschrijven.
Hierin waren alle kleuren van de eerste sfeer af aanwezig, doch het gouden licht overstraalde dit gewaad.
Hij zag het zachte paarse in een blauwachtig waas omhuld, om daarna terug te keren in dit gouden licht.
Een geestelijk gewaad leefde en zond zijn licht uit, zoals alles aan Gene Zijde.
Zoiets schoons had hij nog niet waargenomen.
Een geest, die reeds duizenden jaren aan Gene Zijde was, manifesteerde zich op deze wijze.
Toch was Alcars meester als een jonge man van dertig jaar.
Ook de andere meesters waren niet ouder en droegen een prachtig geestelijk gewaad.
Het gouden licht overheerste deze gewaden en dit was de afstemming en de sfeer waarin zij leefden.
Mijn God, dacht hij, zijn dit mensen?
Zij waren Mentor Miradis, Mentor Urabis, Mentor Mondius en Mentor Cesarino, de meesters van de vierde, vijfde, zesde en zevende hemel.
Deze gevoelens kwamen in hem en hij wist hoe ze tot hem kwamen.
In een zee van licht waren de meesters tot hem gekomen, maar hij kon al dat licht niet in zich opnemen.
Hij kon dit in die korte tijd niet verwerken, daar hij voelde dat de meesters zouden heengaan.
Hij zag echter hun jeugdig gelaat en de reine sfeer die om hen lag.
De meesters zagen hem aan en glimlachten.
Een onbeschrijfelijk gevoel maakte zich van hem meester en hij kon aan zichzelf niet meer denken.
Hij voelde en beleefde dit door de krachten van anderen.
Een ontzaglijke genade was dit voor hem en hij boog zijn hoofd en wachtte af.
Doch onmiddellijk hoorde hij zeggen: „Zie ons aan, André.
Wij zijn tot u gekomen om u te tonen, dat wij hier aanwezig zijn.”
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Meester Cesarino heeft Alcar gesteund om tot dit punt te kunnen komen:
Dan hoorde hij zeggen: „Het is thans zo ver, dat gij het hoogste aan deze zijde moogt beleven.
Meester Alcar heeft u zover ontwikkeld, doch ik heb hem daarbij gesteund, want wat uw leider doet is onze wil, het is een taak die wij allen te volbrengen hebben.
Ik weet dus van uw aardse leven af en hoe ver meester Alcar op dit ogenblik is.”
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Nu is André ver genoeg ontwikkeld om het ontstaan van alles te leren kennen:
Thans is het ogenblik gekomen om u met het heelal, het ontstaan der Schepping, te verbinden.
Uw leider heeft u van ons leven verteld en aan onze zijde mocht u het leven leren kennen.
U daalde met hem in de duistere sferen af en tevens hebt u de hoogste sferen aan deze zijde mogen zien en daar het geluk van de geest mogen voelen.
Dat alles is om de mens op aarde een beeld te geven van hetgeen hem wacht.
U hebt de hogere sferen, graden van geestelijke liefde, het leven op aarde en de astrale wereld leren kennen.
Dit alles hebt u reeds ontvangen en aan de mensheid doorgegeven, doch thans gaan wij u met het heelal verbinden.
Dit is voor de mens op aarde, waardoor zij een geheel beeld van hun leven dáár en aan deze zijde ontvangen.
Maar niet alleen zult u met dit leven verbonden worden, doch tevens met meester Alcar tot in het diepste verleden afdalen en met verschillende planeten verbonden worden.
Het doel van deze reis is, u het ontstaan van alles te tonen.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
De meesters geven door wat ook hun getoond werd door de meesters van de hogere kosmische graden:
Wat wij u straks openbaren is ook ons getoond en wat wij aan deze zijde hebben ontvangen, zult u beleven.
Het is de werkelijkheid van alles, wat door God geschapen is.
Wij tonen u echter flitsen van de waarachtige gebeurtenissen en dit alles dient, om onze zusters en broeders op aarde van hun goddelijke verbinding en afstemming te overtuigen.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
André neemt waar voor allen die deze geestelijke gaven niet bezitten:
God schiep hemel en aarde, mens en dier, doch hoe dit alles geschiedde zal u worden getoond.
Alles wat u van Gene Zijde hebt ontvangen, behoort dus tot onze boodschap en ook dit wat gij aanstonds beleven zult.
Wij keren thans in ons eigen leven terug, doch komen straks weer tot u.
Ik vraag Hem, die ons het leven gaf, kracht voor u, opdat gij alles zult begrijpen.
Weet, dat wat gij waarneemt, voor hen is die op aarde zijn en deze gaven niet bezitten.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939