Bronteksten uit de boeken van Jozef Rulof bij het artikel ‘mentale gebieden’.
Deze bronnen veronderstellen de voorafgaande lezing van het artikel ‘mentale gebieden’.
Afleggen geesteslichaam
Wanneer een meester uit de zevende lichtsfeer zijn taak heeft overgedragen, gaat hij over naar de mentale gebieden.
Een meester nu, die de zevende sfeer heeft bereikt, is in verbinding met de vierde graad.
Straks wordt dit wezen, wanneer zijn taak in de zevende sfeer voorbij en volbracht is, door die planeten aangetrokken en daalt het zieleleven dus in de mentale gebieden af, wat voor ons de wereld van het onbewuste is.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
In de mentale gebieden legt hij als ziel zijn geesteslichaam af en keert niet meer terug naar de geestelijke sferen van licht.
De ziel vervolgt dan haar evolutionaire weg naar de ‘Vierde Kosmische Levensgraad’:
Wanneer de mens daarin overgaat, kunnen zij niet meer naar deze en andere sferen terugkeren.
Men gaat daarin over.
Het is ook daar, dat zich het geestes- en zielelichaam splitsen en de ziel haar weg vervolgt.
De mens heeft zijn geestelijke afstemming bereikt en gaat in andere toestanden over.
Een Blik in het Hiernamaals, 1936
Ruimte voor wedergeboorte
De mentale gebieden zijn te vergelijken met de wereld van het onbewuste waarin de ziel zich klaarmaakt voor de wedergeboorte op aarde:
Daarna komen de mentale gebieden.
De mens die daar binnentreedt gaat in die sfeer over.
De ziel legt het geesteslichaam af en gaat verder.
Het is als het sterven op aarde, het is het onbewuste binnengaan en de ziel zal daar wachten om opnieuw te worden aangetrokken, zoals de mens op aarde wordt geboren.
De Kringloop der Ziel, 1938
Het grote verschil met de wereld van het onbewuste voor de geboorte op aarde is dat de ziel in de mentale gebieden bewust blijft.
(Meneer in de zaal): ‘U hebt het zojuist gehad over de wereld van het onbewuste.
Als we nu naar de Vierde Kosmische Graad gaan dan komt men vanuit de zevende sfeer eerst in de mentale gebieden, volgens de boeken.’
Juist.
‘Zijn de mentale gebieden dan gelijkgesteld met de wereld van het onbewuste voor de geboorte op aarde?’
Juist.
Kijk, u hebt hier de wereld van het onbewuste.
Omdat de hogere graden ...
U kunt dat lezen in ‘Een Blik in het Hiernamaals’.
U hebt zeven hellen, zeven graden van duisternissen.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Nu is, de wereld van het onbewuste is hier, die heeft te maken met de stoffelijke afstemming, met de levenswetten voor de aarde, waartoe gij behoort.
Maar we hebben vier, vijf, zes, en de zevende sfeer waarin de mens leeft die zich gereedmaakt voor de mentale gebieden; wéér de wereld van het onbewuste.
Maar die wereld is nu niet meer onbewust; wanneer u vanuit de zevende sfeer in die wereld oplost – ik heb u dat verleden verklaard, ik heb u dat ... Was u zondag niet bij mij? – dan blijft u bewust, want u gaat naar het eeuwigdurende goddelijke bewustzijn.
U bent straks niet meer slapende, u hebt geen eten en geen drinken meer nodig, u gaat naar een hogere bewustzijnsgraad voor stof, geest en ziel, uw persoonlijkheid.
Dus u blijft eeuwigdurend wakker, eeuwigdurend bewust.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Doordat de ziel het geestelijke bewustzijn van de zevende lichtsfeer in zich heeft, kan zij bewust blijven in het volgende embryonale leven:
Zie je, wij zijn al buiten de zevende sfeer, wij lossen aanstonds volkomen op en betreden dan het embryonale leven voor de Vierde Kosmische Graad, de wereld van het ónbewuste, die nu niet meer ónbewust is, want de mens heeft die werelden overwonnen.”
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4, 1944
De ziel blijft dus niet alleen in de mentale gebieden, maar ook in het daaropvolgende embryonale leven in de moederschoot wakker:
Vanzelfsprekend is, dat u aanstonds ook de geboorte, het evoluerende, wil ik u zeggen en verklaren, in de moeder wakker houdt.
Voelt u wel?
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Een enkeling kan dit wakker-blijven in de moederschoot reeds op aarde beleven.
Zo werd Jeus (Jozef Rulof) door zijn meester Alcar al in de moederschoot wakker gemaakt:
Ik heb u een beeld gegeven over Jeus, Jeus van moeder Crisje, dit instrument waardoor wij spreken; toen hij vier, vijf, de zesde, tussen de zesde en de zevende maand leefde, maakte meester Alcar hem wakker.
U leest bijvoorbeeld in ‘De Kringloop der Ziel’, in ‘Tussen Leven en Dood’ ...
In het Oosten, gaat u maar naar Brits-Indië, gaat u maar naar Tibet; er zijn daar kinderen geweest, zij gingen over op zeventig-, tachtigjarige leeftijd.
Een hogepriester, hij zegt: ‘Ik kom over die en die tijd terug.’
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Vanuit de mentale gebieden wordt de ziel weer aangetrokken door een moeder en een vader op de volgende planeet:
De mens nu, mijn broeders – komt er tot mij – die de zevende sfeer heeft bereikt, dus vanuit ons astrale geestelijke leven deze wetten aanvoelt, betreedt eerst de mentale gebieden, zinkt terug tot het embryonale bestaan voor de wedergeboorte en wordt ook voor deze ruimte door het vader- en moederschap aangetrokken.’
Lezingen Deel 3, 1952
De mentale gebieden zijn een ruimte voor de wedergeboorte:
Dit Universum schiep dus de zeven overgangsstadia, maar is in verbinding met de geestelijke Astrale wereld van de zevende sfeer aan Gene Zijde, de mentale gebieden, zoals wij de ruimte voor deze wedergeboorte noemen.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 1, 1944
De mentale gebieden behoren al tot de Vierde Kosmische Levensgraad:
Hierna wachten u de mentale gebieden.
Deze behoren tot de vierde kosmische en stoffelijke graad, waar wij opnieuw door het leven van God, als mens, worden aangetrokken.
Geestelijke Gaven, 1943
Vierde Kosmische Levensgraad
In de Vierde Kosmische Levensgraad is de stof veel ijler dan op aarde:
Hoe hoger wij aan Gene Zijde, dus ín onze eigen geestelijke wereld kwamen, des te bewuster werd ons denken en voelen voor vader- en moederschap en de verdichtings- en uitdijingswetten.
Wij kunnen dus zeggen en aanvaarden, dat de zevende sfeer voor ons leven niet bewuster kan zijn dan de Vierde Kosmische Levensgraad aan bewustwording bezit.
Maar met dat verschil, mijn broeders, dat wij hier opnieuw een stoffelijke ruimte betreden.
Voor ons leven zijn dus de sferen geestelijk bewust, voor deze ruimte stoffelijk bewust, zodat wij opnieuw door de wedergeboorte een Goddelijke wereld mogen overwinnen en ons, door het vader- en moederschap deze oneindigheid eigen kunnen maken.
Heeft de ziel als mens dus de zevende sfeer aan Gene Zijde bereikt, dan maakt zij zich gereed om de Vierde Kosmische Levensgraad te betreden en aanvaardt opnieuw het „Embryonale” bestaan.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 1, 1944
Meer informatie vindt u in het artikel ‘Vierde Kosmische Levensgraad’.