Kosmologie -- Bronnen

Bronteksten uit de boeken van Jozef Rulof bij het artikel ‘kosmologie’.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
Deze bronnen veronderstellen de voorafgaande lezing van het artikel ‘kosmologie’.

De universiteit van ons leven

Meester Alcar zegt tegen Jozef Rulof (André) dat hij door uittredingen samen met de meesters de kosmologie zal beleven:
Maar aanstonds, André, zal ik u vrijmaken van de stoffelijke stelsels en dan zult ge met mij, en tezamen met meester Zelanus – in opdracht van het goddelijke Al, de Messias, de Mentor Jezus Christus, de Liefde – de kosmologie ontvangen voor deze mensheid en zullen wij de Universiteit van Christus op aarde vestigen.
Lezingen Deel 1, 1950
De kosmologie is de universiteit van ons leven:
In het oude Egypte, waar ik u naartoe heb gebracht, werden fundamenten gelegd voor deze eeuw, die wij noemen “De Eeuw van Christus”, waarvoor we werken en dienen, praten, schrijven: de universiteit van uw leven, de kosmologie.
Lezingen Deel 1, 1950
De gehele kosmos is opgebouwd door basiskrachten, die uitdijing en verdichting genoemd kunnen worden, of baring en schepping, of moederschap en vaderschap.
Het artikel ‘onze basiskrachten’ gaat hier dieper op in:
Dit ganse Universum nu, mijn broeders, is eigenlijk slechts twee wetten.
Dit ontzagwekkende geheel kunt ge overzien, indien u het vader- en moederschap volgt en aanvaarden wilt.
Méér is er niet!
Het zijn deze wetten die ons leven hebben bepaald.
Zij voeren ons tot God terug.
Doordat het universum zich heeft kunnen verdichten, kon het leven van God verder.
Hierin leven dus lichamen die het scheppende en het barende principe vertegenwoordigen en andere lichamen weer, die tot dit geheel behoren, maar een andere taak hebben gekregen, omdat zij weer uit het eerste zijn ontstaan.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 1, 1944
De kosmologie verklaart de essentiële wetten waardoor het universum kan uitdijen en verdichten:
Wij hebben dus vast te stellen, hoe dit geheel leeft en waardoor dit Universum die zelfstandigheid kreeg en hierna, wat de essentiële wetten zijn voor de ruimte en ons menselijke bestaan.
En dat is het vader- en moederschap.
Wat ik beleven moet is, dat God in de eerste uren voor Zijn openbaringen ingesteld is geweest op die wetten.
Het baren vanuit de „Oerbron” schiep dus nieuw vader- en moederschap.
De Zon heeft zich verdicht.
Maar het Universum scheurde vaneen.
En dat vaneen scheuren geschiedde voor deze wetten, voor vader- en moederschap als de allerhoogste mogelijkheden voor het bestaan, waarna wij dan het uitdijen en verdichten volgen.
Doch doordat de eerste fundamenten werden gelegd, traden er zes volgende stadia naar voren, immers, opvolgend heeft de ruimte zich verdicht.
Dat kon niet ineens gebeuren.
Maar het vader- en moederschap werd door Zon en Maan opgenomen en vertegenwoordigend verdicht, en kon het leven voor de macrokosmos beginnen.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 1, 1944

Ruimtelijke psychologie

De kosmologie laat ook zien hoe onze gedachten tot stand komen:
En dan komen wij tot de kosmologie: het ontstaan en het uitdijen van een graad, een gedachte, een handeling.
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951
Daarom is kosmologie ook ruimtelijke psychologie:
Dit alles is psychologie, ruimtelijke psychologie en dus „Kosmologie” voor de mens, het dier en Moeder Natuur!
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4, 1944
De kosmologie toont welke handelingen van ons al afgestemd zijn op de werkelijkheid van het leven:
Die moet eerst beginnen te leren denken: ‘Hoe moet ik nu gaan doen?
Hoe moet ik nu gaan handelen?’
Dat is ook kosmologie, mijn zusters en broeders.
Dat is de werkelijkheid.
Dat is het éénzijn met alles.
Lezingen Deel 2, 1951
En dan komen we tot ons gevoelsleven en onze persoonlijkheid:
Maar de ‘Kosmologie’ alleen over het gevoelsleven van de mens, voor de mens, persoonlijkheid, onderbewustzijn, daar moeten wij aan beginnen wanneer wij ...
Deze boeken eindigen met het einde van de oorlog, deze vijf.
En dan moeten we beginnen aan de persoonlijkheid.
Vraag en Antwoord Deel 4, 1952
Tijdens de contactavonden past Jozef de kosmologie toe op ons karakter:
We hebben André opgedragen uit de hoogste bron – en maak van u en voor uzelf die avonden (zie de delen ‘Vraag en Antwoord’ waarin deze avonden zijn vastgelegd) – om zijn avonden aan de ontleding van uw karakter te beginnen.
Want uw karaktertrek is kosmologie.
Lezingen Deel 3, 1952
Door ons leven af te stemmen op de harmonie van de ruimte kunnen we een kosmisch fundament leggen in ons dagelijkse handelen:
Doordat gij het universum leert kennen, krijgt u eindelijk kosmisch fundament, en u begint hier uw leven in deze maatschappij om te zetten en naar die ruimte te voeren, in embryonale en kosmische afstemming.
Vraag en Antwoord Deel 4, 1952
Tijdens hun kosmische reizen maken de meesters telkens vergelijkingen met de menselijke persoonlijkheid, zodat we de hele opbouw van ons karakter kunnen volgen:
U voelt zeker, dat wij niet alléén het ontstaan en geboren worden hebben te beleven, doch dat wij telkens weer „universele” vergelijkingen moeten maken, want deze zijn het, die ons en u straks voor de menselijke persoonlijkheid plaatsen en wij in staat zullen zijn, ook die diepte te ontleden.
Hierdoor krijgt gij op Aarde een ruimtelijk beeld voor élk stadium te zien, dus fundament ná fundament of wij gaan te vlug door deze levensgraden en staan straks voor gapingen, dat toch nu niet meer door het „AL” wordt geduld!
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 3, 1944
Van alle levenswetten die ontleed zouden kunnen worden, beperken de meesters zich tot de kern: onze ziel en haar verdichtingen in de vorm van ons geestelijke en stoffelijke lichaam:
De „Universiteit van Christus” verklaart élke levenswet.
Ook al gaan wij niet op deze wetten in, omdat ze niet met ónze fundamenten hebben uit te staan; óns is opgedragen, dat wij het leven, de ziel, geest én stoffelijk organisme, dus de Menselijke Tempel ontleden en niet die wetten of wij komen nooit gereed.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 3, 1944

De hoogste kennis

De kosmologie geeft de hoogste kennis die we uit de lichtsferen kunnen ontvangen:
Wij verwachten geen tienduizend, geen twintigduizend mensen, wij trekken slechts één mens aan uit honderdduizenden, omdat u het laatste, het allerlaatste nu krijgt wat u aan Gene Zijde kunt beleven wanneer u de sferen van licht betreedt; de eerste, de tweede, de derde.
In de vierde krijgt u eerst deze wijsheid.
Dan komen wij tot de kosmologie.
Dan kunt u de ruimte dragen.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Pas in de vierde lichtsfeer gaat elke ziel op eigen kracht kosmisch voelen en denken:
De eerste sfeer heeft nog niets te betekenen, de tweede ook nog niet, de derde nog niet, maar eerst in de vierde sfeer gaat u kosmisch voelen en denken.
In de vierde sfeer.
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951