Bronteksten uit de boeken van Jozef Rulof bij het artikel ‘Joodse volk’.
Deze bronnen veronderstellen de voorafgaande lezing van het artikel ‘Joodse volk’.
Wie heeft Christus gekruisigd?
Christus werd niet vermoord door een bepaald volk, maar door de onbewuste massa die op dat moment op aarde leefde:
De Christus zegt: ‘Hoe ben Ik daar ontvangen?
Hoe hebben ze Mij op aarde ontvangen?’
Heel eenvoudig, dat wist Hij vooruit:
de onbewuste massa zal Hem vernietigen.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Op zielsniveau verklaard is Christus niet aan het kruis genageld door het Joodse volk of de Romeinen, maar door het onbewuste deel van de mensheid:
Néé, deze wereld, deze mensheid, het Jodendom, nee, de Romeinen en elkeen, alles wat op aarde leeft, heeft Hem bewust aan het kruis geslagen.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
De meesters weten dat zij ook meegeholpen hebben aan de vernietiging van Christus, door haatgevoelens in de wereld te brengen tijdens hun vorige levens waarin zij nog geen universele liefde verworven hadden:
Wat zegt nu de Bijbel, wat zegt men nu van Christus?
Christus is voor de wereld en de mensheid gestorven.
Wat zou dat mooi zijn.
De mens heeft Hem vermoord, u en ik en iedereen.
Want wij hebben die slechte, die afbrekende, die hatelijke gedachten bewustwording gegeven – is dat niet zo? – in onze vorige levens.
Daardoor werd Jeruzalem bezield, door onze haat.
We hebben allemaal schuld aan de vernietiging van het hoogste Ik in de ruimte, de Christus.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950
Meester Zelanus bespreekt in zijn lezingen wat we aan gevoel en gedachten uitzenden.
Door dit te analyseren en te verheffen, kunnen we ons in harmonie met al het leven brengen.
En dan geven we geen voeding meer aan de vernietiging van een menselijk leven:
Waar het mij om gaat, is, door al deze lezingen, door alles wat u in de sferen van licht – en ook in de duisternis – kunt beleven en moet ondergaan, de mens wakker te schudden, de mens tot openbaring te brengen voor zijn eigen gevoel, zijn eigen gedachten.
Altijd te zorgen dat u in harmonie bent met álles.
Lezingen Deel 1, 1950
Wanneer we geen haat meer uitzenden, hebben wij niets meer te maken met de spijkers die uit hatelijkheden gevormd en geslagen worden:
Christus sleept Zijn kruis omhoog.
Daar staan ze.
Daar legt Hij zich neer.
De Goddelijk Bewuste slaat men aan het kruis.
Spijkers gaan in de handen en – Hij voelt dat, Hij beleeft dat – door Zijn voeten.
Hij zit vast, vastgenageld aan Zijn eigen Ik.
Maar het kruis is de mensheid, de spijkers zijn de hatelijkheden, hij (de spijker) is de haat, de jaloezie, de afbraak, het hoereninstinct van uw maatschappij die Zijn levenslicht verbloeden laat.
Dat zijt gij, dat is de mensheid, en indien gij er niet mee te maken wilt hebben, komt er nooit meer een verkeerd woord over uw lippen.
Lezingen Deel 1, 1950
Het gaat ook niet om de kruisdood van Christus, het gaat om zijn kosmische boodschap en de geestelijke verruiming die hij wou brengen:
Kijk, u voelt wel, de kosmische realiteit is niet begrepen door het sterven en het leven van de Messias, van Christus op aarde.
Er is van Bach, van Christus en al de groten en de heiligen niets overgebleven; de ruimtelijke, geestelijke kern is zoek, want men weet van geest en verruiming niets af.
Men heeft er een stoffelijk, verschrikkelijk, afschrikwekkend drama van gemaakt.
En het was geen drama.
Elke dag worden er mensen van God vermoord en vernietigd.
Neemt u aan?
Precies hetzelfde als de Christus.
Wanneer Hij nu ook op aarde zou komen, dan behoefde men Hem niet te kruisigen, integendeel, men schoot Hem van de straat af.
Men deed het anders.
Wanneer Christus in de tijd van Adolf Hitler, van 1939 en 1945, op aarde was geweest, hij was jood, had Adolf hem vergast.
En toch zei Christus: ‘Ik doe u niets.’
Doet ú dat?
Wanneer u aan wordt gevallen, gaat u dan met uw revolver schieten nu u dat weet?
Dan vergeeft u dat deze mens?
U weet nu al: wellicht heb ik oorzaak en gevolg.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950