Herinneringen aan vorige levens -- Bronnen

Bronteksten uit de boeken van Jozef Rulof bij het artikel ‘herinneringen aan vorige levens’.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
Deze bronnen veronderstellen de voorafgaande lezing van het artikel ‘herinneringen aan vorige levens’.

Déjà vu ervaringen

Jozef Rulof vraagt aan zijn meester Alcar hoe iemand zich in een vreemd land kan oriënteren:
„Ik heb iemand gesproken, Alcar, die in een ander land kwam en daar nooit was geweest, maar toch vele dingen kende en zich kon oriënteren.
Hij wist precies waar hij zich bevond en vond dit zeer vreemd.
Er kwam een gevoel in mij, zo zei hij, alsof ik daar had geleefd.
Behoorde dit tot zijn eigen verleden?”
„Dat is mogelijk.
Het verleden kunnen sommige mensen voelen, doch om bewust in het verleden te schouwen, daarvoor is verbinding van deze zijde nodig.
Het aardse leven neemt de mens geheel over en zij kunnen zich niet oriënteren.
Wanneer zij echter zoiets voelen, overheerst meestal het verleden, het dringt plotseling tot het dagbewustzijn door, maar zij kunnen daar geen verklaring voor vinden.”
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Een toehoorster vraagt op een contactavond wat het wil zeggen dat sommige mensen een flits van hun vorige leven zien:
(Mevrouw in de zaal): ‘Als nu sommige mensen in dit leven opeens een flits krijgen van wat ze vroeger hebben gedaan of gezien, zo duidelijk dat je het haast niet vertellen kan, maar dat je het voelt, het is zo voelbaar ...’
Innerlijk weet.
(Mevrouw in de zaal): ‘ ... dat je het als het ware zou kunnen neerleggen.’
Ja, en wat nu?
(Mevrouw in de zaal): ‘Wat wil dat zeggen?’
Dan hebt u een flits beleefd van uw vorige leven.
En dat is niet zo eenvoudig om dat vast te stellen.
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951
Meester Zelanus bevestigt de herkomst uit een vorig leven:
U noemt dat een flits.
En die flitsen verstoffelijkt u.
Of die flitsen die vertegenwoordigen iets, betekenen iets, en dan zijn ze weer weg.
Dan hebt u iets beleefd van uw onderbewustzijn, en dat is natuurlijk, vanzelfsprekend, u hebt nu contact met uw vorige levens.
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951
Dit wil niet zeggen dat men op elk moment van de dag bewust in het vorige leven kan kijken.
Het verleden heeft zich niet voor niets afgesloten:
Wij ontmoeten zoveel mensen, van wie wij weten, dat wij van hen zouden kunnen houden en die aantrekkingskracht op ons uitoefenen.
Iets is er in die andere mensen, dat je met die levens verbindt, maar je weet niet, wat het is.
Dan moet je onfeilbaar kunnen zien en wel in het verleden, wat je op eigen kracht, ook al ben je er gevoelig voor, nooit kunt, omdat het verleden zichzelf heeft afgesloten.
Maar heel veel mensen kregen verschijnselen, zagen zich in die plaatsen terug en wisten precies, hoe zo’n stad, waar ze in dit leven nog nooit waren geweest, er vanbinnen en vanbuiten uitzag.”
Vraag en Antwoord Deel 1, 1950
Sommige mensen denken dat ze hun vorige levens kennen, maar Jozef waarschuwt om niet zomaar iets te veronderstellen en dat als zekerheid aan te nemen.
Op een contactavond zegt hij dat men kosmisch bewust moet zijn om volledig bewust en op eigen kracht in het verleden te kunnen terugzien.
Hiermee wordt bedoeld dat alleen de meesters vanaf de vierde sfeer in het hiernamaals daar op elk moment toe in staat zijn.
Mevrouw Devis vraagt: „Er was laatst een heer, die mijn vriendin en mij vertelde, dat wij elkaar in de zestiende eeuw reeds hadden gekend.
Hij zei, dat wij daardoor nu weer tot elkaar zijn aangetrokken als twee vriendinnen.
Kan dat?”
Jozef zegt: „Natuurlijk, dat kan, maar ik denk, dame, dat die man nu maar wat veronderstelt.
Immers, je moet kosmisch bewust zijn, wil je in je verleden kunnen terugzien.
Is die man dat?
Neen, nu nemen wij dit maar aan, zekerheid is er niet.
De bedoeling is goed, doch nu kunnen wij alles op losse schroefjes zetten en weten het niet.
Dus u was toen man en nu vrouw, ook zij?
Of is zij nu een hij?
Als de wereld ons hoort, lacht men.
Toch is dit alles waarheid, doch het gaat om de zekerheid!
Meestal is het echter de eigen levensgraad voor het gevoel en de persoonlijkheid, zodat de mens geestelijke verwantschap voelt en bezit en dit kunnen wij aanvaarden.
Vraag en Antwoord Deel 1, 1950

Onderzoek

Jozef vertelt op een contactavond over onderzoek naar vorige levens:
In Zweden woont een dokter, die de mensen onder hypnose brengt en die man en vrouw tot het verleden terugvoert.
Een vrouw laat hij terugkijken en ineens zegt ze: ‘Ik ben nu een man; ik ben getrouwd, daar zijn mijn vrouw en kinderen.
Ik heet zo en zo en ik heb een boerderij.’
Na onderzoek van deze gegevens op het stadhuis werd alles bevestigd.
Een en ander heeft in de bladen gestaan en er wordt over gesproken.
Deze dokter zegt: ‘Bij 150 mensen kreeg ik de bewijzen.’
Maak nu zelf uit, wat u ervan denkt.
Doch de wetenschap kan dit nog niet aanvaarden.”
Vraag en Antwoord Deel 1, 1950
Op andere contactavonden waarschuwt Jozef voor de gevaren die door hypnose veroorzaakt kunnen worden.
Het is ook niet nodig om onze vorige levens bewust te herinneren, omdat we de vrucht van deze levens toch ervaren door ons gevoelsleven.
De geestelijke leider van Jozef, meester Zelanus, geeft aan dat de inspanningen in vorige levens om zich geestelijk te verruimen, niet verloren gaan:
(Meneer in de zaal): ‘Ik vind het alleen jammer dat we onze vorige levens niet meer kunnen herinneren.’
U bént dit, u bént nú.
Wat wilt u van uw vorige leven beleven?
Dacht ge waarlijk, wanneer ge in een tempel was geweest en u had het meesterschap bereikt, dacht ge waarlijk dat u dat kunt smoren?
Waarom bent u hier?
Waar verlangt u naar?
(Meneer in de zaal): ‘Ik zeg het, omdat ik dan zoveel temeer overtuigd zou wezen van een leven na de dood.’
U bent nú.
Nu u in dit leven leeft, hebt u wellicht een miljoenste gram gevoel aan bewustzijn, sensitiviteit en verlangen u eigen gemaakt in de tijd dat u hier bent.
Een miljoenste gram, om hier te komen en die boeken te lezen, meneer, mijn vriend.
Want de rest heeft dit nog niet nodig.
Dat is een machtig bezit.
Vraag en Antwoord Deel 5, 1950

Leven in het nu

Eigenlijk is het een grote genade om ons verleden niet bewust te herinneren, omdat we in vele levens ook ellende hebben gekend:
Van al die levens weet men echter op aarde niets en dat is alweer een grote genade, want al die ellende bewust te moeten dragen, daarvoor zijn menselijke krachten, is ons zenuwgestel, niet op berekend.
Het Ontstaan van het Heelal, 1939
Wat belangrijk is voor ons huidige leven, voelen we bewust:
„Maar vertel mij, meester, hoe komt het dat het verleden in de ziel van de mens verborgen ligt en zij daarvan niets weten?”
„Omdat het stoffelijk lichaam het niet kan verwerken.
Doch wat de mens moet beleven, dat zal hij bewust voelen.
Bijvoorbeeld uw kunst.”
„Ja, ik voel en begrijp u.”
„Al die andere levenservaringen lossen in dat aardse leven op, omdat men in dat leven de betekenis niet kan en zal aanvaarden.
Velen geloven niet eens dat er een voortbestaan is, anderen weer wel, doch er zullen er maar enkelen zijn die het verleden kunnen aanvaarden.
Toch ligt het in de mens, diep in het wezen ligt het verborgen.
De Kringloop der Ziel, 1938
Een toehoorster vraagt aan meester Zelanus:
(Mevrouw in de zaal): ‘Ik bedoel ...
Ja.
U zegt, op karma doorgaande, dat wij in het leven geen mens ontmoeten, of we hebben in vorige levens ze ook ontmoet.
Nu praat u voor ons eens in de veertien dagen; hebt u ons nou in al die andere levens ook ontmoet?
Dat wou ik u vragen.’
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951
Meester Zelanus antwoordt dat we niet meer in het nu zouden leven, wanneer we alles uit het verleden zouden weten:
Ja, die dingen die kunnen wij u wel vertellen, maar dan leeft u niet meer.
Wanneer u dat allemaal weet uit het verleden, dan vergeet u het nú.
En dít is het.
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951