Bronteksten uit de boeken van Jozef Rulof bij het artikel ‘gevoelsgraden’.
Deze bronnen veronderstellen de voorafgaande lezing van het artikel ‘gevoelsgraden’.
Het hiernamaals weerspiegelt de gevoelsgraad
Leven na leven bouwt de ziel aan haar gevoelsleven:
Thans leren wij de mens kennen.
Maar het innerlijke leven als de ziel en de persoonlijkheid zeggen ons, hoe al die overgangen zijn.
De ziel als de persoonlijkheid maakt zich nu levenswijsheid eigen en doet aan kunsten en wetenschappen, waarvan gij, meester Zelanus, door de boeken: ’Geestelijke Gaven’ de wetten hebt verklaard.
Dat zegt echter, dat de éne mens méér gevoel bezit dan de andere en dat zijn levensgraden voor het innerlijke leven én voor het organisme.
Wat de éne mens bereikt, is de ander niet toe in staat!
Onfeilbaar vertellen de levensgraden ons nu hoe het eigen bewustzijn is ten opzichte van Moeder Aarde en haar levenswetten, voor godsdiensten en kunsten én wetenschappen.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4, 1944
Meester Zelanus, de schrijver van het boek ‘Geestelijke Gaven’, verklaart dat men eerst aan Gene Zijde de gevoelsgraden bewust leert kennen:
Terwijl we de graden voor het gevoelsleven op aarde beleefden, leerden we die eerst aan deze zijde bewust kennen en zagen we, dat ze stoffelijk én geestelijk zijn.
Geestelijke Gaven, 1943
In het hiernamaals ziet men immers die gevoelsgraden weerspiegeld in lichtsferen (hemelen) en duistere sferen (hellen):
Hier vindt u de zeven graden voor het gevoelsleven terug als de zeven hellen en hemelen.
Geestelijke Gaven, 1943
Dan beseft de hemelbewoner dat de ziel die gevoelsgraad al op aarde moet gehad hebben, anders konden die ‘graden voor geestelijk gevoel’ niet weerspiegeld worden in de sfeer in het hiernamaals:
Indien deze graden voor geest en stoflichaam niet op aarde hun bestaan hadden gekregen, zouden er geen hellen en hemelen zijn geweest.
Ze zouden niet hebben kunnen ontstaan.
Geestelijke Gaven, 1943
De meesters hebben de graden van gevoel en bewustzijn namen gegeven, die de bewustzijnsgraden vertolken die zij aan Gene Zijde hebben leren kennen:
Al deze Europese persoonlijkheden als volken leefden nog in het land van haat of in een schemertoestand, namen voor bewustzijnsgraden, zoals wij die aan onze zijde leerden kennen.
De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien, 1941
Van stoffelijk naar geestelijk
Op aarde zijn er vier gevoelsgraden vertegenwoordigd.
In het volgende citaat bedoelt meester Zelanus met ‘In de stoffelijke graden’ het leven op aarde in een stoffelijk lichaam, en met ‘ons leven’ verwijst hij naar zijn eigen leven in het hiernamaals:
In de stoffelijke graden, die Moeder Aarde voor uw evolutie schiep, zijn de volgende afstemmingen vertegenwoordigd: de voordierlijke, dierlijke, grofstoffelijke en stoffelijke.
De geestelijke behoort tot ons leven.
Op aarde vindt u al deze afstemmingen vertegenwoordigd, u kunt de mensen, die er in leven, aan hun handelingen kennen.
Geestelijke Gaven, 1943
Door de duisternis naar het licht
De ene ziel is verder geëvolueerd dan de andere, omdat zij eerder ontstaan is en hierdoor al meer levens heeft beleefd:
Waarom bent u verder dan het andere leven?
Omdat u eerder geboren werd.
Maskers en Mensen, 1948
Doordat de ene ziel de andere heel wat levens voor is, is het verschil in gevoelsgraad ontstaan.
Maar elke ziel bereikt ooit het hoogste bewustzijn:
Gij zijt die levens enige levens voor.
Meer is er niet.
Met u bevinden er zich miljoenen mensen in één graad.
Dat is uw levensgraad als eigen menselijke zelfstandigheid!
Dat is tevens uw afstemming voor deze maatschappij!
Waarom kunt gij studeren en kan het andere leven dat niet?
Dat leven is nog niet zover!
Maar dat leven kómt zover!
Maskers en Mensen, 1948
Elke ziel doorloopt dezelfde gevoelsgraden:
De ziel gaat van de voordierlijke naar de geestelijke graad.
De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien, 1941
De meesters van het licht die het hogere geestelijke bewustzijn hebben verkregen, kunnen de gevoelsgraad van iedereen met zekerheid vaststellen:
Om de levensafstemming ten opzichte van onze wereld van de enkeling en de massa te kunnen vaststellen, moet men het aardse leven hebben verlaten en het hogere bewustzijn bezitten.
De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien, 1941
Op aarde kan de mens hiervan ook een inschatting maken op basis van de handelingen van een mens.
In het volgende citaat wordt met ‘In dit leven’ bedoeld: aan Gene Zijde.
In dit leven kunnen wij de grens van het gevoelsleven vaststellen.
Welke hoogte voor deze zijde is behaald, is aan de menselijke uitstraling te zien.
Op aarde kun je dat echter volgen door de persoonlijkheid in alles te observeren, want iedere daad stemt zichzelf weer af op een levensgraad en die graad van leven zegt je, of hij geestelijk, dan wel stoffelijk, ja, dierlijk of voordierlijk is.
Zielsziekten van Gene Zijde bezien, 1945
Meester Alcar, de geestelijke leider van Jozef Rulof, waarschuwt echter dat men op aarde hiermee voorzichtig moet zijn, omdat de aardse mens zich op een karaktereigenschap kan verkijken.
Alcar laat Jozef de gevoelsgraad peilen van twee mensen op aarde, Joop en een meisje.
Het hart van het meisje is gebroken door liefdesverdriet, en in eerste instantie lijkt Joop innerlijk sterker te zijn dan het meisje.
Maar Jozef begrijpt dat men zonder liefde geen hogere gevoelsgraad kan verwerven:
„Joop is niet verder, omdat hij één doel volgt, Alcar.
Ik wil zeggen, Joop beleeft eigenlijk niets.
Dit meisje is in haar karaktereigenschappen veel verder dan hij is of zou kunnen voelen.
Ik zie dit kind ruimer en als ik haar leven volg, dan komt er in mij warmte.
Joop bezit die warmte niet, want hij sluit zich op en volgt een eigen bestaan.
Hij heeft geen verlangen om een meisje te bezitten.
Deze gevoelskrachten, als liefde gevoeld, zeggen tot Joop, tot dit kind en tot mij, dat er niets boven de liefde gaat en dat iedere persoonlijkheid zal vallen, indien er geen liefde aanwezig is of gevoeld wordt.
Ik zie het dus zo, dat Joop zich haar warmte nog moet eigen maken en dat zij derhalve Joop ver vooruit is.”
Zielsziekten van Gene Zijde bezien, 1945
Alcar legt uit dat hij als meester van het licht de gevoelsgraad van de mens op aarde met zekerheid kan vaststellen, maar dat men daarvoor aan Gene Zijde moet zijn:
In het aardse leven lijkt het, dat de een verder is dan de ander, maar wanneer we de karaktereigenschappen stuk voor stuk, een voor een volgen en ontleden, dan stijgt soms de hel boven een sfeer van licht uit.
Dat wil zeggen, dat de zonden die mensen denken te doen, niet eens zonden voor God zijn.
De daad van een ander kan lief lijken maar als je erachter kijkt is die ontstaan door zuivere eigenliefde en berekening.
Is dat liefde?
Zo kunnen wij aan deze zijde iedere persoonlijkheid ontleden, want het leven zélf stelt de eigen levensafstemming vast.
Nu gaat het vanzelf, maar je moet ervoor aan deze zijde zijn.
Zielsziekten van Gene Zijde bezien, 1945
Naast de gevoelsgraad of sfeer die de ziel deelt met miljoenen andere zielen, blijft elke ziel uniek door zijn verschillende vorige levens:
Deze studie is kosmisch diep, omdat al deze mensen, die toch tot één sfeer behoren, een eigen wereld bezitten, niet één mens is als de miljoenen anderen, elk leven vertegenwoordigt een kosmische diepte.
De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien, 1941