Voorwoord (bij Deel 3)
Geachte Lezer,
In het tweede deel maakte ik mij bekend en vertelde, dat ik de genezingen en uittredingen door mijn leider Alcar heb mogen beleven.
Toch wil ik op de vorige wijze doorgaan en u over André vertellen.
Alles wat u in beide andere delen hebt gelezen, alsook dit derde boek, werd door mij in waarheid doorgegeven.
God dank ik voor deze genade en ik hoop, dat het velen tot zegen zij.
„Moge Gods zegen op mijn werk rusten.”
Jozef Rulof
’s-Gravenhage, 15 November 1936