Stenen gooien
Ook het stenen gooien behoort tot de fysische verschijnselen.
Alleen duistere zielen zullen met stenen gooien, want een geest van het licht heeft lang geleden die ruwheid overwonnen en denkt er niet meer aan.
Het stenengooien is echter zo oud als het leven in de hel; sinds het ontstaan van de hellesferen is er op aarde met stenen gegooid.
Het gooien is op aarde bekend, maar hoe het eigenlijk in elkaar zit, weten maar weinig mensen.
Wanneer er met stenen gegooid wordt, vallen er bijna steeds slachtoffers te betreuren en dan kent ge meteen de mentaliteit van de stenengooier of -gooister, want ook vrouwen gooien met stenen.
Die mannen en vrouwen leven natuurlijk in een duistere toestand, hun hel, ze kregen echter met de aarde tijdelijk contact en konden met het stenen gooien beginnen.
Eeuwen terug werd er heel veel met stenen gegooid, in uw eigen tijd komt het maar zelden meer voor.
Dit heeft alweer een betekenis.
In vorige eeuwen is er met stenen gegooid, omdat die massa nog te bereiken was.
Miljoenen zielen beleefden toen de lagere bewustzijnsgraden.
Nu heeft de mensheid door alle misdaden en oorlogen heen een evolutie beleefd, waardoor het aspect op aarde én het innerlijke leven van die massa veranderde.
Als er met stenen wordt gegooid, bent u met een demon in verbinding.
Het gooien zelf is alleen mogelijk door de verdichting van de menselijke aura, zo er geen contact is, kan er niet met stenen gegooid worden.
Als mens moet ge dus voor het geval openstaan.
Er zijn menselijke krachten voor nodig en hiertoe dient alweer de levensaura.
En het contact komt meestal tot stand, omdat zielen elkaar haten.
Die mensen hadden of hebben iets met elkaar te vereffenen en doen het nu op deze wijze, maar hier blijft het niet bij.
Ze gooien zolang, totdat de ander het leven erdoor verloor.
Voordien houden ze niet op, want die ene ziel krijgt hulp van duizenden.
Door deze mensen uit onze wereld, wordt het aardse wezen dan gemarteld.
Was het contact eenmaal tot stand gekomen, dan brak men huis en hof af door deze eenheid, niets kon de astrale windmolen stilzetten.
Wil de astrale persoonlijkheid dat bereiken, dan moet hij eerst trachten op aarde in contact te komen met de stoffelijke mens.
Het is het éénzijn van gevoel tot gevoel.
Is het geestelijke contact bereikt, dan trekt het astrale wezen duizenden anderen aan, die hem helpen.
Maar ook op aarde komen mensen hun te hulp, want velen staan voor haat open en daar is dan het gewenste contact.
Zelfs dieren staan hun krachten af, ook door het dier is er met stenen te gooien, als het menselijke leven eenmaal de eigen krachten heeft geschonken.
In korte tijd is nu een huis afgebroken, maar is tevens de buurt volkomen bezeten.
Geen mens blijft meer vrij van deze besmetting, wie haatte is te bereiken en wordt hierdoor in deze verschrikking opgetrokken.
Als er in de omgeving geen stenen meer te vinden zijn, halen zij hen zelfs van ver weg om te kunnen gooien, ze zijn er niet te lui voor.
Dat geschiedde vroeger allemaal, thans is het niet meer mogelijk, want de volken ontwaakten.
Als iemand werd aangevallen, volgde daarop het sterven of de krankzinnigheid.
Deze man of vrouw werd vanuit ons leven gestenigd.
Indien er geen eigen bescherming aanwezig was, kon niemand hen uit die klauwen redden, zo men niet zelf wilde verongelukken.
Wanneer het stenen gooien begint, wordt de steen van de zwaartekracht ontdaan en is dan zo licht als een veertje.
Op datzelfde ogenblik volgt de levitatie van de steen.
De steen is dus opgepakt, ontdaan van de zwaartekracht, en het doel is van tevoren reeds opgenomen.
Nu stelt de demon zijn concentratie in en smijt de steen weg.
De concentratie is ingesteld op één punt, midden op uw hoofd, en daar komt de steen terecht.
Maar onderweg, tijdens het zweven van de steen, geschiedt er een groot wonder.
Op het ogenblik, dat de steen vliegt, laat de demon dicht bij het eindpunt de steen uit zijn concentratie los.
De levitatie houdt nu op te bestaan, het leven van de steen aanvaardt de zwaartekracht en slaat als een normale steen tegen uw hoofd!
Er kunnen tien gaten tegelijk in uw hoofd gesmeten worden, zij staan voor niets.
Dit is eigenlijk geen stenen „gooien” meer, maar het is alles nu „concentratie” geworden.
Onfeilbaar komt de steen daar waar hij wezen moet.
Dit onfeilbare richten komt uit uzelf.
Ge ziet, ge richt en tegelijk vliegt de steen weg, naar de plaats waarop uw gedachten zijn ingesteld, uw eigen wil.
En die is steeds raak.
Op het puntje van uw neus smijt men een steen, in uw oorholte, alles is mogelijk, het punt is in hun wil opgenomen en de steen moet luisteren, hij is thans een stoffelijk ding, door hun concentratie bezield.
Geleerden hebben het stenen gooien willen controleren, het viel hun daarbij op, dat er onfeilbaar werd gegooid, maar ze kwamen niet achter het raadsel!
Dit is het antwoord!
Hield de demon de steen vast, dan ging er een zacht windje over uw hoofd, in plaats van een steen.
Het leven van elk stoffelijk ding geeft het de zwaartekracht.
En dat leven is tijdelijk aan de steen ontnomen, maar kan onderweg weer losgelaten worden en zie, de steen raakt het gewenste doel.
Wanneer de steen in handen komt van de astrale persoonlijkheid, ligt aan dit stoffelijke ding tevens de onfeilbaarheid vast en is de steen geestelijk bezield.
De verharding geschiedt op het laatste ogenblik gelijk voor uw kippenei.
Als de steen valt verdicht de steen zich, net als het eitje.
Hierdoor gooien de demonen zo zuiver.
Maar ik zeg, het is geen gooien meer, maar bewust richten, het is dénken!
De steen wordt gedachte en onze gedachten, ingesteld op één punt, zijn onfeilbaar.
Wanneer een magiër honderden kippen kan vermoorden door zijn gedachtenkracht, wat dan, wanneer wij al die wetten in handen hebben en ze tot ons leven behoren?
Onze gedachten luisteren naar onze wil en die is natuurlijk bewust gericht, op één doel ingesteld.
Moet een steen krachtig gegooid worden, willen wij bloed zien, dan is dit door concentratie te bereiken.
Wij kunnen u dus door een steen even aantikken, maar u tevens bloedig verwonden, dat ligt aan ons zelf.
De wil dringt overal doorheen en kan moordend ingesteld zijn, die kracht gaat op de steen over.
De steen vertegenwoordigt ons voelen en denken.
En toch is de demon niet waar te nemen, ook al staat hij in uw midden.
Wij kunnen onfeilbaar met stenen gooien, omdat dit gooien een astrale wet is en wij wet worden.
Wij beleven een wet.
Maar wanneer nu deze wet weer met andere wetten afstemming heeft, komen voor het stenen gooien de elementaire wetten tot werking en trekt de eerste steen een tweede aan.
In korte tijd vliegen u duizenden stenen om de oren en dan zijn de elementaire wetten bewust geworden.
Er kunnen thans zandverschuivingen plaatsvinden.
De kosmos komt het stenen gooien te hulp en dat is verschrikkelijk, want de aarde zinkt onder uw voeten weg.
Die aarde is nu bezield, het leven wil gooien en dat is het allerverschrikkelijkste wat er gebeuren kan, waar zelfs demonen van rillen en beven.
Het is het allerergste wat geschieden kan, verder gaan kan niet.
Toch zijn deze wetten tot realiteit gekomen door het éne steentje, maar duizenden mensen leverden krachten ervoor.
Toen het verschrikkelijke voorbij was, leefden al die mensen aan deze zijde, tijdens het gooien hadden ze hun leven verloren.
De eerste steen maakte dus een andere wakker, ze willen nu gegooid worden.
Nu is er bewustzijn van een hogere orde in de steen gekomen, want de steen denkt nu.
Dat denken is door het menselijke gevoel in de steen neergelegd, waardoor de steen verstand heeft gekregen en nu menselijke haat bezit.
De elementale wetten komen nu door een opdracht tot de vernielzucht en zijn niet meer tegen te houden.
Nu vallen er duizenden stenen tegelijk.
In enkele seconden liggen er bergen van stenen op de mens, die men wilde stenigen.
Eerst dan lost het stenen gooien op.
Ook al willen andere demonen blijven gooien, wanneer de eerste ophoudt, verbreekt deze het geestelijke contact en beleven de anderen dit plotselinge ophouden.
Duizenden zielen hadden er pret door, even verlieten ze hun duisternis om aan het aardse gemartel deel te nemen.
Alles in hun omgeving werd erdoor besmet.
Deze lieden reden paard op uw varken en ook dat dier raakte bezeten.
Nu is het varken onmiddellijk op te trekken.
De dieren schreeuwden als bezeten en ze waren ook krankzinnig.
Paardrijden op varkens is een hels verlangen, alleen reeds om het verschrikkelijke geschreeuw van het beest, dat hun aan het eigen leven herinnert.
Het varken wordt als de steen in het astrale leven opgetrokken, maar het dier verandert er plotseling door en wordt als een paard.
Deze overheersende kracht is onfeilbaar, het stoffelijke leven volgt onmiddellijk deze wetten op.
De wetten tussen leven en dood zijn natuurlijke levensgraden, waardoor het astrale leven het stoffelijke tijdelijk kan aanvaarden.
Het varken is hierdoor een wet geworden, de levensgraad van het dier is ervoor gereed.
Op dat ogenblik legt het varken het eigen bewustzijn af.
En het menselijke wezen beleeft niets anders, het afdalen is voor u en voor ons het beleven van een lagere of hogere wet, door God geschapen en welke wij ons nu eigen moeten maken.
Het dierlijke instinct is de afstemming voor leven en dood.
Deze wet trekt weer een andere wet aan.
Op tal van wijzen heb ik u de voorbeelden mogen verklaren.
Door deze stenen-gooierij komen we onmiddellijk weer in andere wetten, levensgraden voor mens en dier, die hier afstemming op hebben, zoals de ene geestelijke gave met de andere te maken heeft.
Als eenmaal het contact tot stand is gekomen, is er niets meer dat de werking ervan, voor u het verschijnsel, tegenhoudt.
Waarachtige krachten hebben voor het leven aan deze zijde en voor u op aarde betekenis of ze waren er niet.
Door het ene leven is het andere ontstaan, maar het andere is werking, is een levensgraad die in ons leven de astrale wet vertegenwoordigt.
Wetten zijn mens, zijn dier, een planeet en een ster zijn een Goddelijke wet.
Goed en kwaad zijn wetten.
Aan ons al deze wetten te leren kennen.
En het leven na de dood is het geopende wezenlijke, het inkijken, het afdalen in dat, waarin wij ons bevinden.
Het wezenlijke zijn wij zelf, het geopende wordt ons nieuwe bewustzijn en het inkijken geschiedt door de waarachtige liefde, waardoor het leven van God tot ons kan spreken.
Maar stenen gooien naar het leven van God is een gruwel.