Het genezende medium

Onze Vader in de hemel schonk aan Zijn kinderen krachten en gaven om het andere leven te kunnen dienen, te troosten en te steunen, te overtuigen van het eeuwige voortgaan en om het zieke lichaam te genezen.
De mens heeft al deze geschenken Gods niet begrepen en er ’n eigen wereld van gemaakt, zodat ook de gave voor het genezende-mediumschap bezoedeld is.
Hoe vreselijk met deze gave huisgehouden is, hoef ik u eigenlijk niet eens te vertellen, tal van rechtszaken, door onbevoegden veroorzaakt, geven u het antwoord.
Het is zo natuurlijk als wat, elkeen kan ’n ander raad geven door eigen ondervinding, iedereen kent z’n middel om een ziekte te voorkomen of te overwinnen en vindt dát het beste.
Maar wie heeft gelijk?
Als de dokter het niet kan, de wetenschap machteloos staat, wat dan?
Moeder Natuur zegende al haar leven met deze gave, elk dier kan u raad geven, indien het beest zou kunnen spreken, om verschillende ziekten te overwinnen.
En toch is het gezoek naar genezing niet opgelost, ook al is de wetenschap ver gekomen, want nog immer zoekt de mens het gezonde stadium te behouden of te bereiken; het leven van God wil niet ziek zijn, omdat dat betekent stoffelijke en soms geestelijke afbraak.
Ook door onze wereld wordt de lijdende mensheid geholpen en dit geschiedt door het opleggen van de handen, zoals Christus het heeft gedaan of door de Egyptische wijsheid, de kruiden en de kracht tezamen, methoden, waarvan het kruidenstelsel van thans overgebleven is en die door vele onbevoegden wordt toegepast.
Ook de wetenschap houdt er zich mee bezig en vindt, dat er vorderingen worden gemaakt.
Maar wat is goed en wat is als de pest voor uw organisme?
Weinigen die het weten, ook hiervoor moet de mensheid nog ontwaken.
Van het genezende-mediumschap weet men op aarde weinig af.
En toch voelen duizenden mensen zich tot het helpen van zieken geroepen, heel veel mediums bezitten deze gave of hebben zich haar maar toegeëigend en genezen.
Iedereen doet het anders, maar het waarachtige genezende medium is aan wetten gebonden.
Bij de genezende gave behoren de psychische trance, de helderhorendheid en de helderziendheid en eerst dan, wanneer het medium de psychische trance bezit, kunnen al de andere gaven worden beleefd en is een zieke in veilige handen.
Onmiddellijk kan ik u zeggen, dat maar heel weinig mensen al deze gaven voor het genezen bezitten, want deze mediums zijn eigenlijk zelf grote wonderen, omdat door hen zelfs de wetenschap overtroffen kan worden.
Hun ingrijpen geschiedt alleen bij ziekten, waarvoor de doktoren machteloos staan.
Wat ’n dokter wél genezen kan, komt meestal niet in handen van een medium en dit is dan ook niet nodig.
Weinig mediums weten wat er geschiedt, wanneer ze hun handen op zieke plekken neerleggen.
En dat behoren ze toch te weten, want anders wordt het genezen een lukraak spel, waardoor ongelukken kunnen geschieden en waarmee het leven van een mens gemoeid is.
Soms staan de genezers voor grote problemen en weten ze geen raad, maar het waarachtige genezende medium heeft ook hier het hoogste bereikt en zal nimmer machteloos staan voor het eigenlijke probleem, omdat ook nu de astrale meester hem het antwoord zal geven.
Nooit zal deze meester het medium onkundig laten over de gang van zaken, het medium moet alles van de zieke weten of vroeg of laat komen de problemen en tast hij of zij in het ledige niets, waarvan wij het instorten hebben leren kennen.
Het genezende mediumschap is een buitengewone gave, maar moeilijk, omdat het medium zich volkomen moet opofferen.
Is dat niet mogelijk, dan kunt ge ervan verzekerd zijn, dat geen geest van het licht zich laat binden door de nonchalance van het medium, want deze weg voert ons naar de stoffelijke ellende en dit willen wij natuurlijk voorkomen.
Wij voelen er niets voor ellende op ellende te stapelen zodat ge nu reeds aanvaarden kunt, dat Gene Zijde eerst dan tot grote dingen in staat is, wanneer het medium in de vierde graad leeft en alle nodige gaven door het medium beleefd kunnen worden.
Het is alweer de psychische trance, die ons in de wetten voert voor het genezen.
De trance – maakte ik u duidelijk – bezit al de geestelijke gaven.
En voor het genezen is de gave van helderziendheid onmisbaar.
Wie deze gave niet bezit staat nimmer stevig op z’n benen en zal vroeg of laat moeten aanvaarden, dat de diagnose fout is gesteld.
De eigen gedachten door het áánvoelen vertroebelen weer de goede ontvangst en dit is als voor al de vorige omschreven en ontlede gaven ontzettend moeilijk te overwinnen.
Ook nu heeft de meester aan deze zijde alles in eigen handen, het medium bezit alléén het gevoel ervoor, want de gave blijft in ons bezit.
Is eenmaal het geestelijke contact tot stand gekomen, dan beleeft het medium de genezende gave, en zijn meester en medium tot eenheid gekomen.
Eerst nu kan de meester door het aardse gevoelsleven genezen, want hij is het, die de zieke volgt, en niet het instrument.
Het medium krijgt echter gegevens en zal dan op aanwijzing van de meester moeten handelen.
Deze verbinding is onfeilbaar, indien het medium steeds waakt voor het geestelijke contact of er komen weer stoornissen en de goede ontvangst is zoek, het contact versnipperd.
Hiervoor moet het medium waken of de zieke ondervindt niets dan narigheid en is nu in verkeerde handen.
Ontzettend veel mensen geven zich op goed vertrouwen over aan de mediums, én de charlatans onder hen, omdat ze elders geen hulp hebben gevonden, met het droeve gevolg, dat tal van zieken hun tol hebben moeten betalen en sommigen zelfs hun eigen leven erdoor verloren.
De genezende gave plaatst het medium voor de astrale wetten en voor die van het stoffelijke lichaam, en daar is kennis voor nodig.
Op verschillende wijzen geneest de mens buiten de wetenschap om en dit noemt men kwakzalverij.
Maar is een genezer voor onze wereld ’n kwakzalver?
Heeft het medium recht om erkend te worden?
Het is wel de moeite waard dit alles te volgen en uw charlatan aan te tonen in welk gevaar ’n zieke zich bevindt, wanneer onbezielde en onkundige, levend dode handen willen genezen.
Dit voor dokter spelen is levensgevaarlijk, maar ook hiervan trekken deze mensen zich niets aan en gaan hun eigen weg, niemand roept hun het halt toe.
Ze weten heel goed, dat ze zich voor het gerecht moeten verantwoorden, doch deze wetten zijn niet afdoende, ze kruipen toch door de mazen van het recht en genezen.
Wie geloof bezit en rechtvaardig is, wie liefde in zich draagt en openstaat voor de lijdende mensheid is reeds een heel eind op weg om een zieke wat steun en troost te schenken en genezing tot stand te brengen, waar kruiden en medicijnen moesten falen.
Voor God is nog steeds de Liefde overheersend en duizenden mensen zijn door dit „Heilige Vuur” volkomen hersteld.
Niet alleen lichamelijk, doch tevens geestelijk.
De mediamieke genezer stelt zich op hogere machten en krachten in en denkt nu te ontvangen, anderen genezen omdat ze de drang tot genezen in zich voelen en uit medelijden alles trachten te doen om het menselijke leed te verzachten.
De Christian Science aanhangers genezen door het gebed, en stellen zich direct in op de Goddelijke macht, waaraan ze zich volkomen overgeven, het Oosten geneest door studie van de stoffelijke en innerlijke stelsels, de magische inwerking van de concentratie.
Wat is nu goed en wat is fout en levensgevaarlijk?
De oningewijden komen er niet achter, hiervoor is astrale kennis nodig om te kunnen vaststellen, wanneer er genezen kan worden.
Het genezen door gebedsverhoring is zo oud als de wereld, steeds heeft het menselijk wezen getracht op eigen kracht de stoffelijke ellende te overwinnen.
De één doet het om een eigen bestaan te vinden, anderen uit liefde, omdat ze voor het leven van God iets willen doen.
En breek dat nu eens af, sla deze mensen hun geloof uit handen, vernietig het mooie en krachtige in de mens en ge staat zelf op woestijnzand.
En toch?
Tal van mensen gingen door hen juist de ellende in en werden mismaakt, door hun volkomen onkundige behandeling.
Nu zijn ze met zichzelf, met de astrale wetten en met God in botsing gekomen en moeten kleur bekennen.
Weinig mensen kunnen dat en gaan toch verder, genezen opnieuw en trekken zich niets van de aangerichte ellende aan, ze willen genezen.
Wat te doen, wanneer het willen dienen in die zielen is ontwaakt?
U voelt het zeker, om hierin een oordeel te kunnen vellen moet men al deze mogelijkheden kunnen overzien, de graden van het gevoelsleven kennen en een duidelijke geestelijke analyse kunnen trekken of we snijden ons zelf in de vingers.
We leggen dát stil, wat door hogere machten tot bezieling is gekomen en daartoe heeft een mens, noch Gene Zijde, het recht.
Genezers moeten echter weten, dat ze door handoplegging hun eigen levensaura wegschenken en dat nog lang niet is bewezen of hun eigen aura genezend is.
Toch is de menselijke aura ervoor geschikt.
Juist de levensaura van de mens kan genezen, omdat dit teveel van kracht bezielend werkt op weefsels, die onbezield, zelfs levenloos een eigen taak in het organisme hebben te volbrengen en nu nieuw voedsel ontvangen.
Maar het is tevens mogelijk, deze weefsels volkomen af te breken en dan is het genezen van mens tot mens afbrekend!
De charlatan legt ’s morgens of ’s middags z’n kaartje, hij ziet in z’n koffiedik, maar hij neemt ook tijd om te genezen, want, zo zegt het vreselijke monster, de mensen willen bedrogen worden, ik heb vanmorgen m’n dertig gulden verdiend, zie jij ze maar te verdienen!
Wij kennen deze hyena’s, tal van dit afzichtelijke gebroed hebben we gevolgd en hun genezen leren kennen.
Hoe ze soms denken te kunnen genezen zal u straks duidelijk worden.
Gaat er van deze mensen iets verhevens uit?
Hebben deze charlatans u iets te schenken?
Als ge weten wilt, hoe de zaken eigenlijk staan, kunt ge alweer aanvaarden, dat elk dier genezen kan, mits het dier z’n eigen soort ontmoet of het is ook weer niét mogelijk.
De charlatan trekt zich weinig van de astrale wetten aan, deze mannen en vrouwen gaan over lijken, ze willen leven.
Om iets anders te doen zijn ze te lui, ze vergrijpen zich liever aan de wetten van God.
Hun leven is makkelijk, ze spelen dame en mijnheer en krijgen nog ontzag ook, de deuren van iedere ziekenkamer gaan soms voor hen open.
Dit sóms ligt aan de mentaliteit, die hen doet roepen, de bewuste en ingewijde op dit gebied mijdt hen als de pest!
En dat dit noodzakelijk is, kan Gene Zijde u op tal van wijzen aantonen.
Wat deze charlatans doen is het leegzuigen van het andere leven, ze hebben niets te schenken.
Ze leven in leugen en bedrog, maar hoe wil God door de duisternis aan Zijn afgezanten het eeuwige licht schenken?
Dat kan niet, de duisternis is afbrekend!
Die mensen staan dus niét voor de genezende kracht open, al denken ze, dat hun aura is als die van ’n ander mens.
Ook hiervoor spreken de astrale wetten en wel overheersend!
Om te bedriegen voldoet de genezende gave voor tal van mensen, die het met hun zieken niet zo nauw nemen.
Het genezende bedrog schijnt uit hun ogen, maar om dat vast te stellen moet men zelf bewust zijn of het is niet mogelijk.
Sommige diersoorten genezen prachtig zichzelf en andere soorten.
Waarom zou de mens het niet bezitten, nu we weten, dat God ons deze krachten heeft geschonken?
Het oerwoudinstinct geneest zichzelf, totdat de ziekte niet meer te overwinnen is en we met de eigenlijke kwalen en verpestende ziekten te maken krijgen, staat ook dat leven machteloos.
Maar er is geen volk op aarde of het weet van het zelfgenezen iets af, Moeder Natuur legde deze wonderlijke eigenschappen in het leven.
Voor het Westen is het alweer heel iets anders, omdat het Westen Christus heeft leren kennen en het hoogste bewustzijn bezit.
Hierdoor is het genezen in het stadium gekomen van het bewuste dienen en zo kan er iets aan een zieke geschonken worden.
Ook deze gave bezit zeven graden.
In de derde en vierde graad leven de mediums, alléén de vierde graad is in handen van het genezende medium!
De derde graad van het gevoelsleven kan weer alléén aanvoelen en niet helderziend zijn of tekenen of schrijven, maar alleen genezen.
Enkele derdegraadsmediums bezitten echter weer gaven, de een helderziend en geneest, anderen tekenen of schilderen zoals ik reeds opmerkte, toen ik uw aardse kunstenaars volgde en u die wetten mocht verklaren.
In die handen is ’n zieke veilig indien het derdegraadsmedium zichzelf op kracht en intuïtie kan houden of er treden gevaarlijke problemen naar voren.
Het medium in de vierde graad kent deze narigheid niet, dit instrument bezit al de geestelijke gaven, op twintig wijzen kan de astrale meester dit leven bereiken.
Van onzekerheid is er nimmer sprake.
Het medium ziet en hoort, voelt en beleeft de ziekte.
En iets dat beleefd wordt kan niet liegen.
De eerste twee graden missen de gevoeligheid, het zien en het helderhoren en de allesoverheersende mogelijkheid, de psychische trance, ligt niet in hun bereik.
Wat deze lieden bezitten is weer de stoffelijke gevoeligheid.
En stoffelijke gevoeligheid kan niet geestelijk aanvoelen, het aanvoelen blijft aards, zodat de geestelijke diepte van z’n zieke niet in zich opgenomen wordt.
Want door het aanvoelen komt tevens het in zich op nemen van de ziekte tot stand.
En toch denken die mensen, dat een geestelijke dokter hen helpt, hun het antwoord en de diagnose geeft, waarop ze vertrouwen en bouwen.
Niet zo heel lang duurt deze zekerheid, spoedig moeten ze aanvaarden dat hun dokter hun kletspraat verkoopt en ze zélf bezig zijn.
Ze weten nu, dat Gene Zijde hen weer alleen heeft gelaten.
In hun fantasie leven deze geestelijke geleerden en volgen hen op het donkere pad, en geven hun, nu zij het stoffelijke mes niet meer kunnen hanteren, raad voor alle ziekten.
In uw spiritistische doolhof zijn het deze genezers die de voetangels en klemmen leggen waardoor gij in grote ellende kunt komen.
Een meester van deze zijde voor het genezen, trekt z’n instrument in al deze te beleven wetten op.
Het instrument dient dan z’n meester en de mensheid, door hun geestelijk contact kunnen er wonderen geschieden.
Wanneer de gaven en het gevoelsleven tot eenheid komen, het heiligende bezielende vuur in deze levens aanwezig is – en dat is het geval, want de meester is een geest van het licht –, dan is een zieke opgenomen in de veilige handen van Christus, want een meester van deze zijde dient hém!
Ge kunt ervan verzekerd zijn, dat uw zorgen en ellende begrepen worden en ge niet beschaamd wordt in uw vertrouwen jegens hen.
Deze meester dringt tot het laatste stadium van uw stoffelijk leven binnen, tot diep in de zieke weefsels, wat uw dokter niet beleven kan, daar hij immers buiten deze wetten staat.
Voor Gene Zijde, voor deze meester, zijn er geen stoffelijke onzichtbaarheden meer, het organisme is door zijn eigen licht doorschijnend geworden en belicht, hij ziet door iedere ziekte heen.
Door de psychische trance is dit te bereiken en door niets en niets anders.
Hierdoor krijgt de meester met de aarde contact.
Eerst nu kan het geestelijke waarnemen plaatsvinden, het medium schenkt zijn meester de mogelijkheid ertoe en dan kan er begonnen worden.
De meester daalt in het medium af en door hem weer in de zieke, en dit is het wat uw charlatans denken te kunnen na-apen.
Te genezen is er eigenlijk géén mens, de natuur geneest zichzelf.
Uw dokter weet dat, hij dient u de middelen toe, meer kan hij niet doen voor u.
Z’n medicijnen moeten het proces bespoedigen of afbreken of de stoffelijke afbraak voorkomen.
Hij helpt de zieke organen, meer kan uw dokter niet voor u doen.
Het is de grens voor hem en tevens z’n machteloosheid, indien hij voor de menselijke kwalen komt te staan.
De astrale krachten zijn hierop ingesteld, ook wij komen hier niet boven uit, maar de genezende aura van deze zijde en die van het medium doen meer.
Door deze levensaura herstellen zich de weefsels, krijgen nieuwe vitaliteit toegevoerd en dit werkt stoffelijk en geestelijk versterkend, opheffend en geestkrachtig liefdevol.
Dat is heel veel, maar het is nu eenmaal zo, de reine levensaura van de mens is bewust bezielend.
Hierdoor hebben de apostelen hun genezingen tot stand gebracht en hun meester weer door de Goddelijke bezieling, waarvan een meester voor het genezen iets bezit, zodat het voor hen soms mogelijk is het ongelooflijkste beter te maken.
Dat is door de liefde voor het genezen en het willen dienen van twee zielen tot stand te brengen en daar rust Gods zegen op!
De psychische trance is daarom ook een heilig wonder, door deze gave is alles mogelijk!
De meester van deze zijde heeft zich op de astrale wetten ingesteld.
Door het medium komt hij nu met de zieke één en kunnen de pijnen verzacht en de wonden genezen worden, innerlijke kwalen tot stilstand gebracht en opbouwend worden gesteund en dat heeft die meester in zijn eigen handen en het medium kan dit nimmer ontvangen.
Dit ontvangen wil zeggen, het zich eigen maken van de gave, omdat de gave natuurlijk tot ons leven behoort.
Is er voor het genezen geen meester aanwezig, dan heeft het genezen niets met het genezende mediumschap uit te staan en geldt het een eigen stoffelijke methode.
Vergelijkingen met de psychische trance hoeven we niet eens te maken, al wat hieronder leeft en handelt, blijft toch onzeker, ook al leeft het medium in de derde graad.
De onfeilbaarheid heeft de astrale meester in handen en deze wordt hem verschaft door de psychische trance.
De meester voedt de zieke organen door zijn aura en die van het medium en iets wat leeft kan niet ziek zijn, want dat wil hij bereiken.
En dat wordt meestal bereikt of de meester begint er niet aan en zendt de zieke naar de dokter.
Door de levensaura herstellen zich de zieke weefsels, de organen zuigen zich vanzelf vol en komen dan langzaamaan weer op kracht.
Dit dierlijke magnetisme of menselijke fluïde is bezielend en versterkend en kan nimmer afbrekend werken, indien het u door het goede genezende medium wordt toegevoerd.
Nu trekt de meester de zieke in zijn eigen leven op, de aura herstelt de zieke organen en er komt verandering.
Zo-even zei ik u reeds, de meester aan deze zijde ziet en geeft z’n eigen waarnemen aan het medium door, waarna de bestraling volgt en het medium de gave kan beleven.
In deze handen zijn de zieken veilig en is er van levensgevaar geen sprake.
De meester kent het menselijke organisme, zoals géén geleerde van de aarde het kent.
In het boek „De Volkeren der Aarde” kunt ge dat allemaal volgen, daarin heb ik uw toekomstige dokter mogen behandelen en krijgt u een duidelijk beeld in hoeverre de astrale dokter de aardse vooruit is.
Indien de meester ziet, dat de zieke geholpen kan worden – niet alle ziekten zijn te genezen – kan het medium aan de behandeling beginnen of de meester stuurt de zieke naar ’n dokter.
Het is niet mogelijk, dat ’n meester nu helpt!
Het medium neemt tijdens het éénzijn met de zieke de ziekte in zijn eigen lichaam op en door de genezende gave – de psychische trance – wordt onfeilbaar vastgesteld, wat eraan scheelt.
Vier gaven dienen nu het medium om ’n zuivere diagnose vast te stellen, die eerst door z’n meester is gezien en eerst daarna ontvangen wordt door het medium.
Moet het medium in de psychische trance afdalen, dan beleeft het instrument de ziekte en kan hij bij bewustzijn gekomen aan de zieke vertellen, wat z’n meester wil, dat hij te zeggen heeft, want om af te breken is de meester niet naar de aarde gekomen.
Het medium ziet nu in het lichaam, hij is tijdens de trance volkomen één met z’n meester.
De meester laat hem de ziekte zien.
Dit zien en overnemen van de ziekte en de daarbij komende helderziendheid is het hoogste wat ’n medium door Gene Zijde bereiken kan.
Niettegenstaande deze toch zo onfeilbare methode kan de meester nog hoger gaan en dit zal u straks duidelijk worden, wanneer ik u die toestand ga verklaren.
Machtig is het voor het medium en geruststellend voor ’n zieke, die weet, dat de menslievendheid van de apostelen niet uitgestorven is.
Onfeilbaar krijgt de zieke te horen waar de pijnen het tere weefsel afbreken, anders gezegd, waar de ziekteverschijnselen worden gevoeld en hoe ze zich vertonen.
De meester kent ze, hij is één met ziel en stof en weet van dit ruimtelijke diepe leven af, hij stelt het oerstadium vast, ook al zou hij ervoor in vele levens moeten terugkeren want ook die stadia liggen voor hem open.
Voor het genezende mediumschap volgt de meester een eigen ontwikkeling.
Omdat het medium hierin in geen geval zelf mag denken, moeten al die mogelijkheden eerst overwonnen worden.
Is het medium begaafd door de reine liefde om te willen dienen, dan beleeft ’n aards instrument in onze handen wonderbaarlijke wijsheid, die u aan géén universiteit beleven kunt, ook al staat ge voor het geopende lichaam en ziet ge die geweldigheid voor u.
Dat zien is stoffelijk beleven, het medium is nu kosmisch verbonden en voelt en ziet de oneindigheid van God.
De meester gaat met het instrument tot in het oerstadium, waarin de vonk Gods levend afdaalde, toen het embryo zou ontwaken.
Want daarin leven de ziekten en daar ligt voor het medium het generatieproces open.
Dat is uw erfelijke belasting, waarvoor de geleerden stilstaan en waarover zij zich gek denken, waar ze zich aan vastklampen, omdat er geen andere realiteit is te zien, doch die juist door de meester onfeilbaar wordt ontleed.
De meester voert nu het medium in het levende en afgelegde organisme, het astrale en eeuwige „nu”, waarin zich de wetten van God voor deze stelsels openbaren.
Het afgelegde kleed is het vorige bestaan, dat de meester astraal voor zich ziet, en waardoor de ziel bezwangerd is, maar waardoor tal van ziekten zijn ontstaan.
Nú staat de geleerde voor z’n eigen halt, en eerst dan gaat Gene Zijde verder en kan aan de opbouw begonnen worden, het astrale mes wordt nimmer door ’n ongeoefende hand gehanteerd.
Gene Zijde wil dat het medium leert en hierdoor wordt het geestelijke instrument volkomen in staat geacht om te genezen.
Hierin kan het instrument voor onze wereld ’n graad behalen, die de uwe ver overtreft, hoe belachelijk het ook moge klinken.
Wij zeggen, tussen hemel en aarde leeft God en wij zijn kinderen van Hem, die dienen!
Heeft de zieke plaatsgenomen, dan houdt het medium ’n hand vast, in de zijne neergelegd om tot eenheid te komen, en daalt nu in trance.
Naast de zieke gezeten komt het instrument geheel van zichzelf los en volgt nu z’n meester.
De astrale persoonlijkheid voert het medium het lichaam binnen en het medium beleeft de bewuste slaap.
Dit is een wonderbaarlijke toestand, want het medium is toch wakker en moet waarnemen.
Bewust en onbewust, wie hem thans ziet, voelt, dat dit leven in slaap is en toch moet waarnemen en dit is het wat de psychische trance aan het instrument schenkt, een groot wonder dus.
Het organisme is in de halftrance gekomen, zijn geest is levend bewust en moet werk verrichten voor zijn meester om de zieke te dienen.
Nu ziet het medium de ziekte voor zich!
Nadat de meester hem of haar in het lichaam bracht, de weefsels door de kracht van de meester werden verlicht, is het eigenlijke waarnemen van de ziekte mogelijk geworden.
Op eigen kracht is dat niet tot stand te brengen, tenzij men een Oosterse studie zou volgen.
De meester ziet de stoornissen en kan ze het medium tonen; door de concentratie, op het leven van de zieke ingesteld, worden de zieke organen verlicht en doorschijnend voor het medium.
Nu volgt de verklaring van de ziekte en wat zij ervoor kunnen doen.
Tijdens de psychische trance zuigt het medium intussen in z’n eigen lichaam ook nog de ziekte op en voelt er zich door besmet, hetgeen echter niet meer dan ’n astrale besmetting is, die spoedig oplost, wanneer het contact met de zieke wordt verbroken.
Dit is ’n driedubbele controle in één toestand voor de ziekte en deze is onfeilbaar.
De stoffelijke organen zijn door dit opzuigen duidelijk beïnvloed, het medium voelt die beïnvloeding reeds tijdens de trance, zo scherp reageert zijn lichaam, door de eigen gevoeligheid aangetrokken, op de zieke.
Wat dus de ziel van het medium voelt en wat hij helderziend waarneemt, zuigt tevens het organisme in zich op en dat alles is één gebeuren.
Kan de zieke nu geholpen, behandeld worden, dan geschiedt het volgende.
Er zijn maagstoornissen vastgesteld, die te genezen zijn – ’n vijfde graad van kanker bijvoorbeeld is niet te verhelpen of te genezen – en de zieke legt zich neer.
Het medium is weer bewust en legt z’n handen neer, maar komt nu tot het genezen.
Het grote genezende medium beleeft nu vele wonderen tegelijk, ook het genezen voert hem in de wetten van God en hij leert deze zo kennen.
De halfwakende trance wordt nu toegepast, het instellen op honderd procent, dat uw aardse kunstenaars zo gaarne willen beleven, doch dat slechts door ’n enkeling beleefd wordt, omdat ze het gevoel ervoor missen, waardoor het medium zijn beleven kan volgen.
Hij stelt zich nu op de zieke in, volgt helderziend de bloedsomloop en het reageren van het zenuwstelsel en voedt thans door de hulp en de krachten van z’n meester de maagstreek, al die zieke en gevoelige, vermoeide weefsels, door de levensaura, die bezielend door z’n eigen lichaam stroomt, daar hij thans kosmisch verbonden is.
Dit menselijke fluïde, opgevoerd door de bezielende gedachten van z’n meester, stuwt die zieke weefsels omhoog en geeft werking aan de vermoeide delen, zodat het natuurlijke leven moet terugkeren.
De zieke neemt deze kracht eerst geestelijk over, daarna gaat deze kracht op het lichaam inwerken, waarmee alle stelsels, die onder het normale gewicht leven, zich volzuigen.
Het is het water voor uw plant, het voedsel voor uzelf, deze stelsels missen die vitale krachten en hebben er ’n tekort aan, zodat deze delen niet op volle honderd procent het lichamelijk werk kunnen verrichten.
Hierdoor kunnen de zwaarste ziekten overwonnen worden, want het dierlijke magnetisme is doeltreffend en versterkend, bezielend voedzaam, het geeft aan het lichaam opgewektheid en vooral nieuw leven.
De ziel zorgt zelf voor het proces, maar dat kan tevens door de meester geschieden en daar is kennis voor nodig.
De meester maakt zich nu één met de zieke delen en weefsels en voorkomt het versnipperen van de levensaura, geeft nu niets aan de nog op kracht zijnde lichaamsdelen, maar verzorgt eerst die moeizame weefsels, daarna krijgt het gehele organisme ’n geestelijke bestraling.
Hij ziet nu duidelijk voor zich welke organen hulpbehoevend zijn.
De op kracht zijnde weefsels hebben geen verlangen om gevoed te worden en weigeren dan ook deze aura op te nemen.
Iets, dat op kracht is met de natuur in harmonie, is niet in staat tot de stoffelijke woekering over te gaan en weigert beslist.
Die organen zorgen echter voor het eigenlijke natuurlijke lichamelijke evenwicht en doen op hun wijze alles om die zieke organen te voeden, want dit hindert, is afbraak en daar voelen ze niets voor.
Deze machine helpt zichzelf en is aan het grote geheel vastgelegd.
De weefsels moeten zich nu langzaamaan kunnen herstellen, wat door de meester waargenomen wordt en de zieke voelt soms na de eerste behandeling reeds de beoogde opgewektheid, wat heilzaam is voor de zieke.
Deze verschijnselen zijn als ’n verfrissend bad aan te voelen, de heerlijke moeheid is tevens versterkend voor de andere organen, wat door de levensaura tot stand gebracht, en de verlangde ontspanning is.
Deze behandeling kan enige maanden duren, vaak veel langer, afhankelijk van de ziekte.
Ongetwijfeld is in één behandeling soms de ziekte weg te nemen, dan komen de zenuwcentra tot werking en tot natuurlijke harmonie en hoeft het medium niets meer te doen, de menselijke machine draait weer op eigen kracht, Zon en Maan, weer en wind, regen en storm dragen het hunne ertoe bij om deze stoffelijke en geestelijke harmonie te herstellen.
Noemt u dit genezen krampachtige kwakzalverij?
Eén op duizenden genezende mediums bezit deze heiliging van uw Vader in de Hemel.
Geloof het!
Het is het hoogste, wat ge als medium bereiken kunt!
En de moeite waard!
Stelt de meester vast, dat de zieke niet geholpen kan worden, is er voor hem niets aan het ganse proces te doen, dan hoeft het medium geen hand uit te steken.
De meester weet toch, dat vroeg of laat de ziekte overheersend is en geen hulp, hoe dan ook, geboden kan worden.
Hij wil niet, dat z’n medium zich te pletter loopt, hoewel hij ook dat soms z’n instrument zal doen beleven, om te laten zien, hoe diep de menselijke krachten toch het levenloze kunnen benaderen.
Dit benaderen moet het medium nu beleven en daarmee leert het instrument het uiteindelijke kennen en begrijpen, zodat ook hij of zij leert en niet domweg deze weg hoeft te volgen.
Het medium reageert onmiddellijk, hoe vreselijk vele zieken het ook vinden, hieraan valt niet te tornen, noch te twijfelen, de meester voorkomt onnodige ellende.
Hij is de beschermer voor zieken en instrument en als hij zegt dat hier niet te helpen valt, dan is dit zo en u hebt dat te aanvaarden, ook al denken sommige mensen, dat voor God alles mogelijk is.
Wij hebben geleerd dat dit niet zo is en bogen onze hoofden voor uw ziekten, ze riepen ons én de Engelen aan deze zijde – zelfs Christus – het geestelijke halt toe!
Maar dat is de kunst; indien ge dit als medium weet, zijt ge in staat uw dokter te overtreffen, want meermalen staat deze voor dit machtige raadsel en weet niet hoe te handelen.
Dan kwam de dood, snel en onverwachts, en maakte ondanks zijn kunde en goede wil, een moordend einde.
Hiertegen is niet te werken, het is het einde van de aarde voor de ziel, wat door ’n meester van deze zijde echter al van tevoren gezien werd.
Is operatie noodzakelijk, stelt de meester vast, dat de ziekte niet te overwinnen is, dan moet de zieke z’n raad opvolgen.
Al zegt de zieke met geen dokters te maken te willen hebben, de meester is onverbiddelijk!
Geen hand zal het medium of z’n meester uitsteken, dit voert hen in het duistere en onzekere en moet ten koste van alles voorkomen worden.
Is ’n zieke nonchalant en vertikt hij de aardse hulp te aanvaarden, die voor de ziekte doeltreffend is, dan is ’n meester niet in staat te dienen en iets voor de zieke te doen, omdat uw dokter dit in handen heeft.
Naar hem moet de zieke gaan en daar de gevraagde hulp ontvangen, want door medicijnen zijn vele ziekten meestal in korte tijd te overwinnen, waar het genezende medium maanden zou moeten werken en dit voorkomt een meester.
Nu ziet de meester hoe bijvoorbeeld een gezwel er vanbinnen uitziet.
Hij stelt vast, dat het niet rijp is voor de operatie en wikt en weegt de toestand.
Indien hij ziet, dat enkele maanden behandeling het gezwel doet rijpen, geeft hij de zieke deze kans, maar verzwijgt niets, de operatie moet toch geschieden.
Heel veel dokters stonden voor deze rijpheid en vonden het ’n operatie van niets, omdat het gezwel zonder enige moeite kon verwijderd worden.
Door tal van bewijzen zou ik het u kunnen aantonen, maar dat doe ik in een ander boek, dat wellicht later komt en wel onder de titel: „Het genezende medium” (dit boek werd niet door Jozef Rulof ontvangen).
Een enkele diagnose wil ik vermelden.
Een dame moet geopereerd worden in haar onderlichaam.
Ze vraagt aan het medium:
„Zeg het maar, aanstonds zullen we praten.”
„Goed”, zegt het instrument en ontmoet tussen leven en dood z’n meester.
De diagnose wordt gesteld en het medium keert terug.
Behandeling is niet nodig, alléén nog even afwachten, het gezwel is nog niet rijp voor behandeling door de chirurg.
Het medium heeft haar alles duidelijk door zijn meester kunnen verklaren en ze zal luisteren.
Onfeilbaar is de ziekte vastgesteld.
Over zes weken kan ze zich volkomen overgeven of straks staat ze opnieuw voor ’n operatie.
Wat er ook zal geschieden, ze hoeft zich nergens zorgen om te maken.
De dame vindt het geweldig en gaat weg.
Drie weken later hoort het medium, dat ze geopereerd is.
Jammer denkt hij, waar is mijn hulp nu voor nodig geweest?
De zieke komt later tot hem en wil erover vertellen.
De dokter had haar te kennen gegeven, zich meteen te laten opereren.
Het medium gaat nergens op in en zegt alleen: jammer.
Vier maanden later staat ze weer voor hetzelfde proces en moet opnieuw geopereerd worden, er is nog iets, wat toen niet weggenomen kon worden.
Alles verliep dus, zoals voorspeld was, het medium kreeg de wijsheid dan ook van Gene Zijde.
Een andere dame roept zijn hulp in.
Ook zij moet onder het mes van haar dokter maar ze wil eerst het oordeel van Gene Zijde weten.
Ze zegt niet wat zij scheelt, ze wil ’n overtuigende indruk meekrijgen.
Het medium ziet haar toestand en zegt:
„U hoeft niet eens geopereerd te worden.
Dit gezwel is binnen drie à vier weken volkomen weg.
Ik ga u niet eens behandelen.”
Dit oordeel was dus alweer geheel tegenstrijdig aan dat van haar arts, die haar meteen wilde laten opnemen.
Ze zal het medium het verloop komen vertellen.
Binnen drie weken voelde ze niets meer, het was ’n zenuwdikte, die door andere krachten zou oplossen en wel door kalmte en wat rust.
Het medium in onze handen is waarlijk in staat uw dokter hulp te verlenen en bij te staan in al z’n moeilijkheden, indien de psychische trance aanwezig is.
Buiten deze gave om is Gene Zijde tot niets in staat en er is geen zekerheid meer, die voor de geestelijke hulp dringend noodzakelijk is om ’n geleerde te overtuigen.
Wij mogen gerust zeggen, dat een zieke in deze handen veilig is, ook al heeft het medium geen verstand van deze materie, dit ontvangt hij thans van uw aardse, maar astrale geleerde, die zijn studie in ons leven kon voortzetten of die aan deze zijde zich de wetten eigen maakte, waarvoor ’n geest van het licht gereed is.
Dit is geen profanatie, want wij weten wat we kunnen bereiken, een operatie zal door ons niet worden tegengehouden.
De zieken moeten nu zelf weten wat ze zullen gaan doen.
Wij zijn niet van plan de Christian-Science-methode toe te passen en het tot ’n verrottingsproces laten komen, daarvoor is ons leven té bewust en bezitten wij té veel liefde, waardoor we in staat zijn uw leven te behartigen.
Wij bidden u niet levend en we gaan geen duistere weg, wij laten niets aan het Opperwezen over, want God zegt „Al Mijn kinderen werken voor Mij – doet eerst dat, wat ge zelf kunt en kom dan tot Mij – ik zal u dan helpen!”
Maar de Christian Science denkt er anders over, doch deze geneesmethode is onzeker, is eigenlijk profanatie.
Iets wat gebroken is kunnen wij niet genezen, het kan wel tot verrotting overgaan.
De aanhangers van de Christian Science willen hun kind, dat ’n been gebroken heeft en neerligt, beter bidden.
De dokter komt eindelijk en moet hun de ouderlijke macht ontnemen, zover gaat uw scientist, die onvoorwaardelijk overgeeft, wat door ’n stoffelijke hand in slechts korte tijd genezen wordt.
God kan dit been niet genezen, God zegt: „Ga tot Mijn ander kind – uw dokter – en hij zal u hulp schenken!”
Waarvoor dienen anders al deze mensen?
Aan deze zijde kunt ge het onnatuurlijke van uw eigen leven vaststellen en dit heeft ook Mary Baker Eddy moeten aanvaarden, toen ze het aardse leven met het eeuwige verwisselde.
Ze heeft aan mijn meester gevraagd haar gedachten in dit boek vast te leggen en aan haar volgelingen door te geven, hetgeen ze bij alle volken tracht te bereiken, om op deze wijze haar fouten enigszins goed te maken.
Mary Baker Eddy zegt u:
„Ik leerde aan deze zijde de wetten van God kennen.
Ik heb geleerd wat God heeft gewild en hoe het menselijke wezen op aarde geholpen kan worden.
Voor ’n gebroken been is aardse hulp nodig.
Het been kan genezen, wanneer het gezet is,
zijn kunst is het bewuste dienen door wetenschappelijke studie, en dit heb ik in handen van God teruggevoerd.
God weigerde beslist.
Aan deze zijde zag ik waarom God mijn gebed geweigerd heeft, ik was in opstand en in botsing met de stoffelijke wetten.
Gij scientisten moet aanvaarden, dat niet alles door het gebed kan worden genezen.
De hoogste Engelen aan deze zijde hebben mij van mijn onkunde overtuigd, waarna ik diep mijn hoofd heb moeten buigen.
Bid, bid steeds tot God en vraag om genezing, maar weiger geen stoffelijke hulp, volgt door de wetenschap Gods kracht en macht, eerst dan heeft uw gebed Goddelijke betekenis.
Bidden alléén helpt niet, wanneer die hulp noodzakelijk is.
Daarna eerst heeft het gebed betekenis.
Ik dacht door God het onmogelijke tot stand te brengen en verbrijzelde mijzelf, ik beging fout na fout, niet wetende, dat toch Gods zegen altijd geschonken wordt.
Ik vernietigde de wetten voor het stoffelijke leven, ging regelrecht tot Hem, die ons aller Vader is en leefde boven de eigen machten en krachten, die in mij waren en die de hogere ontwaking niet konden beleven.
Door uw geneesheer tot God, wil ik u van deze zijde uit zeggen dan tot Hem door uw rein gebed en de wil Zijn hulp te aanvaarden!
Dit is hetgeen ik tijdens mijn leven niet heb begrepen.
Ik bracht een kloof tussen Hem en mij en uw levens.
Geve God, dat dit woord tot u komt.
God schonk mij deze genade, waarvoor ik dankbaar ben.
Ik dwaal over de aarde, ben op zoek naar het instrument, die mijn gedachten zal opvangen.
Eerst dan ga ik aan deze zijde verder en bereik ik het hogere ik.
Mijn rust hebt ge in uw handen.
Uw Mary Baker Eddy.”
 
En zo is het!
Bidden alléén is niet voldoende, ook al is voor God alles mogelijk.
Maar haar volgelingen verwaarlozen zichzelf.
Gene Zijde bracht de wetenschap naar de aarde.
Uw dokter is een helper van God en een kind, indien hij z’n taak voelt.
Zijn behandeling is ’n gebed, want hij dient.
En dienen is bidden!
De gelovigen bidden om beterschap, maar ze moeten nu weten wanneer ze kunnen bidden, eerst dan heeft het gebed betekenis.
Dit natuurlijke hebben al haar aanhangers.
Het bidden voor een gebroken been is het beleven van de Christian Science, dat moeten ze afleren of ze breken zichzelf af.
Wij bewandelen haar weg niet, zoals reeds gezegd is, we verwaarlozen de wetenschap niet en dit is meermalen de ondergang voor het fanatieke geloof in God, dat onbewust vertrouwen is en betekent.
Dat vertrouwen is ziekelijk, omdat het geen kennis van zaken heeft, het is het vernietigen van het bestaande, de eigen bewustwording, en dit heeft God nooit gewild, want God wil, dat wij ons Zijn wetten eigen maken.
Deze levens staan stil!
Het is iets verzachtender dan profanatie, maar toch zo onbeholpen, zo ongeestelijk.
Het spreekt vanzelf, dat, indien uw dokter u geen hulp kan schenken, ge kunt doen wat ge zelf wilt – of ge thans door de kat of de hond gebeten wordt, als de genezing maar komt, denken velen.
En ook dat is heel menselijk, maar pas op dat ge niet in de handen van ’n charlatan valt, ge zoudt ’n narigheid beleven, zoals nog nimmer in uw leven is gekomen.
Het enige, wat ge nu doen kunt, is alles overgeven wat in Gods handen ligt en de wetten van God zullen spreken.
Onvoorwaardelijk komt het weten tot u en ge zijt in veilige handen gekomen, zoals het ’n gelovige betaamt.
Het medium in onze handen leert tijdens het éénzijn met z’n meester de ziekten kennen.
Voor het instrument zijn er geen problemen meer, want de meester zal ze hem tonen.
Doch wanneer deze graad voor de gaven niet beleefd kan worden, treden er tal van moeilijkheden naar voren en deze moeten toch overwonnen worden, thans echter op eigen kracht, en dat is onbegonnen werk.
Het genezen is daarom kunst beleven, die alléén tot deze wereld behoort.
Het genezen van mensen is doodeenvoudig, de kunst is, te weten wat de zieke heeft, de rest volgt vanzelf.
En daar hebben de eerste gevoelsgraden, die genezen, ontzettend mee te kampen, ze beleven fout op fout en trekken zich er niets van aan, gaan verder en willen leven.
Door hen komt u in de narigheid terecht, deze charlatans gaan over lijken.
Nu is de psychische trance niet aanwezig.
De derde graad van het gevoelsleven, die nog door gevoel geneest, en zeker de daaronder liggende graden voelen zich als ’n schildpad in de lucht.
Onbeholpen naïef zijn ze en voortdurend dodelijk beangst, dat ze er weer eens glad naast zijn.
Ieder ogenblik lopen ze zich te pletter tegen de astrale wetten én de geestelijke gave voor het genezen.
Hun kat-en-hond-instinct helpt hun nu niets, ze gaan telkens weer over één nacht ijs en dit kan op bewuste moord uitdraaien.
Wéé dan de zieke, die in hun handen valt.
Hun hyena-instinct is onverzadigbaar en barbaars, oerwoudachtig en onmenselijk!
Deze charlatans kunnen zich immers niet volkomen leeg maken.
En toch genezen?
De zieke is afhankelijk, het medium móét weten in welke toestand zich dit leven bevindt of het levende gif wordt u toegediend.
Niets mag het medium hinderen of er komen reeds stoornissen en problemen, die de zieke ondergaat en dodelijke gevolgen kunnen hebben.
Geen geest is in staat één woord tot de genezer te spreken, ook al zijn eronder, die bidden, dag en nacht bidden, om tenslotte toch te moeten aanvaarden, dat God hun gebed niet heeft kunnen verhoren.
Voor de derde levensgraad is het toch nog mogelijk om ’n onfeilbare diagnose te stellen en dit geschiedt nu op een wijze, die door het áánvoelen tot stand komt.
Nu is Gene Zijde van gevoel tot gevoel één, maar dit moet dan door het leven van het medium beleefd worden.
Indien ’n medium twijfelt aan zichzelf, krijgt de zieke geen aura, geen levenskracht, want de twijfel heeft geen bezieling en brengt het medium op een doodlopende weg.
Ophouden is dan noodzakelijk.
Het leven van het medium is niet in werking, kan niets geven, maar vráágt, het zuigt zelf op en dit is nu het afschuwelijke vermoeiende gevoel, dat de zieke soms na ’n behandeling heeft.
Nu is er niet ontvangen, maar genomen van het beetje leven, dat nog aanwezig is.
Voor de genezer heet het dan: „Wat ben ik weer geholpen, wat hebben ze mij een kracht gegeven.
Zo zie je, je geeft iets, maar je krijgt het van Gene Zijde terug”.
Hij is er evenwel onbewust van het feit, dat hij de levenskracht nam van het zieke, gemartelde organisme.
Het twijfelende gevoelsleven houdt de fluïde vast, heeft niets te geven, alléén het bewust ingestelde gevoelsleven kan iets schenken.
Dit is van grote betekenis voor het genezen.
Het is het waarachtige weten, en wie weet, is in zijn handelen zeker en doeltreffend.
Dit zijn de wetten voor een medium en een genezer op eigen kracht.
In het Oosten kan men het u onmiddellijk vertellen.
U hoort daar zo vaak zeggen: „Houd uw vergif, ik heb mijn eigen weerstand.”
En dat wil zeggen, dat een genezer zonder kennis van deze wetten niets kan schenken.
Het is voor ons leven het doelbewuste doorgeven van de eigen krachten en die zijn doordringend en bezielend.
Die vloeien regelrecht naar de zieke organen en zijn genezend, versterken de zieke delen en betekenen opgewektheid voor ziel en hart, geest en stof.
Zijn die krachten niet in het medium aanwezig, dan twijfelt de genezer en zijn werk is afbrekend.
De op volle kracht uitgezonden levensaura kan wonderen verrichten.
En die kracht is voor de zieke en voor het medium versterkend, maar zij is hun dan door de meester geschonken.
Daarom zegt de charlatan: „Wat hebben zij mij weer geholpen!”, maar de zieke verarmt erdoor ...
De psychische gaven zijn daarom voor het genezen gewenst en noodzakelijk, nu is het genezen bewust, is onfeilbaar door het weten van de geest, welke door het medium de zieke dient!
Het medium in de derde graad voor de gaven en het gevoelsleven geneest door het aanvoelen en wordt nu toch door een meester van deze zijde geholpen.
Nu is er helderziendheid, noch helderhorendheid aanwezig, alléén het voelen, waardoor echter een onfeilbare diagnose kan worden gesteld.
Er mag nu niets het innerlijke leven van het medium storen of er komen fouten en het aardse gevoelsleven zal het geestelijke overheersen.
In alles moet het passief zijn op honderd procent beleefd worden en dan neemt het medium het weten van z’n helper aan deze zijde over.
Nooit kan de meester ’n woord tot het medium stoffelijk spreken, innerlijk zijn ze echter één en blijven dat tijdens het stellen van de diagnose en het behandelen.
De aangeboren helderziendheid komt echter het medium te hulp en dat áánvoelen is het, waardoor de geestelijke eenheid verkregen wordt.
Deze gevoeligheid is zó krachtig, dat het medium zelfs de ziekte kan aanvoelen in eigen lichaam, zoals de charlatans proberen te doen en waardoor uw telepaat werkt.
Nu treedt de gelijke afstemming naar voren, zieke en medium moeten één afstemming bezitten of de aura wordt niet opgenomen en het genezen heeft geen betekenis.
Indien ze niet in één gevoelsgraad leven, is er geestelijk geen contact en komt er geen verbinding van de aura’s tot stand.
De aura stroomt door het organisme heen en het gevoelsleven van de zieke is te grof om deze krachten op te vangen, zodat het medium de krachten van de zieke wegzuigt.
Het is hierdoor, dat veel zieken geen baat vinden en niets voelen, anderen daarentegen stralen onmiddellijk de gezonde vitaliteit uit en voelen zich wel.
Ook deze levensgraad kan mooi werk verrichten en heel veel goeddoen.
Deze mediums moeten een groot vertrouwen hebben, een onwankelbaar geloof in hun meesters bezitten en heel veel liefde om te willen dienen.
Leugen en bedrog voeren hen in andere handen, zij moeten zich – gelijk eenmaal de apostelen – instellen op hogere machten en zich volkomen leegmaken en afwachten.
Wanneer een meester aan deze zijde op de derde graad inwerkt, dan weet het medium ineens hoe te moeten handelen, in stilte is het weten tot hem gekomen.
Bij ingewikkelde ziekten worden de diagnoses herhaald en opnieuw controle uitgeoefend.
Heeft het medium zorgen, is er iets, dat z’n gevoelsleven opeist, dan is er van mediumschap geen sprake meer, lost het gevoelsleven onmiddellijk in die zorgen op en kan Gene Zijde dit leven niet meer bereiken.
Deze zorgen roepen het geestelijke halt uit.
In niets mag het innerlijke leven gestoord worden.
Deze bijkomstigheden kunnen het contact vernietigen.
Een derde-graadgenezer stelt ’n diagnose.
Maar de patiënte twijfelt en komt bij de vierde graad en hoort nu, dat ze niet geholpen kan worden.
Er is niets aan te doen?
Hoe is dat nu mogelijk? vraagt ze.
De vierde zegt tegen de derde graad: „Heb je zorgen?
Je diagnoses deugen niet meer.
Wat is er?”
De man leefde in een vreselijke tijd.
Hij had ontzettende zorgen door familieomstandigheden, die hem overheersten.
Maar toch, deze mediums moeten boven alles verheven staan of de gave lost op en het geestelijk contact is verdwenen.
Nu was hij niet leeg en nam hij de wensen van z’n patiënte over, want zij was het, die hem beïnvloedde.
De geestelijke leider werd uitgeschakeld.
De derde graad begreep nu, dat de vierde ver boven hem stond, op een hoogte, die hij nimmer zou kunnen bereiken, want de vierde graad heeft meer mogelijkheden om tot het geestelijke contact te komen.
De leider kan steeds z’n medium bereiken, al de psychische gaven liggen in zijn bereik.
De derde-graadgenezer is dus als uw telepaat ingesteld, doch hij in zijn geval op ziekte.
Uw telepaat zou een goed genezer kunnen zijn, hij leeft in de derde graad, maar voelt er niets voor, hij bezorgt u een geestelijke avond in stoffelijke toestand.
Dit is de grens voor het derde-graadmedium, hoger gaan kan niet.
Zou een derde graad zich instellen op de telepathie, dan kan het medium hierin iets bereiken, omdat dit eigenlijk de telepathische overdracht is, die echter geestelijke inspiratie wordt als Gene Zijde inwerkt.
Nu wordt de diagnose ontvangen.
U ziet echter, hoe onfeilbaar uw gevoelsleven voor de geestelijke gaven ingesteld kan worden en hoe scherp de gaven reageren of u het halt toeroepen.
Elk mens bezit levensmagnetisme, maar niet iedereen kan genezen.
Iedere hond bezit z’n eigen kracht, waarom wij mensen niet?
Al het leven in de ruimte heeft van God de eigen levensfluïde ontvangen, want aan het stoffelijke leven ligt de aura vast en de ziel als de persoonlijkheid geeft haar aan het andere leven.
Hoe de aura gegeven wordt, is ook een grote factor, die de volle overgave en de liefde van het instrument eist.
Is er heel veel liefde aanwezig voor de zieke en een prachtig geestelijk contact, dan is het overgeven van de levensaura een zegening.
De zieke voelt het inderdaad aan en geeft zich volkomen over, indien het medium zich van het stoffelijke leven vrij kan denken.
Hij moet alléén de ziekte en zijn dienen zien.
Voor deze behandeling hoeft de zieke zich niet te ontkleden, want de levensaura dringt door alles heen, het is een astrale kracht, waardoor al het leven is ontstaan.
Dit natuurlijke instellen is door de concentratie tot stand gekomen en het medium volgt het verloop van de ziekte.
Innerlijk vangt het medium de berichten op, waardoor zijn meester hem laat voelen, dat hij moet ophouden.
Een medium in de derde graad stelt zich op zijn meester in en begrijpt dat de behandeling ongeveer ’n kwartier duurt.
Hij kent deze tijd, steeds krijgt hij het gevoel te moeten ophouden.
De meester heeft hem laten weten, dat hij nimmer ’n horloge mag raadplegen, hij zelf zal hem laten voelen, wanneer het tijd is.
Maar ’n klokje is makkelijk, hij hoeft zich nu niet innerlijk in te stellen, als het kwartier om is, houdt hij op.
De man kijkt op z’n klokje, maar door dit klokje sluit hij zich volkomen af, nu denkt hij zelf.
De meester moet aanvaarden, dat hij overheerst wordt en hierdoor staat het geestelijke uurwerk buiten dienst.
De aftakeling begint.
Zó intens is deze band, dat niets dit contact mag storen, anders is er geen eenheid meer.
Als hij dit aan het vierde-graadinstrument vraagt en zegt: „Merkwaardig dat mijn leider het mij niet zelf gezegd heeft”, zal dit hem antwoorden: „Maar dat is niet mogelijk, je kunt alleen voelen en hierin dacht je zelf.
Het gemak werd je noodlottig, het diende je zelf en niet je meester!”
Wanneer het medium denkt: „Ik zal de zieke maar bestralen, de kracht wordt toch opgezogen”, is hij reeds fout.
Hij moet zich blijven instellen op de ziekte en tot het laatste ogenblik zich blijven instellen, geen seconde z’n wil en concentratie verzwakken of er komen stoornissen en dit geldt voor elk medium.
Hierdoor komt de ervaring en de levenswijsheid tot het instrument, de meester kan nu steeds het contact versterken en verdergaan aan deze ontwikkeling.
Voor de vierde graad is alles weer heel anders, hoewel ook dit medium zichzelf volkomen moet uitschakelen.
Wil de meester het bovenomschreven contact verruimen, dan is dat mogelijk.
Dit medium kan de kosmische diepte beleven, de trance biedt hem daartoe deze mogelijkheid, zonder haar is contact tussen instrument en meester ondenkbaar.
Echter moeten al de gaven voor het genezen beleefd kunnen worden en aanwezig zijn.
Dit beleven alleen de allergrootsten, omdat helderziendheid en helderhorendheid uitsluitend door het medium ontvangen worden.
Wanneer die geestelijke intuïtie bereikbaar is en het medium ruimtelijk kan worden opgetrokken, waartoe ontwikkeling een vereiste is, begint de meester daaraan.
Het is het directe optrekken van het medium in het leven van zijn meester.
In de eerste tijd daalt het medium in de zieke af, nu is dat niet meer nodig.
De bedoeling is eigenlijk om buiten de zieke om toch de diagnose vast te stellen, dus zonder direct contact.
Het medium komt nu met zijn meester in verbinding door het geestelijke telepathische contact, dat de levensgraad van de meester is voor ons leven.
Dit wordt nu het directe beleven van Gene Zijde uit, waardoor alle aardse gedachten en gevoelens worden uitgeschakeld.
Het medium ziet nu van deze wereld uit de zieke en niet van de aarde, zijn leven is nu één met zijn meester aan deze zijde.
Onfeilbaar ziet het medium de ziekte, niets is er meer voor hem te verbergen, hij is een astrale persoonlijkheid geworden.
Het medium leeft in de geestelijke wetten, maar ontvangt het weten van zijn meester, is eigenlijk bewust uitgetreden.
De onbewuste trance is nu omgetoverd in de bewuste trance, de eerste trance immers is de slaaptoestand.
Van slaap heeft het medium nu geen hinder meer, hij is bewust in al de gaven voor het genezen.
Het medium ziet, hoort en voelt nu de ziekte, hij kijkt door alle stoffelijke wetten heen, niets kan hem tegenhouden, zijn meester heeft hem in die wetten opgetrokken.
Nu verruimt de meester het genezen, de concentratie van het medium is sterker geworden en de zieken moeten dat voelen.
Het dienen van het medium is thans eenvoudiger geworden, maar is kosmisch diep, omdat de aarde nu met al haar wetten losgelaten is.
Het gemak voor het medium is het weten, het kennen van de ziekten, er zijn geen stoornissen, behandelen is eenvoudig voor hem, als een astrale persoonlijkheid ziet hij de ziekten voor zich, scherper nog dan in de onbewuste trance.
Dit is het voor honderd procent oplossen van zijn persoonlijkheid in de astrale wetten.
Nu komt ook de wijsheid ervan in zijn leven.
Eén op duizenden mediums, die dit contact bereikt!
Het is het hoogste wat het medium beleven kan.
Het oude Egypte heeft deze wetten beleefd.
Nu is de onbewuste trance overwonnen, het wegzinken is niet meer nodig.
Toen mijn meester voor het genezen zover gekomen was, dat zijn medium het astrale genezen kon beleven en ontvangen, ging hij ertoe over.
Hij wilde, dat het instrument deze wetten overwon, omdat de meester wenste verder te gaan om de Grote Vleugelen op te bouwen.
Nu moet het medium eerst proeven afleggen.
De meester maakt zich van hem los, hij blijft echter verbonden, maar is onzichtbaar voor hem.
Vroeger zag het instrument steeds zijn meester in en om de zieke, nu is dat waarnemen volkomen uitgeschakeld.
Het medium moet er even aan wennen, maar ergens in de ruimte voelt hij zijn grote kracht.
De meester is overal, voelt het instrument, en zo is het.
Een dame komt het medium bezoeken en wil een diagnose gesteld zien.
Maar het medium moet eten, als hij dat nu niet doet, komt er die middag niets meer van en de dame is te vroeg, z’n spreekuur is nog niet begonnen.
Hij vertelt haar hoe de zaken staan en zij zal wachten.
De meester zegt:
„Ga eten, maar blijf met mij verbonden, ik ga thans de diagnose stellen.”
„Waar bent u?” vraagt het medium.
„Ik ben in mijn eigen sfeer.
Ik ben miljoenen uren van je verwijderd en toch zal ik de diagnose stellen.
Je weet waar ik leef.
Ik wil je aantonen, hoe straks ons geestelijke contact is.
Nu kan je me steeds bereiken, je hoeft mij nimmer eerst te zoeken, ik ben en blijf steeds met je verbonden.
Nu zal bewezen worden hoever je gekomen bent.”
Het medium gaat eten.
Onder het eten ziet hij reeds het innerlijke organisme van de dame.
Zijn meester laat hem als voorheen alles beleven, doch nu onder het eten door.
Dit stoffelijke gebeuren moet geen belemmering zijn om geestelijk een onfeilbare diagnose te stellen.
Het medium splitst zich, hij laat vijf procent van zichzelf eten, hij zelf is met zijn meester verbonden.
Wie hem daar ziet zitten, denkt dat de man in gedachten is en dat is zo, maar hij leeft in de zieke.
Nu controleert de meester de diagnose en zegt:
„Heb je gezien, wat eraan scheelt?”
„Ja meester, ik zie alles, duidelijk heb ik de stoornissen waargenomen.”
„Luister goed, naar wat ik je nu zeggen zal.
Aanstonds moet je hetgeen ik doorgeef herhalen.
De doktoren willen haar opereren wegens blindedarmontsteking, maar operatie is niet nodig, slechts haar zenuwstelsel is gestoord.
Zij moet een poosje naar buiten en ik zie dat zij een reis wil gaan maken.
Zeg haar, dat het haar genezing is.
Wij hoeven haar niet te behandelen.”
De meester vraagt nu: „Wil je mij even antwoorden?”
Het medium stuurt thans zijn meester zijn gekregen wijsheid als een visioen tot hem en hoort:
„Prachtig, ga tot haar en zeg wat je waargenomen hebt.”
Het medium is intussen gereedgekomen met het eten en gaat tot de dame.
Hij vertelt haar wat hij tijdens het eten van zijn meester ontvangen heeft.
De dame vindt het geweldig.
„Dát is André”, zegt ze, „ik ken uw boeken.
Ik zal onmiddellijk vertrekken en u laten weten hoe ik mij voel”.
Ze gaat en schrijft later, dat ze geen pijnen meer heeft.
Haar broer had haar willen opereren, maar vindt, evenals zij, de diagnose enorm.
Dit is het hoogste wat ge als medium kunt bereiken, hoger gaan is niet meer mogelijk.
Ook voor de gelovige mens wordt dit het hoogste, maar nu is het gebed alleen niet voldoende.
Voelt u, dat de scientist op deze wijze het genezen wil ontvangen?
Nu moet God helpen.
Maar God kan het gebroken been niet herstellen.
Tal van genezingen komen er toch tot stand, want het gebed dringt tot de sferen van licht door, maar een afgezant van God keert naar de aarde terug en geeft aan de zieke zijn eigen krachten.
Men denkt nu, dat God Zijn kind genezen heeft, toch is het enigszins anders, want de zieke heeft de natuurlijke weg beleefd.
Het bidden kan dus genezing tot stand brengen, maar de krachten ervoor komen uit hogere regionen en behoren hun toe, die eens op aarde hebben geleefd.
Als Engelen stonden ze hun eigen krachten af, omdat deze heiligen deze taak hebben aanvaard.
De zieke moet echter weten of het noodzakelijk is een dokter te raadplegen.
Nu gaan het gebed en de studie één weg en dit kan alleen geluk en zegen brengen, nu worden de wetten niet verwaarloosd!
Ook de Egyptenaren hebben als genezers een enorme hoogte bereikt.
De priesters waren geweldige genezers, ze brachten zelfs operaties tot stand, namen in korte tijd gezwellen onder het schedeldak weg, alsof ze de kunde en de wijsheid van uw twintigste eeuw bezaten.
Hun kruiden zijn beroemd.
Onfeilbaar werkten de priesters op het stoffelijke lichaam in en daalden er geestelijk in af om de diagnose te stellen.
Maar toen zij daar zichzelf wilden uitleven, trok Gene Zijde zich terug en stonden ze alleen, zodat ze deze hoogte niet meer konden beleven.
Al deze priesters leefden in de derde en vierde levensgraad.
De psychische trance was in hun bezit en ze beleefden al de gaven, die ik zo-even beschreef.
Ze waren koningen op hun terrein en volkomen bewust van hun kunnen.
Krankzinnigheid had voor hen geen betekenis, in korte tijd werden de zieken bevrijd van de astrale beïnvloeding.
Door hun concentratie bleken ze ertoe in staat en ze kenden de wetten tussen leven en dood.
Voor hen kon een demon zichzelf afbreken, van het leven op aarde moest de hel afblijven.
Ook zij stonden echter voor de eigen levensgraad.
Was een zieke onder demonische invloed gekomen en had zijn innerlijk leven daarop afstemming, dan stonden ook zij machteloos.
Toch zonden ze dergelijke mensen niet weg, eerst werd het innerlijke leven, de persoonlijkheid, aangepakt en daarna kon het verwijderen van de demon plaatsvinden.
Was echter iemand door eigen gevoeligheid overrompeld, dan kon de astrale demon geen weerstand aan hun concentratie blijven bieden en moest hij het leven loslaten, zo ontzettend sterk waren hun gedachten.
Ze lieten zich door een giftige slang bijten en regelden de bloedsomloop ten goede.
Voor hen waren er geen problemen, zij kenden het organisme.
De wond werd door de kruiden gezuiverd en de concentratie en levensaura deden de rest.
Zij stelden stoffelijke stelsels tijdelijk buiten werking om hen te genezen.
Hun genezen was magisch en onfeilbaar, ze waren bewust in alles en kosmisch diep.
Dertig jaar duurde hun tempelstudie, eerst dan waren ze volmaakt priester.
De Grote Gevleugelde stond boven hen allen, maar al de priesters beleefden de psychische en fysische gaven.
Een vogel in vlucht riepen ze tot zich, het dier kwam en zette zich op hun uitgestoken hand neer.
Ze kwamen hierbij tot de splitsing van persoonlijkheid.
Onder de vlucht verbonden ze zich met het dier en dwongen het leven te luisteren.
Het dier verloor nu het eigen gevoelsleven en moest luisteren, een andere macht, die sterker was, overheerste het leven van het beest.
Leeuwen en andere wilde diersoorten werden op deze wijze overwonnen.
Het dier veranderde op hetzelfde ogenblik en had geen eigen wil meer, zij leefden in het dier en hadden de dierlijke persoonlijkheid overwonnen.
Als schoothondjes luisterden de dieren naar hun wil, niets had het dier onder hun magische concentratie in te brengen.
En hierdoor overheersten ze tevens de ziekten, hun wil stond op het zieke deel ingesteld en moest aan de werking van het geheel deelnemen.
Of het zieke deel wilde of niet, hieraan ontkomen was niet mogelijk.
Ik hoef u niet te zeggen, dat, toen ze de zwarte magie gingen beleven, deze priesters alles wat op hun weg kwam overheersten, ze konden maken en breken wat ze zelf wilden en deden het ook.
Ook het Oosten geneest en wel onfeilbaar.
De hedendaagse yogi is een meester in het genezen, hij bezit de kennis van het vierde-graadmedium en heeft zich de gaven in een Tempel eigen kunnen maken.
Dat is nu voor het Oosten weer wél mogelijk, ze volgen de ontwikkeling van het oude Egypte.
Allen kunnen, indien het gevoel ervoor aanwezig is, deze hoogte behalen.
Nu helpt Gene Zijde hen niet meer, hoogstens kan hen ’n gestorven priester helpen, die van deze zijde uit zijn Tempel dient, meer is er niet voor hen te bereiken.
Toch behalen ze een occulte hoogte, want de gaven leren ze door hun studie kennen en ze overwinnen het eigen organisme.
Als dit overwonnen is, is de yogi in staat het zieke deel van het andere lichaam te genezen.
Ook hij is onfeilbaar in concentratie.
Fakirs en magiërs zoeken het in de fysische wetten en beleven hun eigen wereld, de yogi zoekt het astrale bewustzijn en volgt de ingewijde.
Hebt u zich ernstig gesneden, dan geneest de yogi op zijn eigen wijze.
Hij sluit door z’n concentratie de bloedsomloop af en legt er ’n verband om.
Meer doet hij niet, hoogstens nog wat genezende zalf.
Maar innerlijk houdt hij de wond vast, zijn concentratie is het, die geneest en zo de wond moet helen.
Binnen enkele dagen is de wond dicht.
U kunt tijdens de behandeling mijlen ver weg gaan, hij blijft met u verbonden en voelt, of hij kan ophouden.
Indien u ’n kleinigheid gevoel bezit, zult ge hem zelfs kunnen voelen en even hoger nog hoort ge tot uw innerlijk leven zeggen:
„Doe het verband af, ge zijt beter.”
De yogi is een bewust en wel een geestelijk bewust kind van God, indien ook hij het hogere leven zoekt.
Maar ook onder hen treft u het geestelijke kaf.
Het medium in de vierde graad beleeft deze wetten en kan door zijn meester geestelijke wonderen beleven.
Spontane genezingen komen er thans tot stand en geschieden door de concentratie van de meester en de genezende levensaura.
Dit is een onfeilbare genezing en staat boven iedere aardse kunde en kennis, deze is kosmisch diep en een zegen voor de lijdende mensheid.
Nu is het genezen voor een zieke een openbaring.
Op dit werk kan Gods zegen rusten.
En God zegent beide levens door Zijn wonderen.
Het is de macht van God en Zijn Kind Jezus Christus, waardoor de apostelen genazen.
Zij legden hun handen op en genazen door de wil van hun meester.
In hun schaduwbeeld genazen zieken.
Nu geneest het geloof en de macht Gods.
Het kind van God, dat zich kan overgeven, geneest onherroepelijk, want dit leven trekt zichzelf in de Goddelijkheid op, zoals ook Christus zelf heeft gezegd.
Toen de blinden hem vroegen het wonder tot stand te brengen, nadat ze Hem eerst hadden bespot, zei Christus:
„Laat de blinden de blinden genezen.”
Hier is niet te genezen, het gevoelsleven weigert!
De apostelen gaven zich over aan hun meester, maar ook zij hebben moeten aanvaarden, dat ze het lagere „ik” niet konden hélpen.
Toch leefden de apostelen na het heengaan van hun meester in die macht en legden hun handen op.
Niet iedere Apostel heeft de macht om in gedachten te genezen, slechts enkele apostelen waren ertoe in staat.
Maar, zoals gezegd, in hun schaduwbeeld genas de zieke.
Daarin lagen de macht en de kracht van hun meester Christus, ze genazen door Hem.
Dat kan elkeen, indien de mens als een Apostel is.
Nu spreekt uw eigen leven.
Zo het niet mogelijk is, aanvaard dan, dat ge er niet voor gereed zijt.
Gods wetten zijn dan niet in uw leven, ge moet voor deze liefde en het dienen nog ontwaken.
Maar wie dit voelt, begrijpt, dat Christus bewust genas.
Hij leefde in het Goddelijke „AL”.
Van daaruit werden de zieken genezen.
Zijn „AL-concentratie” genas op hetzelfde ogenblik en dat zijn de wonderen, die ook uw mediums kunnen beleven, indien de meester aan deze zijde ertoe in staat is.
De mogelijkheid moet dus aanwezig zijn, is dat niet het geval, dan kan het niet, hoe er ook gebeden wordt.
Wie aan de apostelen vroeg: „Help, genees mij in naam van Christus”, was reeds genezen.
Dit kind geloofde en Christus trekt een gelovig kind in Zijn leven op.
Het is Gods wil, maar het kind moet erom vragen.
Hierdoor zijn er miljoenen zielen aan het genezen geslagen.
Er zijn duizenden mensen geweest en nog leven ze onder uw midden, die zeggen:
„Sta op en wandel”, tegen de lamme man, maar de man blijft liggen.
Wat wil deze fantast?
Bezitten, wat de apostelen beleefden?
Deze hoogmoedswaanzin is onbegrensd.
Ze zouden het wel willen, maar er is niets te willen, de occulte wetten roepen hun het halt toe, de apostelen hebben de ziekten door hun meester overwonnen.
De apostelen genazen door de Goddelijke macht van hun meester en dit hoeft geen medium te vragen; indien het mogelijk is gebeurt het vanzelf en geschiedt het buiten zijn eigen weten.
Nu is de genade niet door het medium, maar door de zieke ontvangen.
De zieke bezit nu het wonder, niet Gene Zijde, en niet het medium.
En dat wist Christus en hebben de apostelen mogen beleven, ze ondergingen de astrale wetten en gaven er zich aan over.
Iemand die dood moet gaan en aan het einde van de aardse kringloop is, kan niet genezen worden.
Dat is de betekenis, maar het zijn tevens de karmische wetten voor een zieke.
Er zijn zieken, die alles en alles proberen en toch geen genezing vinden.
Dan overheersen de karmische wetten van dit leven.
De zieke moet iets beleven om te ontwaken en dit is ziekte.
Niet één meester is in staat deze wetten te overwinnen, want dat is niet mogelijk.
Heel veel genezers stranden erdoor, omdat ze denken de zieken toch te kunnen genezen, maar het is het halt, dat dit leven zelf uitroept.
Wie tóch begint als medium, loopt zich tegen het halt van deze zieke te pletter.
De ontwikkeling van de apostelen is niet weer te beleven, ook al is het vierde-graad medium in het leven van zijn meester opgetrokken en kunnen er spontane genezingen plaatsvinden.
Géén meester kan die hoogte evenaren.
Christus genas uit Goddelijke bron, Hij is Goddelijk en de apostelen leefden in Zijn „Aura”.
Wie wil zich aan deze zijde en op aarde deze macht en kracht eigen maken?
Dat is te volgen, maar het bezit ervan is eerst dan in ons bereik, wanneer ook wij de goddelijke sferen bereikt hebben en de Godheid in ons leven is ontwaakt.
Voordien heet het: handen af!
Geen profanatie!
De Goddelijkheid van Christus is de overheersende bezieling van stof en ruimte, hierin ligt het Goddelijke opgesloten.
Doch de apostelen leefden erdoor!
Gene Zijde volgt deze weg, voor ons is er geen andere om tot het dienen van Christus te komen.
Maar wij hoeven ons niets te verbeelden, de wetten van God moeten we ons eerst eigen maken, dan pas is het mogelijk om zieken te helpen.
Voordien waren we zelf nog besmet en vergiftigd.
Op aarde geeft nu de ene mens aan het andere leven van God zijn eigen gif.
Moet dát genezen?
Moeten verderfelijkheid en het afbrekende gevoelsleven uw zieken genezen?
Dat is onmogelijk, dat medium dient zichzelf en heeft niets te schenken.
Het is het na-apen van wat de apostelen door reine liefde en door hun meester tot stand mochten brengen.
Maar hun kruiden zijn verderfelijk, want deze mensen kennen de ziekten niet, kijken nimmer door een ziekte heen en schrijven desondanks kruiden voor.
Gene Zijde geneest niet door kruiden, de levensaura van Christus stroomt door ons leven heen en versterkt het zieke kind van God, want ook wij willen dienen!
Deze meesters weten, dat sommige ziekten niet te overwinnen zijn, ook al lijkt het, dat er geen kwalen aanwezig zijn.
Toch zijn die verschijnselen niet te overwinnen.
Beslissend voor de zieke is de eigen levensafstemming.
Als de zieke zich volkomen kan overgeven, is reeds heel veel overwonnen.
Handen opleggen kan elkeen, maar van de ene hand gaat iets uit, de andere daarentegen zuigt op.
De zieke hoeft zich niet te ontkleden, naaktheid is absurd, dit te eisen is het verlangen van het hartstochtelijke en dierlijke instinct, dat het lichaam wil bezitten.
Een charlatan wordt bezocht door een moedertje en vraagt om hulp.
Hij kijkt haar aan en zegt:
„Het kan, doe uw kleding maar uit, uw maag, rug en schouders moet ik behandelen.”
De vrouw kijkt wel vreemd, maar het moet zeker.
Ze ontdoet zich van haar kleding.
Ze moet zich neerleggen en hij wrijft, masseert eigenlijk haar lichaam.
Het duurt ’n half uur, totdat de man er zelf genoeg van heeft en ze zich kan aankleden.
Ze moet terugkomen.
De vrouw gaat heen en vertelt haar ondervinding aan een vriendin, die haar zegt, dat dit uitkleden niet nodig is.
Haar genezer zegt, dat het een bewuste krankzinnige, een verlangende stoffelijke demon is.
Maar de vrouw gelooft baat bij de behandeling te hebben en blijft erheen gaan.
Toch geneest ze niet en teleurgesteld geeft ze het op.
Nu zoekt ze het ergens anders en komt opnieuw in verkeerde handen terecht.
Deze charlatan „buikt”, hij wrijft met zijn buik over de hare, ze zal hierdoor zeker genezen.
En waarachtig, de pijnen gaan weg.
Toch komt ze te weten, dat het slecht is, dat het hartstocht is van de genezer en wil er niet meer van weten.
Duizenden mensen lopen zich tegen dergelijk gespuis te pletter!
Gene Zijde zegt u: het levensmagnetisme dringt overal doorheen.
Hier het bewijs.
Een dame is bij een vierde-graadmedium in behandeling.
Het medium helpt haar door zijn meester, maar de dame wil overal geholpen worden, waar ze denkt pijn te hebben.
Het medium bestraalt het centrale zenuwstelsel en dat is voldoende, het zenuwstelsel zorgt zelf voor de verdere verwerking.
Maar de dame sputtert.
Haar hoofd moet ook nog wat hebben en ze heeft pijn in haar arm ook.
Het medium doet toch wat nodig is, maar zal haar door zijn meester straks de bewijzen geven.
Ze komt een volgende maal terug.
Het medium neemt plotseling haar toestand over en zegt:
„Ga zitten.”
Hij legt z’n handen onder de schoenen.
Na korte tijd voelt en ziet hij, dat de kiespijn weg is en zegt:
„Is uw kiespijn weg?”
„Wist u dat?”
„U ziet het, dame, door de hak van uw schoen dringt de aura door tot uw kiespijn.
In het vervolg genees ík en niet ú, is dat in orde?”
Ze kreeg haar bewijzen en haar straf, maar het was nodig.
Er zijn tevens mystiek aangelegde genezers, en deze hebben een methode, die alléén zij kennen en gebruiken kunnen.
Een dame komt tot zo’n man, ze wil geholpen worden.
Goed, zegt hij, dat is mogelijk.
Ontkleed u maar en leg u daar neer.
De dame legt zich neer.
De man steekt kaarsen aan en neemt zijn viool.
Hij speelt prachtige liederen en is als in extase.
Na een half uur houdt hij op, de behandeling is voorbij en kost haar een tientje!
Ze gaat weg en ... blijft weg.
Het levensmagnetisme is niet tegen te houden, indien er contact is.
Zelfs op afstand kan er genezen worden.
Dat doen heel veel charlatans, maar ze bereiken niets, alléén de derde en vierde graad zijn ertoe in staat.
Nu doet het medium het volgende.
De meester heeft de diagnose gesteld en verbindt het medium met de zieke.
Het medium voelt deze verbinding.
Op een vastgesteld uur komt de behandeling.
Het medium doet niets anders dan zich op de zieke instellen, de meester moet nu genezen.
En dat is voor hem precies hetzelfde als bij direct contact, hij daalt nu door het medium, dat tot het halfwakend bewustzijn gekomen is, in de zieke af en laat zijn levensaura erin achter.
Dit halfstoffelijke-halfgeestelijke contact is een fysisch verschijnsel, dat wij straks leren kennen, wanneer we de fysische gaven volgen.
De meester is dus door de aura en het éénzijn met het medium in staat zich met het ziektebeeld te verbinden, één te komen, of de aura wordt niet opgevangen en glijdt door de eigen ijlte door het zieke lichaam heen en gaat weer weg ook.
Nu kan echter de aura opgevangen worden en dit is alleen mogelijk, wanneer de zieke op de sferen van licht afstemming heeft.
Ziel met ziel moeten tot geestelijke eenheid komen of het helpt niet.
Op deze wijze kunt ge op afstand werken, maar dit geschiedt door onze wereld en buiten het medium om, niettemin is het instrument één met de toestand, omdat de meester door zijn leven verbinding heeft.
Maar iedere zenuw werkt tegen, indien er geen geestelijk contact is, en weigert de levensaura op te nemen.
Ook deze genezing kan onfeilbaar zijn, wanneer de occulte wetten en de gaven beleefd worden of het is kracht en tijd verspillen voor niets!
Toch probeert iedere charlatan het en ontvangt ook nu zijn centjes ervoor.
Moeilijk is het, maar hij helpt.
Deze charlatan kan alléén zijn eigen levensgraad beïnvloeden, kan niets doen voor het andere leven en indien hij toch het hogere bewustzijn behandelt, geeft hij aan dat leven z’n eigen zielegif en verergert de ziekte, hij brengt onrust in al die organen, ook al zou hij op dat ogenblik het goede willen.
De duivel voelt zich voor de sferen van licht afgesloten, maar wil toch heer en meester spelen.
De astrale-occulte wetten roepen hem niet alleen het halt toe, maar ze trappen hem weg, ze zijn als de zweep in Christus’ handen, toen Hij de bezoedelaars de Tempel uitranselde, en dit geldt tevens voor allen, die zich aan de genezende gave vergrijpen!!!
De charlatan is uw gevaar, uw leed en smart en uw graf.
Hij dient niet Christus, maar zijn eigen leven, hij moet leven en wil niet van honger omkomen.
Het medium in handen van een meester wordt plotseling geroepen, men heeft hem nodig.
De meester ziet wat hier is gebeurd en zegt:
„Directe opname in het ziekenhuis.”
De charlatan, onder wiens behandeling de zieke was, had de door de dokter voorgeschreven injecties onherroepelijk verboden.
Weg met die rommel, weg ermee, u verpest uzelf.
De mensen denken, dat het goed is en volgen zijn raad op.
Het een been na het andere moet de patiënt afgezet worden, de insuline is de man door de charlatan ontnomen.
Dokters vloeken, maar de patiënt is na korte tijd aan deze zijde.
Wat moet u tegen dit gevaar doen?
Informeren naar de krachten en gaven van het medium, desnoods openlijk, want het kan u uw leven kosten.
Hierdoor alleen worden deze mensen onschadelijk gemaakt.
Ze gaan over lijken!
Boekdelen zijn er over hen te vullen, maar dat is de bedoeling niet, u bent gewaarschuwd!
Honderden slachtoffers hebben hun tol moeten betalen, ze doorzagen deze „genezers” niet en gaven zich aan hen over.
Hun aura is verdierlijkt en kan u slechts besmetten.
Ze zeggen u, dat ge in korte tijd beter bent, en na korte tijd is het net anders, u leeft nu aan deze zijde.
Ze zien niet, ze horen niet en zijn niet in het bezit van de geestelijke telepathische gevoelskracht, hun honden-instinct is het enige, dat ze bezitten, en daarmee willen ze u genezen.
Ze stapelen fout op fout en gaan toch door, niemand houdt hen tegen en levenslessen zeggen hun niets.
Zoek en behoud het goede, indien ge niet zeker zijt van de ziener, houd dan uw dokter vast, ga niet tot de charlatan of ge zijt verloren.
Wanneer deze mensen apostelachtig doen, wees dan op uw hoede, ze vertegenwoordigen het valse!
Straks zullen de parapsychologen dit euvel bestrijden en de charlatan het halt toeroepen.
Elk medium moet zich laten testen en dan zal blijken wie er gaven bezit, eerst dan bent u van al dit occulte gevaar verlost!
Dit komt en wel spoedig, want de Eeuw van Christus duldt niet langer het bezoedelen van de geestelijke gaven.
Christus is ervoor gestorven en dat kan God niet langer goedvinden.
Het medium in onze handen kan genezen.
Maar wanneer dokter noch occulte wetten kunnen helpen, blijft alleen over de reine liefde, ingesteld op het directe leven, alleen de liefde van ziel tot ziel, die geestelijk gevoeld alles overtreft, ge staat dan voor Christus open.
In de toekomst zijn er geen mediums nodig, noch doktoren, aan deze zijde staat een technisch instrument gereed, dat alle ziekten doet oplossen.
Ik heb het grote wonder in het boek „De Volkeren der Aarde” beschreven en door dit te lezen kunt ge u ervan overtuigen.
Er zijn mensen, die denken, dat een medium zijn krachten voor niemendal moet doorgeven.
Wat ze hebben gekregen mag door geen geld worden bezoedeld.
Ook dát is onzin.
Hoe moeten wij onze instrumenten in leven houden, die zich geheel voor hun taak geven?
Waardoor moeten zij zich op krachten houden, als ze geen eten kunnen kopen?
Van astrale kracht alléén kunt ge niet leven, de meesters zeggen hoe de zieken moeten leven, maar ook hoe het instrument zijn gezondheid behoudt.
De behandeling moet vergoed worden: wie veel heeft, betaalt tevens voor de armen, die gratis geholpen zullen worden.
Wij zorgen ervoor, dat geen woekerwinsten gemaakt worden, niet één instrument in onze handen is ertoe in staat, wij rekenen geen grote bedragen voor de gestelde diagnose, we zien door uw leven heen en stellen eerst dan uw stoffelijke gave vast.
Het waarachtige instrument doet geen zonde, wanneer het iets van geld moet aanpakken, de goeden vinden het toch reeds ontzettend, dat ze geld moeten aanvaarden, liever zouden zij hiervan zijn verlost.
Maar kan dat?
Als u dit voelt, heeft het tevens geen betekenis meer.
Indien wij waarnemen, dat het instrument de geldkoorts heeft, staat het medium direct alleen en trekt Gene Zijde zich terug.
Wanneer u dit leest, ga er dan niet toe over zieken tot ons instrument te zenden, zijn meester heeft hem de opdracht gegeven met het genezen, hoe machtig en schoon ook, op te houden, hij krijgt een andere taak.
Nu wil Gene Zijde het innerlijke leven bereiken en beteren en daarvoor worden al de aanwezige krachten ingezet.
U bent echter gewaarschuwd.
Ik zeg u: voor God is alles mogelijk, als u de wetten kent en uw eigen karma u het halt niet toeroept.
Christus is en blijft de levende bezieling voor uw leven, voor uw ziekten en voor uw leven na de dood.
Door Christus naar de astrale geleerde, door hem tot uw eigen ik, dan komt het hoofd buigen vanzelf.
Dan is genezing mogelijk!
Ge zijt open voor God!