Inleiding
Om u de geestelijke gaven te verklaren, moet ik u allereerst de organische wetten duidelijk maken, welke u door Moeder Aarde zijn geschonken.
U op aarde spreekt (in 1943) over rássoorten (zie artikel ‘Er bestaan geen rassen’ op rulof.nl), wij echter over de zeven graden voor het gevoelsleven.
Voor ons, die de aarde achter ons lieten, zijn deze graden geestelijk, voor u zijn ze stoffelijk én geestelijk.
God eist van u als van élk mens, dat u zich al deze graden en wetten eigen maakt, want hierdoor keert u terug naar het „AL” en treedt u de Goddelijke sferen binnen.
Door deze stoffelijke en geestelijke graden te volgen, leerden wij aan onze zijde de occulte wetten kennen en begrijpen.
Om ze geheel voor u te ontleden en u de werking ervan te verklaren, voer ik u naar het oude Egypte en naar het Oosten.
U zult daardoor waarnemen, wat het Oosterse instrument door de occulte wetten beleeft en wat uw Westerse medium door onze zijde aan geestelijke wonderen en wijsheid ontvangt.
Ook wil ik u aantonen, dat het Westerse medium geen gaven bezit en vooral, dat het Oosterse instrument de mediums, die in onze handen zijn, niet kan evenaren, hoe ongelooflijk dit ook zal klinken voor de ingewijde in de occulte verschijnselen.
Ik zal het u echter op allerlei wijzen doen zien.
Het zal u dan duidelijk worden, dat het Oosterse medium zichzelf zoekt en het Westerse alleen ontvángen kan, waardoor het echter een hoogte beleeft, die slechts het oude Egypte heeft gekend!
Als ik u alles kan schenken, zult u kunnen vaststellen in welke graad van het bewustzijn en het gevoelsleven uw mediums zich bevinden, zodat u tevens kunt beoordelen, welke van de door hen beleefde verschijnselen zuiver zijn en welke tot het bedrog behoren.
U kijkt dan door de occulte wetten, door de gaven en door de mediums heen.
Nóg is het medium ondoorgrondelijk voor u, nóg kent u de ingewikkelde occulte wetten niet, het Westerse gevoelsleven moet zich de intuïtie daartoe nog eigen maken.
Het is thans echter de wil van Gene Zijde, dat de mensheid ingelicht wordt.
Zij moet voor de geestelijke gaven ontwaken en de verschijnselen leren kennen, want eerst dán lost de charlatanerie, welke op het occulte gebied zo bedroevend vaak voorkomt, op, en kan ons astrale leven niet langer worden bezoedeld.
De geestelijke gaven en de astrale wetten zullen dan voor u, aardse mensen, betekenis krijgen en u zult gaan voelen, hoe heilig alles is, wat u en wij van God hebben ontvangen.
Mij is door de meesters van Gene Zijde opgedragen voor u de psychische en fysische gaven te ontleden.
Ik ben God voor deze taak innig dankbaar, want door haar word ik met uw leven verbonden.
Zij stelt mij in de gelegenheid iets terug te doen voor het onnoemlijk vele, dat ik van God heb gekregen.
Laat ons dan thans tezamen de moeilijke en duistere weg betreden, welke door het uitgestrekte occulte gebied voert, en aan ons diepgaand onderzoek beginnen!
Meester Zelanus