Het spreken onder inspiratie

De gave van spreken schenkt ons de mogelijkheid om u door direct contact het geestelijk woord te schenken.
Dit geschiedt door uw gevoelsleven, waarvoor de mediamieke sensitiviteit weer noodzakelijk is.
Geschiedt het spreken onder inspiratie, dan beleeft het medium ook hierin het optrekken van zijn eigen persoonlijkheid, waarna Gene Zijde spreekt.
Het innerlijke leven moet natuurlijk openstaan voor de astrale wereld, want met stoffelijk gepraat bemoeien wij ons niet, want deze communicatie moet u kunnen overtuigen van het leven na de dood of het heeft geen zin.
Ook deze gave bezit zeven graden, waarvan de vierde weer in onze handen is en de trance wordt, wanneer wij in deze toestand tot eenheid zijn gekomen.
Wellicht spreekt u zelf of ge hebt anderen horen spreken onder inspiratie en ge begrijpt hun toestand; maar anderen weten niet wat er gebeurt, wanneer ze die sprekers hun gloedvolle rede horen vertolken en ze er tijdelijk hun eigen leven door vergeten.
Door de geestelijke inspiratie is velerlei tot stand te brengen.
Wanneer we een spreker door de inspiratie helpen, trekken we dat leven in het onze op en verliest het bewust de eigen levensgraad.
Gene Zijde heeft steeds door de geestelijke inspiratie gewerkt, want duizenden uitvinders en geleerden hebben hieraan hun producten en wijsheid te danken.
Uitvinders rekenen meestal op inspiratie, die hun dan ook gegeven wordt, indien hun schepping tenminste ons leven en de mensheid dient.
Ze putten eerst uit zichzelf, uit dat wat aangeleerd is, daarna treden ze in een hogere gevoelswereld, waarvandaan hun bewust weten moet komen, om hierdoor de vinding die ze moeten scheppen het aardse licht te doen zien.
De vierde graad van de inspiratie gaat vanzelf over in de psychische trance.
De Egyptenaren hebben deze gaven mogen beleven, hierdoor werd de verkregen wijsheid op aarde gebracht.
Ik vertelde u reeds, hoe men daar tot deze eenheid kwam en waardoor het medium sprak, wat tevens uw Westerse mediums kunnen beleven.
Want er zijn heel weinig goede, in trance sprekende mediums in het Westen.
Deze enkelingen, maar geestelijk begaafden, moet u met een kaars zoeken, ze zijn zeer schaars!
Maar wanneer u een dergelijk medium kunt beluisteren, heeft de astrale wet voor de gave haar volle en reine betekenis gekregen en beleeft u het hoogste genot, dat ge op aarde beleven kunt, want u bent thans met een meester van deze zijde in verbinding gekomen.
Ook de apostelen hebben dit wonder beleefd, allen stonden onder geestelijke en kosmische invloed.
Als het geloof en het gevoel, de liefde en de bewuste persoonlijkheid in u zijn, bent u door ons hogerop te trekken.
U krijgt nu het bewustzijn van ons voor uw vinding, voor uw betoog, wij dienen de wetenschappen en het geestelijke ontwaken.
Wij helpen u dus om te scheppen!
Voor de uitvindingen, die aan Moeder Aarde doorgegeven zijn, stonden aan deze zijde meesters gereed, om uw verlangen op te vangen, tot een hoogte op te voeren, waarna al die vindingen tot stand konden komen.
Ze waren nodig, om het leven op aarde tot stoffelijke ontwaking te brengen, het merendeel is evenwel bezoedeld en voor oorlogsdoeleinden gebruikt, wat nimmer het doel van Gene Zijde is geweest.
Niettegenstaande die bezoedeling ging men van onze zijde toch verder, ik zei u al, opdat de mensheid zou ontwaken.
Aan deze zijde leefde dus de astrale meester, op aarde uw geleerde, beide gevoelswerelden kwamen nu tot geestelijke eenheid en deze vindingen kwamen tot stand.
Alle eeuwen door heeft Gene Zijde dóór de inspiratie hulp gegeven.
Heel veel is er gedaan voor het spreken, want ook hierdoor is de massa wakker geschud.
Tijdens het spreken onder inspiratie is er geen gevaar voor de spreker, want deze persoonlijkheid is nog steeds zichzelf, maar dat wordt anders, wanneer de trance beleefd wordt.
Als het medium nu niet volkomen afgesloten is, staat de demon alweer te wachten en volgt de bezetenheid.
Wanneer u wilt spreken en hulp uit onze wereld wilt ontvangen, geschiedt het volgende:
Onder het spreken ga ik mij met u verbinden, ik daal in uw zieleleven af, waarna wij als voor het schrijven op de plaats van de zonnevlecht tot eenheid komen.
Zijn we zover, dan voer ik langzaamaan uw gevoelsleven op totdat u mijn leven voelt en het bezielende woord tot u komt.
We moeten op onze toeschouwers de zekerheid van ons voelen en denken trachten over te brengen, hen rustig op te trekken om zo met die massa tot één geheel te komen, want eerst dan gaan al die harten open.
We zullen soms bliksemsnel spreken, maar dan plotseling tot de zachte toon overgaan en gevoelvol het woord voordragen, waarna wij stemming brengen in het gedachtenleven van deze massa en ons woord ingezogen wordt.
Hierin moeten we ons beheersen, en daarenboven door sterke aspecten en krachtige timbres het woord verstevigen, opdat we overheersen kunnen.
Het gevoel van dankbaarheid zal ons tegemoet stromen.
De mensen verwijderen zich nu voor ons, worden kleiner en kleiner, totdat het minimale ingetreden is en ze voor ons speldenknoppen worden.
Nu zijn ze onder invloed gekomen van het woord, de inspiratie trekt ook hen op naar hogere regionen en thans is het een genade dit te mogen beluisteren.
Elk woord, dat ge uitspreekt, is door mijn concentratie tot stand gekomen.
De zinnen blijken inhoudsvol te zijn, het woord is aangevoeld en bezielend, door de warmte van ons betoog dalen we in al deze levens af en schenken het voor dit ogenblik al ons weten.
Straks gaan ze zelf weer denken en zullen ze het eigen oordeel uitspreken, nu zijn wij aan het woord en op volle kracht, op honderd procent inspiratie.
Als er angst in u is om fouten te maken, houdt ge de inspiratie tegen.
Nu keert u terug in het eigen denken en voelen en bent niet geschikt voor de inspiratie.
Voor deze geestelijke bezieling moet u zich volkomen kunnen overgeven.
Op honderd procent gekomen weet u niet eens meer dat u spreekt en lost uw persoonlijkheid in het spreken op.
We hebben nu alles bereikt, het hoogste voor deze inspiratie beleefd, harten geopend, want deze bezieling raakt elk hart, ze trekt het zieleleven omhoog. Kunt ge u niet van uzelf losmaken, dan let ge op taal en stijl, wat natuurlijk wel enigszins nodig is, maar u voor de geestelijke inspiratie afsluit, u bent nu niet in ons leven op te trekken.
En dat willen wij bereiken of onze toehoorders komen niet tot bewustwording.
U vertegenwoordigt nu nog steeds uw aardse leven en hierdoor de bekende preek van uw dominee.
Al die mensen, enkelen uitgezonderd, houden zich krampachtig aan hun geleerdheid vast, waardoor hun preek zo droog is als koek en hun volgelingen de kerk uitlopen.
Van hun woord gaat geen bezieling uit.
Ook in de beeldhouwkunst en in de schilderkunst is deze inspiratie ontvangen, al de meesters losten geheel in hun kunst op.
Door eigen krachten hadden ze nimmer deze hoogte kunnen bereiken, die concentratie bezit geen mens.
En wanneer er geen gevoel aanwezig is, hoeven ook wij ons niet in te stellen.
Wanneer u onder inspiratie over de natuur spreekt, trekken wij u in de natuur op en heeft dat leven aan u iets te zeggen.
Het woord komt op geestelijke afstemming in uw leven, wat wil zeggen, dat uw bewustzijn en uw gevoelsleven contact heeft, en wel in een taal en een stijl, die de uwe ver overtreft.
Zoals het leven van God geschapen is, uit die Goddelijke bezieling putten wij en geven het onze toehoorders door.
Door Gene Zijde wordt u ermee verbonden.
U beleeft nu een geestelijke wet, want dit éénzijn met de natuur komt door de gave tot stand.
De oerbron, waardoor al het leven is ontstaan, spreekt tot uw leven, waardoor het spreken geestelijk rein wordt.
Machtig is het!
Nu kan een boom, een plant of een bloem tot u spreken en ook dat leven kunt u aantrekken, waarna de directe bezieling tot u komt.
Het is dus duidelijk, door mij bereikt u deze hoogte, op eigen kracht is het niet mogelijk.
De graad van leven, die u optrekt, wordt door u vertegenwoordigd door het woord en ge verliest uzelf.
Komt het gevoel in u, om op taal en stijl te letten, dan verbreekt u alweer het contact.
Het is nu voldoende, dat u spreken kunt, woordenkeus en stijl ontvangt u van het leven, dat door u spreekt, ge hoeft uw mond maar te openen en de zinnen vloeien de ruimte in, zoals ook de eeuwige adem van God u het leven heeft geschonken.
Deze bezieling, door de geestelijke inspiratie tot eenheid gekomen, beleefden de priesters in het oude Egypte en zij was voor hen een heilig wonder.
Amon-Ré openbaarde zich aan hen allen.
Uw taal en stijl zijn daarom voor de geestelijke inspiratie het terugkeren tot uw eigen leven en het verbreken van de mogelijkheid om u in dat andere leven op te trekken.
Voor onze wereld is dit het vasthouden van uw eigen persoonlijkheid, uw levensgraad in gevoel, waarvan wij u niet kunnen bevrijden.
Uw aardse taal geeft het armoedige bestaan weer van de aarde en is voor ons leven het loslaten van het geestelijke evenwicht, dat de inspiratie u wil schenken.
Onder Kosmische bezieling gekomen kan God door uw leven spreken; zo natuurlijk als het leven van God is ontstaan, bezielt het woord u!
Machtig is dat om te beleven en bijna door géén mens op aarde te bereiken tenzij de volledige overgave en de vereiste sensitiviteit aanwezig zijn.
De apostelen hebben het beleefd!
Hiervoor moet u zelf een geestelijke afstemming voor ons leven hebben bereikt.
Aan deze zijde hebben wij door de natuur leren spreken, want Moeder Natuur dwong ons in haar leven over te gaan en tot reine meditatie te komen.
De vereenzelviging met haar voerde ons leven tot het onbegrijpelijke, in het Goddelijke wonder van de levenskracht, in het eerste en laatste oordeel, en wij begrepen Gods schepping.
Het ontzagwekkende gevoel, dat in ons kwam, sprak tot ons eigen leven over ongelooflijke liefde, die ons zegenend omarmde gelijk de moeder haar pasgeboren kind.
Iedere geest van het licht leert dat in de sferen van licht, want het behoort tot onze bewustwording.
Als ons éénzijn volkomen geestelijk is, beleven wij een boom en een plant, een bloem en een vogel of een mens en heeft al dat leven aan ons iets te zeggen.
Het vertelt ons van het eigen ontstaan in de ruimte, van God, over de lange weg die afgelegd is, en vanzelfsprekend over de liefde, die ontvangen, te beleven gegeven is door de Schepper van al dit leven.
Wij zijn nu met de goddelijke kern verbonden, de vonk Gods, die in al het leven aanwezig is, tot in die diepte dalen wij af en beleven onze eenheid.
Nu worden we als een boom, plant, dier of mens en voelen God als de „Oppermachtige”.
Een vogel kan ons vertellen, hoe hij in z’n vlucht de ruimte voelt, en een boom zegt, hoe het wezen is als God, die de natuur zo veelvuldig voorzag van Zijn gelijkenis.
„Doorleef mij,” zegt dit leven, „en ga ín mij en zie uw Schepper.
Doorvoel Zijn levensadem en beleef Zijn hartklop, voel dan mijn hartklop en gij begrijpt, waarom ik zo geboren ben.
In mij leeft het!”
Een vlucht in de ruimte versterkt ons leven en voelen, de vogel voert ons terug naar het allerhoogste, wij begrijpen en wij buigen ons voor al dat leven.
Zó diep dalen wij in Gods leven af, omdat de wetten zélf tot ons leven spreken en de taal zich verdiept, op een wijze dat ge haar als mens niet meer kunt begrijpen.
Nu spreekt Gód tot ons leven.
Op deze wijze zijn wij in ons leven tot geestelijke eenheid gekomen, die banden kunnen niet meer verbroken worden, want God gaf ons deze eenheid.
Hij wil, dat we als mensen ingaan.
Nu beginnen we ermee ons al dat andere leven eigen te maken.
De geestelijke bezieling gaf ons stijgend het woord.
In de Tempels aan deze zijde ontziet zich niemand, het woord Gods werpt elke verstoffelijkte gedachte van zich af, en daar zijn wij los van onszelf.
Nu kunnen wij vergelijkingen maken met de aarde en is uw taal armoedig, leeg en nietszeggend.
Maar ook wij komen niet boven ons eigen bewustzijn uit, wat u overigens niet te woordelijk moet nemen, want de Goddelijke bezieling leeft in ons.
Dit moet u op aarde niet vergeten, eerst dan kunt ge in de hoogste bezieling opgetrokken worden.
Zelfs met de planeten komen wij tot de geestelijke eenheid en treden we de kosmische bezieling binnen.
Willen wij hierin de diepste wetten beleven, dan is dat mogelijk, maar alleen volgens onze eigen levensgraad.
Met uw stoffelijke wetten is het éénzijn voor ons leven een openbaring, want wij komen met bliksem en onweer tot eenheid en stellen vast hoe de stoornissen zijn ontstaan, waarvan ge op aarde de drijfkracht hebt leren kennen.
Voor ons leven beleven we die enormiteit, het geweld van de slagen, die worden toegebracht, en begrijpen!!
Voor ons leven is nu de geestelijke inspiratie bezieling en meditatie geworden.
Hierin ondergaan we de goddelijke wetten en deze zijn slechts door de allergrootste mediums op aarde te beleven.
Eén dergelijk begenadigd mensenkind heeft het oude Egypte gekend, de rest van al die duizenden priesters beleefden het heelal van eigen bekrompenheid, ook al leerde elke priester spreken.
Dit behoorde bij zijn ontwikkeling, want de goden eisten het.
Als ik mij in de sferen ergens voor wil bekwamen en mijn meester wenst mij naar de bestaande wetten te voeren, een graad van leven, die tot mij moet spreken en waarvan ik de geestelijke inspiratie verwacht, dan zendt hij mij tot de natuur en kom ik vanzelf tot reine eenheid.
De natuur vertelt mij wat ik wens te weten en de inspiratie is tot stand gekomen.
Deze inspiratie is kinderlijk eenvoudig, is vol tact en reine liefde, omdat ik mij volkomen overgeef.
Ik zal het u zeggen, mijn leven is bewust!
Of het is niet mogelijk!
U zult denken, een boom heeft toch geen taal geleerd?
Het antwoord is: In ons spreekt het gevoelsleven en dat gevoel kan mij in het eigen bestaan optrekken.
Dan spreekt het leven van een boom als kracht en energie, als een deel van God.
God ís alles en dat álles geeft zich, spreekt vreemde talen, die het nimmer heeft gehoord, maar tóch in Gods ruimte leven.
Dat gevoel voelt zich in mijn leven vertolkt en mijn eigen-ik neemt het over, natuurlijk en in nederige dankbaarheid, volkomen geopend en gereed!
De bloedsomloop van een boom vertelt mij hoe al die uitlopers van levenssappen worden voorzien en dan kom ik tot de vonk Gods, het onderbewustzijn van dit leven.
U lacht zeker, maar het is te verklaren, want vergeet niet dat ons leven zó diep is.
Ook in ons leven is de ondergrond van mijn eigen bestaande vonk Gods voor u en ons het onderbewustzijn, ook al lost voor deze zijde het onderbewustzijn in de wetten op.
En die vonk wordt door de geestelijke inspiratie, waarmee wij in verbinding komen, geopend.
Duidelijk horen we nu in ons spreken.
We voelen ons eigen leven niet meer, we houden op te bestaan, want dit leven eist de volle overgave van ons zelf.
In dit éénzijn kan het leven van God spreken en is het woord bovennatuurlijk!
Komen wij in de ruimte tot dit heilige éénzijn, dan spreken de elementale wetten tot ons leven op universele kracht.
U moest nu het woord eens kunnen beluisteren.
Niet één van u zou dit wonderbaarlijke kunnen beleven, ge zoudt wegzinken in het niets, u opgelost voelen in het woord, en dat woord is ruimtelijk diep.
Waarheen voert de geestelijke inspiratie uw leven?
Naar de oneindigheid terug, waar voor uw leven nog geen bestaan is en waarmee ge toch verbonden bent; het kan voor u alleen de instorting betekenen van uw levensgraad.
Weet u, dat er in het oude Egypte sprekers hebben geleefd, die het menselijke vernuft en denkvermogen volkomen konden uitschakelen?
Dat ge dan op de drempel van krankzinnigheid werd gebracht?
En door het woord?
Door de geestelijke inspiratie?
Ja, geachte lezer, dit is óók ’n bovennatuurlijke gave en ze wordt zelden door een aardse persoonlijkheid beleefd.
Dit geschenk kan God u door Zijn afgezanten, door de geestelijke eenheid, brengen, en dan bent u het levende voorbeeld van het Goddelijke Zélf!
In deze toestand leven Zon, Maan en sterren in ons en we voelen dat ontzaglijke leven aan.
Nu wordt er een taal gesproken, die u op aarde al evenmin gehoord hebt, waaraan u niet kunt denken, omdat ook nu het bovennatuurlijke en toch zichtbare stoffelijke tot u spreekt.
Want het leeft immers boven uw hoofd?
Waarachtig is het, wat ge hoort en ziet, maar het kan uw bewustzijn vernietigen.
U bent nu één met de ruimte, de Zon en Maan leven in u!
Hoe is nu het woord, dat door u vertolkt moet worden?
Hemels en onmetelijk, ja, op sommige ogenblikken Goddelijk doorschijnend en dan ziet ge door al dit leven heen uw eigen bestemming.
Nu kunt ge schreien als een klein kind, of uw leven springt uiteen.
Het woord, mens van de aarde, krijgt nu Goddelijke betekenis en voert u uit uw eigen bestaan weg.
Nu ondergaat ge deze evolutie en zeggen Zon en Maan door het woord hoe ze zijn ontstaan!
Christus had op deze wijze gesproken, indien u als mens Zijn woord had kunnen begrijpen, doch Hij deed het maar aards, omdat Christus wist, dat ge zoudt zijn bezweken.
Het leven zélf sprak tot Christus, maar Hij gaf aan het woord diepte, gaf er op kinderlijke en eenvoudige wijze Zijn Eigen bewustzijn aan.
Toch voert het u van de aarde weg en tot Zijn gevoelsleven, Christus verbond u met het Heelal.
Juist Hij, als de Centrale Figuur, kon dat doen, als het Goddelijk Kind, onbaatzuchtig en genezend tegelijk, doch erbarmelijk slecht door ons als mensen aangevoeld.
Wanneer er op deze wijze gesproken wordt, kan het kleinste insect u wonderbaarlijke dingen vertellen.
U ontvangt dan een stijl en taal die tot dat leven behoren.
Maar de Kosmische diepte voert door uw leven heen en trekt u in dat bestaan op, hoe nietig dat diertje ogenschijnlijk ook is.
Dat kan alleen, indien u het waarachtige beleeft, waartoe u vanzelfsprekend moet openstaan.
Het kleine diertje zuigt zich dan aan uw leven vast.
Onze geleerden volgen hierdoor de Goddelijke Schepping, wat voor uw aardse geleerden niet mogelijk is, omdat ze de geestelijke inspiratie kennen noch beleven, en omdat ze zich niet kunnen openen.
Ik wil dus aantonen, dat ook het leven op aarde tot uw eigen gevoelsgraad zou kunnen spreken en – met andere woorden gezegd – wij uw gevoelsgraad dus ver vooruit zijn.
In denken en voelen, in de meditatie dus, beleven wij de volle honderd procent bezieling.
Voor ons leven is dit het éénkomen met het andere leven waarop we zijn ingesteld.
De geleerde op aarde moet een geheel andere weg volgen om tot een analyse te komen.
In ons leven spreekt het andere leven tot het eigen bewustzijn, waarna de waarachtige betekenis voor onze ogen komt.
Het zien volgt en het begrijpen is daarna onvoorwaardelijk.
Die natuurlijke afstemming spreekt nu tot ons gevoelsleven en hierin is niets onwaarschijnlijks, we beleven die graad zoals we onszelf hebben leren kennen.
Bent u op aarde verrijkt met een schone taal, bezit u de welsprekendheid, dan wil dat nog niet zeggen, dat het een aangeboren talent is, want deze kunde raakt nog steeds uw stoffelijk bewustzijn.
Het is het spreken op eigen kracht en heeft niets met geestelijke bezieling te maken.
De geestelijke bezieling vraagt het volle overgeven van de persoonlijkheid én het gevoelsleven.
Het ongeschoolde kind kan nu over wonderbaarlijke dingen vertellen, die boven uw eigen bewustzijn leven, want dit kind is nu met de geestelijke bezieling verbonden.
Hetgeen nu gezegd wordt heeft betekenis, want zo’n volwassen kind is als het eeuwige leven moet zijn; Christus heeft daarvan gesproken.
De priesters in het oude Egypte hebben dit begrepen.
De leerling-priesters of begaafden mochten niets leren, ze waren onbesmet, niets mocht het zieleleven beïnvloeden, uit vrees dat de astrale bezieling geen doorgang zou kunnen vinden.
Eerst dan was een priester gereed om de geestelijke bezieling te kunnen ontvangen en was deze waarachtig.
Hieraan twijfelen was niet meer mogelijk.
Wat nu gesproken werd behoorde tot een andere wereld, de goden spraken door deze zuivere kanalen en van stoornissen door eigen taal en stijl kon geen sprake zijn.
Was een priester eenmaal tot die geestelijke hoogte gekomen en zijn spreken veranderd, dan concentreerden de hogepriesters zich op het medium en vroegen hem in gedachten zich geheel over te geven en het gevoel tot zich te laten spreken, dat in hem zou komen.
Die moest zich nu openstellen voor wat een boom te zeggen had, voor hetgeen een bloem het menselijke leven aan schoons kon geven, en hierdoor kwam het medium tot universele eenheid.
Nu kreeg een boom betekenis.
Zon, Maan, sterren en planeten, nacht en dag, het uur en de seconden werden goden, omdat al dat leven kon spreken en een eigen oppermacht vertegenwoordigde.
Hoe kan het anders, Egypte zonk in dit godentijdperk weg en bleef er eeuwenlang in, om tenslotte voor het bewuste denken en voelen, de astrale wijsheid, te ontwaken.
Toen dat ontvangen was, verwaasde het godendom enigszins en trad de zwarte magie naar voren.
In die tijd kreeg Egypte het bewustzijn van één God die alles bestuurde, doch de priesters werden niet meer aanvaard, leugen en bedrog leefden zich uit.
Egypte wilde deze vooruitgang nog niet aanvaarden.
Hoeveel geleerden zijn er niet afgemaakt, omdat ze de massa eeuwen vooruit waren?
Iedere eeuw kent deze misdaden en heeft zich eraan schuldig gemaakt, de reine evolutie is er niet in te slaan, doch eens moet de massa haar hoofd ervoor buigen.
Na hun dood werden deze mensen erkend en geëerd, maar hun strijd hebben ze moeten strijden en wel tegen het onbewuste-ik van de massa.
Het is door deze bezieling gekomen, dat een stuk steen voor de Egyptenaar een goddelijke betekenis kreeg, maar die steen had dan ook iets tot hun leven te zeggen.
Dat dit geen bewustzijn is, hoef ik u niet te zeggen, u kunt er thans uw schouders voor ophalen en vindt het wellicht onbegrijpelijk, nietszeggend.
Maar de mensheid was nog niet zo ver dat het uw bewustzijn bezit als enkeling en als een groot volk, Egypte zou hiervoor nog moeten ontwaken.
Aan het einde van die verschrikkelijke strijd begreep men daar eerst, dat maar één God al het leven in de ruimte bestuurde en niet honderdduizend.
En die ontwikkeling heeft zich iedere ziel eigen moeten maken, want het behoort tot het astrale bewustzijn, het eeuwigdurende!
De rozekruisersorde is het, die redde wat er te redden was, waarna deze kosmische wijsheid een groot geheim werd, een mysterie van dood en leven.
De aftakeling van het oude Egypte is wettelijk, volgens de astrale wetten beleefd, en stoffelijk onbegrepen gebleven, maar niettemin doorschijnend voor elkeen, die de God van al het leven kan aanvaarden.
Voor de rest van de onbewuste mensheid bleef de steen zijn goddelijke waarde behouden.
Voor tal van mensen bestaan er nog vele goden in de ruimte, heeft al het leven die betekenis behouden.
Het is voor hun bewustzijn het natuurlijke ingaan.
Volgens vele wijzen is dit de oorspronkelijke natuurlijke meditatie.
Wie een boom beleven kan, beleeft God, de God van al het leven.
Het is het gebed van het natuurlijke kind, het totale begrijpen van de wetten Gods, waarvan al het leven in de ruimte een vonk bezit en waarop al het leven afstemming heeft.
Toen de schepping een aanvang nam heeft de God van al het leven Zichzelf gegeven en dat werd oorspronkelijk gevoeld en aanbeden, en dit zal u als mens dichter bij God brengen dan het dode heiligenbeeld, dat voor vijftig procent mismaakt is.
Het enige wat uw kerk u geven kan is haar eigen bewuste zelf, en zij kent oppermacht toe aan het ding, dat tot u spreken moet, doch een duurzame mismaking is, met andere woorden uw heilig verklaarde beelden zijn slechts de afschaduwing van het oude Egypte; wat ge nú bezit is de vervalste werkelijkheid en zonder kracht.
De Rozenkruisersorde redde van de werkelijkheid wat er te redden was, maar versluierde de waarachtige tekenen van het licht.
Nú echter in uw eigen eeuw zal het wonderbaarlijke licht van God, de „Enige” in onze ruimte, tot uw gevoelsleven spreken en wel door de geestelijke inspiratie!
Het is geen wonder, dat in het oude Egypte een priester als ’n godheid werd aanvaard wanneer het leven van een boom, bloem en vogel zijn extase opvoerde, zodat de anderen, die luisterden, er hun eigen bewuste ik door verloren.
Niemand van hun twijfelde eraan; hetgeen gegeven werd, vertegenwoordigde het grote van dat wat erachter lag.
Dit leefde echter in de onzichtbare wereld en werd vertegenwoordigd door een astraal meester; hun begrip ging echter niet zo hoog en dus verloren ze hun grond, eerst later zouden ze deze diepte leren kennen.
Maar Gene Zijde was bezig fundamenten te leggen voor de gehele mensheid, was begonnen aan de menselijke ontwikkeling.
De priesters gingen verder en behaalden het hoogste, vanuit de ruimte werden ze toen toegesproken en zo werd leerzame stof ontvangen, waarvan de hiërogliefen u het bewijs leveren.
Al hun methoden namen de priesters mee in hun graf, het iets dat overgebleven is van deze ontwikkeling is niet voldoende om het hongergevoel naar ontwikkeling van het kleine insect te stillen.
De priesters van Ra, Re, en Isis en andere Tempels hebben die ontwikkeling echter beleefd en hun levens sterven nimmer uit, omdat ze de werkelijkheid hebben gediend.
En hun wijsheid kan elk mens zich eigen maken; wil men tot geestelijke eenheid komen, moet echter het gevoel losgelaten worden en dan spreekt de „Drie-eenheid” tot uw eigen leven.
Nu is God geest, kind, en tevens Vader en Moeder.
Wie zoekt zal vinden, het goede of het kwade, maar uw gevoelsgraad zal weigeren te ontvangen, indien uw leven de noodzakelijke geestelijke graad nog niet heeft bereikt.
Indien u hiervoor evenwel gereed bent, komt het oude Egypte tot uw leven en krijgt ook voor u boom, plant en dier die reine betekenis, welke God dit leven gaf toen Hij het schiep.
Het volkomen oplossen van de persoonlijkheid gaat dus in de halftrance over, die elke kunstenaar op aarde beleven kan, die het gevoel ervoor bezit, de anderen moeten het zich nog eigen maken.
Ik zei u al, alleen Christus had ons deze goddelijke diepte aan taal kunnen schenken, doch dan had men er niets van begrepen.
De wijze, waarop Christus gesproken heeft, kreeg door de gelijkenis liefdevol contact met de oneindigheid, waarin Christus leefde en waarin Hij Zijn Vader van liefde vertegenwoordigde.
Hij volgde de wetten in de natuur en bracht de natuurlijke wijsheid tot de mensheid als het waarachtige leven van God de Vader.
Had Christus de stoffelijke taal doorgegeven, de spreekwijze van de aarde dus gebruikt, dan had het Evangelie nimmer Goddelijke betekenis gekregen.
Zijn spreken was gericht op het voelend en denkend mensenkind, en werd erdoor eeuwigdurend waarheidsvol!
Christus sprak tot de zeven graden van het gevoelsleven, tot het onbewuste en bewuste kind, tot het ongeschoolde zowel als tot het scherpe intellect op aarde.
Christus kon niet buiten het leven om tot de mensheid komen, omdat Zijn Goddelijke afstemming erdoor was ontwaakt.
Indien Christus Zijn leven had laten spreken op goddelijke kracht, had men Hem vóór Golgotha reeds geestelijk en lichamelijk verworpen en uitgekreten.
De poorten van de hemelen hebben zich voor elkeen geopend, Christus gaf u en ons de weg, de waarheid en het licht, Hij voerde al het leven op aarde terug naar het Vaderhuis.
Ga daarom in de natuur en laat het leven van God tot uw eigen leven komen, laat het op u inwerken en gij beleeft de geestelijke inspiratie.
Schrijf op wat uw eigen leven te vertellen heeft, maar denk aan niets of ge verbreekt reeds uw éénzijn met God.
Nu komen al die miljoenen graden van liefde uw eigen leven verwarmen, ze kloppen aan uw wedergeboorte, maken u open tot in uw diepste onderbewustzijn en halen dát eruit, wat er aan gevoel leeft voor het heilige woord en gestalte kan geven aan deze verlichting.
Geef u over en ge hebt de onmetelijkheid van God gevoeld.
Gevóeld en belééfd, door het éénzijn met het leven van God!
Nu spreekt de geestelijke gave, u verkondigt uit naam van Hem, dat ge zelf zijt ontwaakt.
Maak u deze graden van liefde eigen en het eeuwigdurende leven behoort u toe, het tijdelijke hebt ge dan overwonnen.
Christus deelde zichzelf, gaf aan u en ons het voorbeeld.
Hoe wij zullen handelen komt vanuit ons leven tevoorschijn, want we komen niet boven ons eigen bewustzijn uit, doch de geestelijke inspiratie trekt u en ons volkomen in die reinheid op.
Tot schreiens toe zullen onze levens zijn gevuld en we buigen diep ons hoofd voor al wat Gene Zijde ons te bieden heeft.
In deze toestand wordt niet meer op taal en stijl gelet, nu spreekt het levensbloed in de kosmos tot uw eigen levensgraad, de Gods-Adem, waardoor ge zijt ontstaan.
Alléén mediums in onze handen kunnen iets dergelijks beleven.
Eén op miljoenen zál het beleven, de rest komt niet van zichzelf los, ook al is het geestelijke verband intact.
Wanneer deze wonderen geschieden, hebben zij voor de mensheid grote betekenis en zijn zij meestal een gebeurtenis waardoor eeuw met eeuw verbonden wordt.
De tijd waarin u leeft, zal het u geven, maar de astrale werkelijkheid stelt vast welke massa ervoor geschikt is, welk gehoor luisteren kan en welk gevoel de bovennatuurlijke wetten aanvoelt, die aan u als mens geschonken kunnen worden.
Het medium in trance daalt dieper in deze wetten weg, want zijn leven is in slaap.
Nu kunnen de occulte wetten en gaven door dit leven spreken en is de astrale persoonlijkheid overheersend.
Als voor het schrijven en tal van andere gaven is dit gebeuren, nu beleeft het medium zelf deze diepte niet, een ánder spreekt door het organisme.
De psychische trance is het bezit van ons leven, de geestelijke inspiratie eveneens, en hiervan wil de trance, buiten het leven van het medium om, het gevoelsleven op aarde bereiken!
De inspiratie daarentegen straalt uit uw eigen ogen, dan voelt uw hart het bewuste ik, dat sprekend uw leven vertegenwoordigen moet.
Het is eenvoudig, wij maken gebruik van beide gaven, komen tot eenheid indien u het gevoel ervoor heeft en nu is zegenend het woord, dat u gegeven wordt.
De trance vraagt van u, uzelf los te laten – lichamelijk en geestelijk –, de inspiratie komt door u heen als een vloedgolf en ge weet nu dat ge de werkelijkheid van God ondergaat.
Het ene is bewust in uw leven gekomen, het andere wordt bewust door uw stoffelijk bezit op aarde gebracht, maar behoort de astrale persoonlijkheid toe.
God gaf ons deze heiligheid!
Uw charlatans versjacheren al deze gaven, maken ervan wat ze zelf aan gevoel bezitten en dat is hemeltergend slecht.
Spoedig staan ze voor lege zalen en moeten ze hun gevoeligheid aanvaarden.
Hoe mensen zichzelf kunnen vergeten en ons leven bezoedelen, de gaven mismaken door hun duivels spel, wil ik u in het volgende hoofdstuk aantonen.
Het is Gods wil, dat hun levens door het licht van Gene Zijde worden beschenen.
En wij doen dat nu op onze eigen wijze, door het woord!
We trappen niet, wij hebben slechts pijn in ons hart te moeten zien, hoe verdierlijkt deze mensen zijn.
Maar wij hebben geen eerbied voor hun hondse gevoelens, daar het mensen zijn!
We weten, wáár zij leven en hoe hun binnentreden aan deze zijde zal zijn.
Straks moet ge zelf maar oordelen.