Homoseksualiteit

Wat men homoseksualiteit noemt, ontstaat doordat de ziel na een aantal levens als vrouw in een volgende reïncarnatie een mannelijk lichaam opbouwt, of andersom.

De gevoelswaarde van woorden

De boeken van Jozef Rulof werden geschreven tussen 1933 en 1952.
Vele woorden die in die tijd gebruikt werden, hadden een andere betekenis of gevoelswaarde dan in de huidige tijd.
De psycholoog sprak toen bijvoorbeeld nog over krankzinnigheid, en de mensen die hieraan leden werden in Nederland behandeld in krankzinnigengestichten.
In deze instellingen werden soms ook ‘homoseksuelen’ opgesloten.
Homoseksualiteit werd in die tijd doorgaans als een ziekte bestempeld, als een vorm van krankzinnigheid of een verkeerde gerichtheid van seksuele driften.
Men vroeg zich toen ook af hoe deze zogenaamde ‘ziekte’ genezen zou kunnen worden.
Voor Jozef Rulof waren krankzinnigheid en homoseksualiteit echter heel iets anders dan wat men toen onder die woorden categoriseerde.
Zijn visie op krankzinnigheid wordt toegelicht in het artikel ‘krankzinnigheid’.
Voor Jozef was datgene wat men homoseksualiteit noemde geen ziekte maar een natuurlijk gebeuren dat door elke ziel vele malen in haar evolutie ervaren wordt.
Op een contactavond in 1952 hekelde hij dan ook de brandmerkende en vernederende uitwerking van het woord ‘homoseksueel’ in de toenmalige maatschappij.

Een natuurlijk gevolg van reïncarnatie

Volgens Jozef kon men juist door het verschijnsel homoseksualiteit het bestaan en de werking van reïncarnatie goed zien.
Om dit te verklaren is het belangrijk een onderscheid te maken tussen de menselijke ziel en haar persoonlijkheid.
De ziel is de eeuwige kern die vele malen op aarde reïncarneert om haar gevoelsleven te verruimen.
De persoonlijkheid wordt ook het ‘ik’ genoemd en zet het gevoel voort tot gedachten en handelingen.
Het artikel ‘onze reïncarnaties’ geeft een overzicht van de artikelen die hier meer uitleg over geven.
Wanneer een ziel na een aantal vrouwelijke levens reïncarneert en in het nieuwe leven een mannelijk lichaam opbouwt, zal zij zich als persoonlijkheid nog steeds vrouwelijk voelen.
Het gevoelsleven en de persoonlijkheid zijn immers niet ineens aangepast aan het nieuwe lichaam.
Het gevoelsleven is het resultaat van al de ervaringen uit de vorige levens.
Men begint in een nieuw leven op het punt waar men in het vorige leven geëindigd is.
Naarmate het nieuwe leven in het mannelijke lichaam vordert, zal het verschil tussen het vrouwelijke gevoelsleven uit het vorige leven en het mannelijke lichaam van het nieuwe leven duidelijker worden.
De persoonlijkheid voelt zich nog altijd vrouwelijk maar heeft geen vrouwelijk lichaam meer dat haar gevoel vormgeeft.
Het mannelijke lichaam vindt ze vreemd, het hoort niet bij wie ze is.
Ze weet ook niet hoe ze met de mannelijkheid van dat lichaam om kan gaan, omdat het nieuw is voor haar gevoelsleven.
Als ze niet weet hoe dit verschil ontstaan is, kan ze gaan twijfelen aan zichzelf.
Ze voelt zich nog altijd vrouw, en seksueel voelt ze zich aangetrokken tot mannen.
Voor de buitenwereld lijkt het alsof een man een andere man zoekt, waardoor dit gedrag homoseksualiteit wordt genoemd.
Voor haarzelf voelt het als vanzelfsprekend, want haar seksuele voorkeur gaat uit naar mannen.

Tijdelijke aanpassingen

In de huidige tijd kan ze chirurgische en hormonale behandelingen aanwenden met de bedoeling om haar nieuwe lichaam zo goed mogelijk weer te laten passen bij haar vrouwelijke gevoel.
In vroegere tijden kon ze zich alleen maar kleden of vermommen als vrouw.
De reikwijdte van al deze handelingen is echter beperkt tot het huidige leven, want volgens Jozef Rulof en zijn meesters bouwt deze ziel in het volgende leven opnieuw het mannelijke lichaam op, en ziet deze persoonlijkheid zich dus telkens voor dezelfde verandering geplaatst, totdat zij de weg van haar ziel volgt.

De weg van de ziel

De ziel is namelijk op weg naar het andere geslacht.
Zij heeft niet voor niets een mannelijk lichaam opgebouwd.
Dat doet zij alleen wanneer zij haar cyclus van vrouwelijke levens heeft beëindigd en aan een cyclus van mannelijke levens begint.
De ziel heeft het beleven van beide geslachten nodig, om alle gevoelens te ervaren die met de twee verschillende lichamen mogelijk zijn.
In het vrouwelijke lichaam kan zij gevoelens ervaren die specifiek zijn voor dat soort lichaam, zoals het moederschap.
Bij het mannelijke lichaam is dat het vaderschap.
Het artikel ‘onze basiskrachten’ licht toe dat ‘moederschap en vaderschap’ de twee basiskrachten vertolken die al het leven voortstuwen.
Het artikel ‘onze kosmische ziel’ geeft een overzicht van de artikelen die de weg van de ziel in kosmisch perspectief zet.
Elke ziel beleeft vele levens op verschillende planeten in het heelal om haar gevoelsleven te verruimen.
In elke graad van haar evolutie zal zij vrouwelijke en mannelijke lichamen opbouwen, om alles te ervaren en te voelen wat in die graad te leren valt.

Verklaring op zielsniveau

Het artikel ‘verklaring op zielsniveau’ belicht het grote verschil in de boeken van Jozef Rulof tussen het aardse denken en de eigenlijke zienswijze van de meesters van de Universiteit van Christus.
Om op woordniveau aan te sluiten bij de lezer tussen 1933 en 1952, geven een aantal passages over homoseksualiteit in de boeken van Jozef Rulof het aardse denken weer dat in die tijd gebruikelijk was.
De meesters moesten eerst de kosmische evolutie van de ziel beschrijven, voordat ze konden uitleggen hoe zijzelf naar het verschijnsel homoseksualiteit kijken.
Wanneer ze hierover een verklaring op zielsniveau geven die hun eigen zienswijze vertolkt, dan valt het woord ‘homoseksualiteit’ weg.
Op zielsniveau bestaat er helemaal geen homoseksualiteit, omdat de ziel niet homoseksueel kan zijn.
De ziel beleeft moederschap en vaderschap in al haar evolutiegraden, en hierdoor verruimt ze haar gevoelsleven.