God als Geestelijke én Stoffelijke verdichtingswetten

„Allemaal waarheid, mijn broeders.
Dit leven” ... zo gaat meester Alcar verder ... „dat vanuit de „Albron” tevoorschijn trad, als verschillende verschijnselen gezien, betekenen thans verdichtingswetten, want wij hebben dat mogen volgen.
Elke verandering is een wet, voor vader- en moederschap, leven en dood.
Is er een dood?
Néén, dat is het verdergaan om te evolueren.
Elke kleur is een zelfstandigheid geworden.
Hoe eenvoudig alles eigenlijk weer is, wordt ons duidelijk.
En dat zal zich straks dóór de stoffelijke openbaringen manifesteren.
Het licht is dus een verdichtingswet, het leven, de ziel, de geest, een bloem is een stoffelijke en geestelijke verdichtingswet, waarna de planeten en sterren volgen en zien wij het stoffelijke Universum.
Meer is er niet, máár, mijn broeders, nu betreden wij de eigenlijke levensgraad voor élke vonk van God.
En dat is een ruimte, is ontwikkeling.”
+ +
+