God als Ziel

André voelt thans, dat zijn leven en bewustzijn voor de Goddelijke Openbaringen wordt geopend.
Hij kan thans aanvaarden, dat hij achter het leven kan zien, maar waardoor de wet als leven tot zijn bewustzijn spreekt.
Ook wij beleven diezelfde wetten en openbaringen.
Wij ondergaan thans verschillende Goddelijke eigenschappen.
En daardoor betreden wij aanstonds een deel van de Goddelijke Persoonlijkheid, waardoor God zich dus manifesteerde en aan het Goddelijke Plan kon beginnen.
André is het, die het Goddelijk Bewuste woord ontvangt en tot ons zegt:
„Door de kracht, die dus uitgezonden werd, mijn meester, kreeg deze wereld het leven en een eigen karakter.
Dat is thans het bewustzijn voor de ruimte, die Goddelijk is en een bestaansvorm heeft aanvaard.
Al het leven nu, werd door de „Alziel” tot de Goddelijke afstemming gebracht.
Wij leren thans God als „Ziel” kennen.
Want dit is „ziel” en als zichtbare wereld ... Zijn „Geest” ... en is hierna een deel van Zijn Persoonlijkheid.
Dit leven heeft dus als Goddelijk fundament direct afstemming op de „Oerbron”!
Het alvermogen om te baren en te scheppen.
Wat wij zien, mijn meester, in deze ruimte, is ziel en geest, levensadem en levensaura, levensbloed, waardoor God als Ziel gestalte krijgt.
Kunt u dit volgen en beleven?
Dit leven bezit dus alles wat wij vanuit de „Albron” mochten zien baren.
En door de harmonische wetten verdicht zich de levensruimte voor God, waarin wij zullen leven.
Ik ga voelen wat dit te betekenen heeft.
Ook dit leven zal zich straks verdelen, ook weer baren en scheppen, dat voor élke vonk van God een eigen evolutieproces is, doch vooral de verkregen zelfstandigheid, of wij waren nimmer mens geworden.
Hierdoor begrijp ik thans, waarvoor ik leef en ik mens werd.
Doordat ik uit dit alles geboren ben, vertegenwoordig ik God in alles, wat wij tot nu mochten aanschouwen.
Hoe wij als mens later ten opzichte van de „Albron” moeten en zullen handelen, mijn meester, dat leren wij kennen, maar op aarde is dat te zien, doch wordt niet begrepen.
Als dit leven zich nu verdelen zal, komt er nieuw bestaan en dat wordt de mens, dier, bloem en plant.
De ruimte zal het ons schenken en dat zijn de Planeten en de Zonnen, als vader- en moederschap is dat mogelijk!”
„Is dat juist, meester Zelanus?”
„Ja, meester.
Wat André beleefde, zag ik gescheiden van elkaar, maar bovendien gebeuren en zag en beleefde ik God als Ziel!”
„Zo is het, wij beleven God als „Ziel” en straks als „Geest”.
Op dit ogenblik, mijn broeders, schept de „Albron” God als Ziel, omdat wij de nevelen verdicht mochten aanschouwen.
En verder, André?”
„Mijn leven, meester Alcar, is op aarde ziel, geest en stof geworden of ik zou niet kunnen leven.
Op aarde vraagt men thans nog: wat is ziel, wat is geest?
Ik zie thans wat ziel en geest is en hoe God zich heeft gebaard, omdat ik deze wetten mocht leren kennen.
Het is het protoplasma ... dat vanuit het „Alleven” tot deze eenheid kwam, als zichtbare stof dus en dat is God als Ziel.
Ga ik een stoffelijke vergelijking maken, die ik nu kan volgen, omdat de Zon die scheppende kracht geworden is voor de stoffelijke ruimte, beleef ik ook die waarachtigheid en héb ik te aanvaarden, dat de Zon voor onze ruimte „Vader” is!
En de Maan „Moeder”!
Maar waardoor wij ons als mens de krachten en wetten eigen kunnen maken.
En dat is ónze zelfstandigheid.
En die kern nu leeft ín mij en heeft afstemming op dit gebeuren, waardoor God Zich heeft gemanifesteerd.
Nu kon de schepping een aanvang nemen.
Ik ben dus als mens, ziel van Zijn „Ziel”!
Ik ben leven van Zijn „Leven” en licht van „Zijn Licht” ... en kreeg ik het vader- en moederschap te beleven en in eigen handen.
Want ik werd vader én moeder!
En dat is mijn en uw Goddelijke evolutie!”
„Ik dank u, André, waarlijk, wij hebben Goddelijke afstemming, in onze handen leeft de Goddelijke schepping, omdat wij Hem in álles zullen vertegenwoordigen.
Hierdoor kunnen wij tevens het Goddelijke Bewuste aanvaarden!
Wat nu tot ons spreekt is dus, de „Alziel” splitste zich en dat deeltje werd de Goddelijke Ziel!
Dit protoplasma werd voor God „Ziel”.
En die aura is levensbloed van de „Almoeder”!
Tot werking gebracht, voortgestuwd door de „Alwil”!
En dat is baren en scheppen!
Het is tevens het éénzijn met de „Albron” ... die „Almacht” is.
Wij zijn dus als mens almachtig, wanneer wij ons dat Goddelijke stadium en bewustzijn eigen hebben gemaakt.
Dat is het eerste teken en het verschijnsel nu, dat ál het leven tot de bewuste Goddelijke „Ontwaking” voert.
Hoort ge dit, mijn broeders?
Door te scheppen en te baren voeren wij onszelf en met ons ál het leven, tot de Goddelijke-dierlijke ontwaking.
Dat is ons evolutieproces!
En dat wordt hierna bewustwording van de verkregen levensgraad als bron voor het eigen bestaan.
Aldus, voordat wij verdergaan, hebben wij vast te stellen, dat de „Albron”, als Alziel – God die levenskrachten schonk, levende bewustwording, waardoor God aan Zijn scheppingen kon beginnen.
Eerst toen manifesteerde God zich als „Ziel” en waren de verschijnselen die wij mochten aanschouwen.
Hoe de Goddelijke Geest geboren werd, kunt gij thans volgen en is ons volgende stadium.
+ +
+