Naar de eerste sfeer — het ontwaken aan Gene Zijde

Wij zullen nu verder en hoger gaan en het schemerland verlaten.
Zo wij het ontwaken in de wetten van God willen beleven, moeten wij wandelend verdergaan.
Een geest van het licht kan door wilsconcentratie hoger gaan, hij zweeft door de ruimte en kan in één seconde zijn doel bereiken.
Maar doordat de concentratie op het voortzweven ingesteld is, lost het leven in de natuur voor hem op.
Wij gaan nu liever langzaam verder om onderweg te mediteren en beleven zo het ontwaken van de natuur en ons eigen leven.
Van het schemerland voelen wij ons bevrijd.
Dat oude, nietszeggende leven en bewustzijn hebben wij volkomen afgelegd.
Het hogere in ons leven is verdiend en niemand is in staat het ons af te nemen.
De wetten van God voor dit leven zijn ons geopenbaard.
Het astrale weten hebben wij ontvangen.
Onmiddellijk wordt ons duidelijk, dat, wat wij voor anderen deden, tot ons eigen leven is teruggekeerd.
Wij dienden het leven van God en dachten, dat wij ons voor anderen hadden ingezet.
Nu blijkt, dat wij niets voor anderen hebben gedaan, want door dit dienen maakten wij ons het bezit van de eerste sfeer eigen, het machtige licht van de eerste hemel in het leven na de dood.
In deze natuur zullen wij het nieuwe leven en bewustzijn waarnemen.
Die bezieling is in ons gekomen.
Wij zijn vol vertrouwen heengegaan en voelen ons opgewekt en gelukkig.
Van hetgeen achter ons ligt hebben wij afscheid genomen.
Deze hoge evolutie leeft in ons, we zijn voorbereid en putten thans uit dit nieuwe weten en begrijpen nu tevens, dat hoger gaan steeds mogelijk is.
Wij gaan voelen, hoe de eerste sfeer en de volgende hemelen zijn opgebouwd en dat wij een weg volgden, die wij móesten volgen en die tot God voert.
De hele mensheid zal dit moeten aanvaarden.
Haar strijd van thans is het gaan naar de eerste sfeer!
Onze eerste schreden op de weg omhoog voeren ons naar openbaringen.
Wij zien het leven in de natuur ontwaken en dit ontwaken is tevens in ons zelf gekomen.
Er ontbloeit leven rondom ons en wij zien bloemen, die in het schemerland nog niet konden groeien, omdat daar de bestaansmogelijkheid ontbrak.
Hier kunnen wij ruim en diep ademhalen, een overgelukkig gevoel komt in ons.
Door deze verandering voelen wij ons sterker geworden, onze levensadem wordt krachtiger en in ons denken en voelen komt meer diepte.
Wij staan thans open voor reine liefde, deze goddelijke macht overheerst nu reeds ons leven.
Een hogere kracht heeft ons in het eigen leven opgetrokken en voert ons naar de eerste sfeer.
„O God, hoe moeten wij U danken!”
Die woorden willen wij steeds weer uitspreken, ze zijn een gebed, dat ons leven verlaat en regelrecht tot God zal opklimmen.
En toch hebben wij de eerste sfeer nog niet bereikt.
Wij denken thans terug aan de duisternis en zien nog het schemerland in al zijn verschrikkingen voor ons.
Wat wij ervoor moesten dragen, schijnt ons thans onmenselijk zwaar toe, hoe vaak zijn wij niet bezweken?
Maar toch hebben wij ons van de ellende van onze eigenschappen kunnen losmaken en leerden zodoende deze heiligheid kennen.
Leed en smart bereidden de weg voor het verdere opwaarts gaan, we werden gebroken en geslagen, maar geheeld kunnen wij thans met dankbaarheid in ons hart jegens de broeders en zusters aan deze zijde de eerste astrale hemel binnentreden.
Nu laten wij die verschrikking los, wij willen nu leven!
Hetgeen in ons komt overweldigt ons.
Jubelend is het!
Hiernaar hebben wij eeuwen verlangd, we geloofden niet, dat het bestond.
Ondanks alles is het gekomen.
God is liefde!
Nu twijfelen we niet meer, wij knielen neer om Hem voor Zijn geschenken te danken.
Heerlijk bewustzijn is er in ons leven gekomen, wij zijn stralend gelukkig, dat wij tot dit leven behoren.
Deze blijheid verjongt ons.
„Ga in,” horen we in ons.
„Ga nu in de eerste sfeer.
Treed Mijn Koninkrijk binnen.
Keer terug tot Mij.”
Deze hemelse vreugde zullen de enkeling, de massa en de mensheid op Aarde beleven.
Als deze oorlog voorbij is, komt het!
Dan begint de mensheid aan deze wandeling naar de eerste sfeer, dan begint men op Aarde aan geestelijke opbouw en komt het ontwaken.
Dan ontspringt er vreugde en geluk in de harten van de mensen.
De gehele mensheid zal jubelen, ze weet nu waarvoor deze strijd gevoerd is.
Gods leven zal dan de grote openbaring voor de mensheid zijn!
Ons gebed is innig en diep, wij zijn er heilig van overtuigd, dat God ons alles van Zichzelf geschonken heeft.
De lichtstralen uit de eerste sfeer overstralen ons leven, de natuur wordt steeds mooier.
Bloemen en vogels lachen ons toe en spreken tot onze nieuwe persoonlijkheid, wij worden van gevoel tot gevoel met hen één.
Dit is het aanvoelen, het overgaan in het andere leven, het is de hogere bewustwording.
In het schemerland voelden wij ons armoedig, daar leefden wij onder de grond, nu staan wij midden in bloeiende natuur, nu is ons leven geheiligd.
De mensheid op Aarde ontvangt dit ook, uw strijd brengt het u.
Het is de geestelijke bewustwording.
Zij komt straks op Aarde.
Maar de wandeling van de mensheid duurt wat langer, zij kan enige eeuwen duren, eerst dan is de eerste sfeer bereikt.
Maar wat zeggen enige eeuwen, nu wij weten, dat deze ontwikkeling duizenden eeuwen heeft geduurd?
De enkeling kan de eerste sfeer in korte tijd bereiken, indien deze persoonlijkheid ernstig aan zichzelf werkt, indien álles wordt ingezet.
De mensheid doet er dus langer over, duizenden oorlogen zijn ervoor nodig geweest om deze hoogte te bereiken, toch is deze bewustwording gekomen.
Nu staat de mensheid voor het laatste probleem en worden ál de lagere eigenschappen overwonnen.
In deze eeuwen wordt het Koninkrijk Gods op Aarde gebracht.
Wie dan op Aarde is kan zeggen: het leven is de moeite waard om geleefd te worden, die mensen voelen zich gelukkig.
Het mensdom heeft zich de geestelijke liefde eigen gemaakt en kan thans aanvaarden.
De wetten van ons leven komen op Aarde, elkeen wordt astraal bewust.
Miljoenen zielen volgen nu één weg en beleven het één voor allen en allen voor één!
Dat, wat wij aanstonds zullen ontmoeten, wordt het bezit van de mensheid.
Het leven lacht ons toe en wij buigen het hoofd voor alles in de natuur.
Het leven van God glimlacht ons toe en dat heeft grote betekenis.
Wij voelen dat mens en dier hier voor elkaar openstaan, en dat wondere gevoel hebben wij ons eigen gemaakt.
Het is het overheerlijke gevoel niet meer alleen te staan in deze ruimte, waarvan wij de wetten zullen leren kennen.
Iedere hartstocht is uit ons weg, heeft plaats moeten maken voor dit zuiver geestelijk gevoel en gedachtenleven.
Dit is het geestelijk ontwaken!
Thans beseffen wij zo heel goed Gods wil, dat wij tot Hem zouden terugkeren, thans openbaart het zich in ons.
Nu kan de liefde van de eerste sfeer de persoonlijkheid overstralen, het is niet meer mogelijk, dat wij ons hierin vergissen.
De wetten spreken!
Christus, zo voelen wij, heeft met miljoenen zielen deze reinheid opgebouwd.
Het „Wie Mij volgt, ontvangt het Eeuwige Leven”, is voor ons werkelijkheid geworden.
Die woorden leven voor ons.
Nu begrijpen wij, dat het niet mogelijk is stukken over te slaan, het opwaarts gaan wordt innerlijk beleefd.
En niets houdt ons thans meer tegen, dit is ons verkregen bezit!
Het uitspansel verandert, daarginds ligt de eerste sfeer.
Duizenden zielen gaan met ons en zullen er binnentreden.
De natuur wordt steeds ijler en schoner, haar stilte treft ons, heiligend is deze invloed.
Het uitspansel van de Aarde is hierin niet waar te nemen, wij weten echter, dat wij daarin kunnen terugkeren, zo we het willen, die genade heeft God ons geschonken.
Wij zijn thans stoffelijk en geestelijk bewust.
Ons innerlijk leven is in harmonie gekomen met de oneindigheid, met deze levensgraad, die de eerste sfeer is.
Het is ons duidelijk dat, zo wij niet aan deze strijd waren begonnen, het schemerland ons nog steeds gevangen zou houden, hetgeen straks ook de mensheid zal aanvaarden.
Door het vele leed en de grote smart kwamen wij zover.
Door leed en smart, door de duisternis naar het licht – zó was onze weg!
Door Duitsland is dit geluk tot stand gekomen.
Het is het verkregen bezit van een mensheid, die daartoe door zeeën van ellende moest gaan.
Indien God aan deze strijd een einde had gemaakt, de gebeden had verhoord, zou de mensheid nog steeds in leegte en ellende leven.
Nu is dit stadium door toedoen van Hitler voorbijgegaan.
De meesters waakten, brachten op Aarde ellende, maar die ellende hielp u loskomen van het land van haat en schonk u het verdergaan in de geest, het geestelijk ontwaken en het betreden van de eerste sfeer.
Op eigen kracht zou de mensheid er niet zijn gekomen.
Als uw gebeden verhoord waren geworden, zou de menselijke evolutie hebben stilgestaan en dat kan niet!
Steeds weer kwamen die vreselijke tijden voor de geestelijke ontwaking.
Deze oorlogen bouwden aan de mens, daardoor ontwaakte het innerlijk leven van de mensheid.
Nimmer zou er anders aan al die duisternis een einde zijn gekomen, nu lost zij volkomen op.
De demonen van de hel worden thans overwonnen.
Omdat God wilde, dat Zijn Leven tot Hem terugkeerde, bracht Gene Zijde voor de mensheid strijd en kwamen er technische wonderen om haar in één strijd te betrekken.
Dat is nu geschied!
Nu wij dichter bij de eerste sfeer komen, valt het aardse leven van ons af, wij gaan nu geestelijk denken.
Het Koninkrijk Gods straalt ons tegemoet.
De hogere eigenschappen in ons leven treden naar voren.
Voordien was dat niet mogelijk, in het schemerland voelden wij ons levend dood.
Een geestelijk wonder heeft zich aan ons voltrokken.
Open zijn wij voor alles.
Uiterlijk overstraalt ons dit leven, al deze heiligheid.
Hetgeen ons wacht is machtig.
Hiervoor hebben wij ons eigen ik vernietigd, de leugen en het bedrog in ons gedood en de haat uit ons leven verbannen.
Dat, wat wij nu zijn, kwam ervoor in de plaats.
Wij voelen die levende kracht door ons bewustzijn stralen en zij is ons betere ik.
Wij zien en weten nu, dat wij ten goede zijn ontwikkeld, het duistere in ons hebben wij overwonnen, afgelegd!
De poorten van de eerste sfeer zijn nu niet meer gesloten, wij mogen het Koninkrijk Gods binnentreden.
Wij volgden Christus.
Wij zien voor ons, hoe de allereerste mensen aan de sferen van licht hebben gebouwd, hun werken en dienen hebben wij moeten volgen en we leerden toen al deze wonderbaarlijke wetten kennen.
Ook de menselijke geschiedenis van Mozes af ligt open voor ons, wij lezen daar in en het geweldige probleem leeft als het Koninkrijk Gods voor ons.
Dit behoort ons thans toe.
Voor ons is er geen God meer die Zijn kinderen verdoemt, die opvatting behoort tot het onbewuste leven.
Wij hebben deze verdoemenis leren kennen.
De mens heeft zichzélf verdoemd, maar niemand gaat verloren, iedere ziel in de ruimte keert tot God terug.
Maar nu mogen er geen omlaaghalende gedachten in ons zijn, want dan sluiten de bloemen hun kelken, ja, verwaast deze sfeer voor ons.
Wij moeten in harmonie blijven met deze voor ons nieuwe wetten, die tot de eerste sfeer en het geestelijk ontwaken behoren.
Het leven in deze sfeer vraagt van ons het open-zijn te aanvaarden en wij willen dit gaarne en zuigen ons van de heiligheid hier vol.
De eerste sfeer is als bij u op Aarde een zonnige zomermorgen, wanneer de natuur in reine rust ontwaakt, wanneer u voelt, dat alles tot u spreekt, u toelacht, zodat gij rondspringt van geluk en het leven de moeite waard vindt om geleefd te worden.
Dat is de afstemming van de eerste sfeer.
En toch, deze beschrijving is armoedig, het astrale leven is niet te beschrijven, dit moet u zelf kunnen beleven.
Bloemen zenden hun heerlijke en verfrissende geuren tot ons, vogelen zingen ons blij en verwachtend toe en zetten zich op deze uitgestoken handen neer.
Dit leven voelt zich één met het onze, het weet, dat wij de overwinning op ons zelf hebben behaald.
Groots is alles, wat wij van hieruit waarnemen.
Wij hebben er geen ogenblik aan kunnen denken, dat alles zo ongelooflijk zou zijn.
We zien de tempels oprijzen, ze zenden het eigen licht over al het leven hier uit, majestueus zijn deze gebouwen en wij zullen straks weten, wat zij te betekenen hebben.
Dit wacht de gehele mensheid op Aarde!
Het is het betreden van de eerste sfeer, maar dan leeft de mensheid in het Koninkrijk Gods!
Wij zien de mensen in prachtige gewaden gekleed, deze gewaden stralen licht uit, het licht van het wezen, dat deze reinheid bezit.
Schoon is de mens in dit leven en van deze afstemming.
Wij weten nu, dat wij de grens van de eerste sfeer hebben overschreden en zullen nu het ene wonder na het andere beleven.
Diep en waarachtig is dit leven, geestelijk rein en vrij van iedere hartstocht.
Het trekt ons op en wij gaan verder, steeds dieper dit leven binnen en voelen ons nu tot eenheid komen.
Bij iedere voetstap worden wij overweldigd door een pracht, die onze levensadem versnelt.
Wij zuigen de reine krachten hier in ons op.
Hoe voelt zich de mens in de eerste sfeer?
In deze toestand, in deze wereld kan geen hard woord meer gesproken worden.
Iedere gedachte wordt door ons gewikt en gewogen vooraleer wij haar uitzenden.
In deze sfeer leeft het leven voor Christus en voelt zich één met Hem.
En dat heeft God gewild, maar het is niet op Aarde begrepen.
Wij willen danken en doen het ook:
„O, God van al dit leven, hoe moeten wij U danken?
Dit behoort ons toe!
Wij mogen weten!
Wij zullen nu Uw leven niet meer bezoedelen.
Wilt U ons vergeven?
In ons leeft heilige en reine liefde!”
De meesters van deze zijde verwelkomen ons en reiken ons de hand, zij weten, welke strijd wij hebben gestreden.
Glimlachend treden zij ons tegemoet en wij zien naast hen al onze vrienden en geliefden van vroeger, die al vóór ons aan de strijd zijn begonnen.
Wij omarmen elkaar en schreien als gelukkige kinderen om al deze ongelooflijke zaligheid en komen niet van elkaar weg, we zijn thans eeuwigdurend verenigd!
Niets rukt ons meer uit elkaar, God heeft dit zo gewild nu wij Zijn Koninkrijk bereikt hebben.
Dat enorme geluk komt straks op Aarde.
Daarvoor wordt thans gevochten, daarvoor is geleden, zoals er nog nimmer geleden is!
Miljoenen eeuwen heeft Moeder Aarde op deze gelukkige eenheid gewacht.
Adolf Hitler wilde deze geestelijke eenheid ook op Aarde brengen, maar op Germaanse wijze, hij keerde ervoor terug naar het oerwoudstadium.
Maar dat is de bedoeling niet.
Zo hebben wij de wetten van God niet leren kennen, de menselijke evolutie volgde een andere weg.
Adolf Hitler diende dan ook de afbraak, de mensheid de geestelijke opbouw!
U ziet thans, hoe waanzinnig zijn bewustzijn is.
Toch bracht hij u het schaduwbeeld van de werkelijkheid.
De toekomst zal dat bevestigen en dan ontwaakt de mensheid voor de Goddelijke wetten.
In de eerste sfeer dient al het leven, daar staat de massa voor de enkeling open en dit is door Christus ontvangen.
Ook dit komt op Aarde!
Voor de Aarde is deze massa (het Huis) Israël, zij trekt uw leven tot zich.
Dan komt de geestelijke eenheid van de eerste sfeer ook op Aarde en ontstaan de Verenigde Volken der Wereld!
Van deze instelling uit dienen de meesters van het Huis Israël de mensheid.
Zoals aan deze zijde de meesters al het leven volgen, doen zij dat ook op Aarde en van de Tempel der Mensheid uit en dit betekent dat het geluk blijvend op Aarde zal wonen.
Voelt u thans wat er op Aarde zal geschieden?
(Het Huis) Israël zal daarom overwinnen.
Niets wordt u geschonken, alles van uzelf hebt ge hiervoor moeten inzetten, doch de vrede en rust komen erdoor in uw bezit.
De heidense volken zullen zich aaneensluiten bij (het Huis) Israël en dan kunnen de wetten van het Koninkrijk Gods tot stoffelijke werking komen.
Door iedere goede daad verandert hier het leven.
Maar ook op Aarde is dat het geval.
Zij voert u de reine en dienende liefde binnen.
Zo bouwt u zich uw paradijs op.
Huiveringwekkend is het wat de mensheid weggesmeten heeft, wat zij aan goud en goederen en bloed geofferd heeft.
Doch dat behoef ik u niet te vertellen.
Nu is dat niet meer mogelijk en ook niet meer nodig.
Heb voortaan geloof in de leiding van God.
Na uw oorlog zullen alle rijkdommen van de Aarde ten goede moeten worden aangewend.
Door iedere goede daad bouwt u aan de sferen van licht, maar het kwade schept de duisternis.
Door het goede straalt de Goddelijke vonk reine liefde uit en treedt gij uw hemel na de dood binnen.
Dit moet u willen bereiken, het is het machtige geluk, dat wij na de dood leren kennen en dat we ons hebben eigen gemaakt.
De eerste christenen hebben het moeten aanvaarden.
Mozes zette er zijn eigen leven voor in.
Niet één mens kan eraan ontkomen.
God legde de hemelen in onze handen, de ruimte!
Wie op Aarde kan u dit schenken?
Wie gaf u het eeuwigdurende voortgaan?
Begrijpt ge nu, dat al die Koningen en Keizers en Dictators slechts stukken zijn op het wereldschaakbord?
Volg daarom het heilige Evangelie op, volg Christus!
Christus voert u het hemelrijk binnen.
Door Hem is het geestelijk ontwaken te bereiken en te beleven.
Dat wacht u en de uwen, en allen die liefhebben.
Sta daarom niet stil op Aarde, dien en werk, het kan uw laatste leven voor de Aarde betekenen!
In de eerste sfeer zien wij talloze geestelijke woningen.
Uw geestelijke woning kunt u eerst daar bouwen, doch op Aarde moet u er zich reeds op instellen en eraan beginnen.
Door iedere goede daad legt u een steen naast de andere neer, zo bent u zelf de bouwmeester ervan.
Waar wilt gij het liefst wonen?
In de stilte, nabij het water, in bossen, omgeven van groen en bloemen, of tussen bergen?
Wat is uw wens?
God zegt: „Mijn kinderen, in Mijn Koninkrijk is voor eenieder plaats.”
Op Aarde heet dat: „In Gods Koninkrijk zijn vele woningen.”
Hier is plaats voor elkeen en ge kunt uw woning bouwen waar gij wilt.
Het Heelal immers behoort ons toe.
Zo oneindig veel is hier te beleven.
Velen bouwen zich in deze ruimte een woning en gaan eropuit om de ruimtelijke diepten van God te beleven, ze leren sterren en planeten kennen en komen zo tot het kosmisch bewustzijn.
Dit geldt voor al het leven van God.
Drie kosmische levensgraden hebben zich aan uw leven geopenbaard.
De Maan, de tweede kosmische graad en Moeder Aarde.
Al die miljoenen levens en wetten behoren u toe, dat bewustzijn hebt u bereikt.
Door te dienen bent u zover gekomen!
Ons leven is een geestelijk wonder, een wonder van geluk en zaligheid, van verheven menselijk éénzijn, van liefde en weten.
Toch is ons leven aan deze zijde heel natuurlijk.
In niets zijn wij abnormaal, wij denken en voelen als op Aarde, alléén is ons denken thans vergeestelijkt.
In onze natuur zien wij al het leven van de Aarde terug, maar ook dat leven is vergeestelijkt, is ijler dan uw stoffelijke natuur, het heeft als wij een hogere evolutie beleefd.
De gevleugelde diersoorten hebben ons leven bereikt, gingen hoger en hoger en zijn als wij door God aangeraakt.
Immers, de wilde of grove diersoort kan de eerste sfeer niet betreden, deze mentaliteit schept disharmonie.
Wij zijn vrij van alles wat ons leven prikkelt of storen kan, geen angst of beven, niets kan ons samenzijn verstoren.
In ons leven is de Goddelijke werkelijkheid gegroeid, de vonk Gods is in ons ontwaakt!
God zegene ons leven.
Nu begrijpen wij de astrale wetten, nu begrijpen we het Goddelijk Scheppingsplan en beseffen we de heiligheid van het huwelijk op Aarde.
Christus trok ons in die heiligheid op.
Nu begrijpen wij Judas en de andere apostelen en allen, die voor God en Christus de brandstapel bestegen of de leeuwenkuil ingingen.
Al die heiligen leefden eens in deze sfeer en gingen verder, hoger en hoger, om het Al te betreden.
Nu wij weten, dat Christus als wij op de Maan geboren is, dezelfde kosmische weg heeft moeten volgen, staan wij dichter bij God.
Het is ons inderdaad mogelijk om met God te spreken.
Nu wij het leven hebben leren kennen is deze kloof overbrugd.
Dat wij Goden zijn is ons te midden van deze heiligheid duidelijk, eens voeren de Goddelijke wetten ons tot het Albestaan terug!
Wanneer u dit op Aarde voelt, is u niet meer in staat het leven van God te vernietigen, omdat een ander u daartoe het bevel geeft.
Gij moet kiezen tussen het land van haat en de eerste sfeer, tussen God en duivel, Christus en de vernietiging van uw eigen leven.
De Tien Geboden eisen het van u en de uwen.
Gij stemt u zélf af op ellende of het geluk van de Goddelijke ruimte, in niets kan het andere leven u dwingen.
Christus heeft het ons geleerd en de openbaringen van Gene Zijde bewijzen Zijn woorden.
Christus heeft liefde op Aarde gebracht, Zijn Eeuw zal haar in iedere mens doen ontwaken.
Is dit niet te begrijpen?
Hebt gij door de liefde niet uw eigen leven in handen gekregen?
Kunnen de wetten van God en in de ruimte anders tot uw leven spreken?
Wie in liefde wil groeien moet weigeren om het leven van God te doden!
Eerst dan volgt u bewust Christus!
Dan vertegenwoordigt u God in al de levensgraden en hebt u gehandeld zoals gij handelen moet!
Géén macht ter wereld, die u dit kan beletten.
Uw eigen wil overheerst alles van de Aarde, God gaf u dit geschenk.
Tracht in de geest te ontwaken en de schatten des geestes zullen u worden toegereikt.
Laat u niet de duisternis injagen, nu gij ziet, hoe al de onbewusten nog willen leven, weet nú welke weg gij te volgen hebt.
De eerste sfeer is het paradijs, waarover Christus gesproken heeft.
Hoe wonderbaarlijk natuurlijk is eigenlijk alles, nu wij het doel van het leven op Aarde en aan deze zijde hebben begrepen.
De wetten van Christus kunnen op Aarde beleefd worden, want Golgotha bracht die tot uw eigen bewustzijn.
Eraan ontkomen kan niet!
Niets kan de vonk Gods helpen, indien de wetten van Christus worden overschreden, want gij hebt uw eigen leven in handen gekregen.
Maar God wilde, dat wij in liefde Zijn Leven zouden tegemoet treden.
Hoe hebben wij in al onze levens gehandeld?
Gij kunt thans zelf de vraag beantwoorden, hoe gij, de massa en de mensheid te handelen hadden en hoe zij deden.
Dacht u, dat Hitler ooit de macht in handen gekregen had, indien de ziel, de goddelijke vonk in alle volken, de Tien Geboden zou hebben begrepen?
Niet één heerser zou dan nog in staat zijn geweest u en de uwen aan te sporen dat te vernietigen, wat God in Liefde heeft geschapen!
Begrijpt u deze wetten, die u door Christus zijn gebracht?
Ga nú beginnen en volg de meesters, uw zusters en broeders, die de eerste sfeer hebben bereikt, want zij brengen u het geestelijk ontwaken!
Ook ik mocht eens dit ontwaken in de geest beleven en mijn sfeer in bezit nemen.
Hiervan zal ik u vertellen, eerst dán weet u, hoe al deze miljoenen zielen handelen, die van de Aarde af de eerste sfeer binnentreden, of zich hier van de duisternis hebben bevrijd.