Wat drijft Adolf Hitler?

Toen Adolf Hitler aan de macht kwam, was hij voor zijn taak slechts half bewust.
Zeer zeker voelde hij zijn eigen leven, maar van dat wat tot zijn onderbewustzijn behoorde, wist hij niets af.
In zijn zieleleven lagen echter verschillende gevoelswerelden, krachten en eigenschappen, die zijn persoonlijkheid hebben gevormd en die hem maakten tot de mens, zoals hij in uw tijd het levenslicht aanschouwde.
Die gevoelswerelden werden door hem in het leven opgebouwd en hen moest hij aanvaarden, toen hij het nieuwe leven op Aarde binnentrad.
De ene mens wordt kunstenaar, de andere geestelijke en weer een andere voelt zich tot de wetenschap aangetrokken.
Dit feit doet ons aanvaarden dat iedere ziel in de ruimte haar eigen bestemming heeft als de nieuwe geboorte een aanvang neemt.
Vanaf het ontstaan van de schepping hebben wij kunnen volgen, dat de mens niets geschonken wordt, maar dat hij zich alles heeft eigen gemaakt.
Door onze werkzaamheid en de ervaringen, die wij opdeden, wonnen wij gevoel en intuïtie.
Als we nu een eigenschap door een krachtige bezieling hebben opgevoerd, zal onze persoonlijkheid meer en meer spreken.
Zo is het ook ten opzichte van een stuk werk, dat we moesten achterlaten, wanneer de dood ons riep.
Dit bleef toch als gevoel in ons voortleven als we de wereld van het onbewuste binnentraden en we daar wachtten op de nieuwe geboorte.
En als we dan een nieuw stofkleed ontvingen, voelden we ons bezield.
In ons leefde het gevoel voor iets en dat iets kon alleen zijn datgene, wat we in ons vorig leven hadden moeten achterlaten.
En met het groeien van de jaren en ons bewustzijn kwam het ogenblik, dat we het werk voortzetten en afmaakten.
Wanneer nu dit gevoel voor kunst of wetenschap naar buiten treedt, dan spreekt men in uw wereld over aangeboren intuïtie.
Wij echter weten, dat het niet anders is dan het terugkeren van de ziel in het verleden, in het vorige bestaan.
Dit geldt natuurlijk ook voor Adolf Hitler.
Bij zijn geboorte stond vast, dat hij een taak te vervullen had, waarvan overigens niemand op Aarde iets wist.
Hij stond voor een taak, die met het Heelal verbinding had en waarvan hij de uitvoering niet kon weigeren, omdat de bezieling ertoe reeds in zijn jeugd in hem leefde.
In het zieleleven van Adolf Hitler liggen eigenschappen, die hem met de duisternis én met de hogere bewustwording verbinden.
Dit leven kreeg een kosmisch contact en dit was alleen mogelijk door de eigenschappen, die in hem waren.
In hem leven haat, hartstocht en geweld, maar óók de bezieling om voor zijn volk iets tot stand te brengen.
In hem liggen lagere en hogere eigenschappen naast elkaar, van de dierlijkste instincten tot het hoogste en zelfs de geestelijke bewustwording toe.
Hij geeft aan alles wat zijn leven raakt en ermee verbinding krijgt, gestalte.
Maar er leeft ook wroeging in hem, het is een kracht, die hij niet kent, maar die hem in zijn leven overheerst.
Hij zoekt zichzelf en zijn bewustzijn te leren kennen, de gevoelens in hem, die hem drijven, zijn sterker dan hij zelf is.
En moegevochten geeft hij er zich geheel aan over en viert hij zijn haat en hartstocht uit.
Hij gaat deze koesteren voor duizenden omstandigheden, ja, hij haat het leven van andere volken, vooral het Engelse, maar ook dit heeft weer betekenis.
Zijn verleden overheerst deze persoonlijkheid.
Hij draagt dit met zich, zoals iedere ziel dit doet.
Hij moet thans zijn eigen oorzaak en gevolg beleven, wat voor hem en de massa een kosmische wet is.
Adolf Hitler kreeg macht, omdat hij in de ruimte de eenling is, die voor God en onze zijde iets bepaalds goed te maken heeft, waarop ik straks zal terugkomen.
Ook dit gevoel leeft in hem en krijgt thans magische betekenis.
U zult Adolf Hitler nu leren kennen.
Wij, aan deze zijde weten, wie hij is.
Wat ik in dit en volgende hoofdstukken over hem ga vertellen, moet u aanvaarden, want het is de heilige waarheid.
Dezelfde meesters, die thans deze strijd in handen hebben, droegen mij op, hem, die de beul van de mensheid zou worden, te volgen en mij aldus voor mijn taak, het vastleggen van dit werk, gereed te maken.
Ik ken deze ziel, want ik volgde hem in dit en in zijn vorige levens.
De geboorte van Adolf Hitler verschilt in niets van die van andere kinderen.
Het is geen wonderkind, dat er op de wereld komt, en zijn ouders hebben er geen vermoeden van, dat hun kind eens de wereld in vuur en vlam zal zetten.
Hij onderscheidt zich in niets van zijn speelkameraadjes en ook op school ziet men in hem niets bijzonders, of het zou moeten zijn, dat hij een slechte leerling is.
Men krijgt er weinig of niets bij hem in, hij wil eenvoudig niet leren.
Opgroeiend maakt hij zich al evenmin iets eigen, zodat hij wel gedwongen is een gewoon ambacht aan te nemen.
Hoe dan ook, voor onze wereld bezat hij toch alles, wat nodig is om de meesters te kunnen dienen.
Dit kind moest geen studie volgen, want dit zou hem voor onze wereld ongeschikt hebben gemaakt.
Door een studie zou het aardse leven hem overheersen en de meesters wilden niet, dat zijn gevoelsleven in iets gestoord zou worden.
Studie zou het hebben vermoord, het had zijn verleden doodgedrukt en zo zou hij een heel ander mens zijn geworden.
Pas als zijn persoonlijkheid onbesmet zou blijven van iedere aardse beïnvloeding, kon zijn gevoelsleven ontwaken.
Studie zou het onmogelijk hebben gemaakt, dat zijn onderbewustzijn zich in het dagbewuste ik openbaarde en door dit onderbewustzijn zou hij juist moeten handelen.
Wie een studie op Aarde volgt, is voor deze zijde afgesloten, omdat het dagbewustzijn aan die persoonlijkheid gestalte geeft.
De persoonlijkheid ontwaakt erdoor, waardoor het leven voor de maatschappij betekenis krijgt en niet voor onze wereld.
Adolf Hitlers verleden dwingt hem in andere wetten, hij kan zelf in niets handelen, hij moet naar de gevoelens in hem luisteren.
Die wetten gingen reeds van zijn jeugd af de bewuste persoonlijkheid beïnvloeden en hierdoor komt het, dat hij zich totaal niet interesseert voor de stof, die men hem op school te leren wil geven.
Eigenlijk is hij voor onze wereld als een medium, een aards instrument in de handen van de meesters, zoals er meer mensen zijn, die een taak voor onze wereld te vervullen hebben.
En zoals het medium geheel leeg, dus vrij van aardse kennis moet zijn, wil het als instrument door Gene Zijde kunnen worden bespeeld, zo moest ook Adolf Hitler in zijn jeugd zoveel mogelijk vrij blijven van aardse geleerdheid.
Leeg en toch vol bewust, boordevol van gevoelens, die het leven en de persoonlijkheid vertegenwoordigen; dan kan een ziel een aardse taak volbrengen, maar ook een geestelijke, die onmiddellijk op het bovennatuurlijke leven afstemming heeft.
Zo is Adolf Hitlers jeugd in overeenstemming met de wetten, die voor hem gelden.
Precies op tijd werd hij geboren, geen seconde te vroeg of te laat.
Als hij twintig jaar eerder zou zijn geboren, had hij nimmer kunnen bereiken wat hij nu bereikt heeft.
In die jaren zou een werkman nimmer tot die hoge regeringsposten zijn doorgedrongen.
Overigens was er wel een oorlog voor nodig om het Adolf Hitler mogelijk te maken zich aan het hoofd van het Duitse volk te plaatsen.
Hij neemt aan de oorlog van ’14 - ’18 actief deel.
Meer nog dan in zijn jonge jaren leert hij leed en smart kennen en heviger nog leert hij haten.
Hij beleeft het ondergaan van zijn volk en in die jaren ontwaakt zijn gevoelsleven.
Toen hij gewond neerlag, gebroken naar hart en ziel, werd zijn innerlijk leven door Gene Zijde aangeraakt.
In dat ogenblik bezielde men hem voor zijn verdere leven.
De meesters maakten hem, zoals hij daar lag, wakker, ze openden zijn innerlijk en hierna werd zijn verleden bewust.
Zijn zieleleven werd aangeraakt en toen hoorde hij naast zich en diep in zichzelf een stem spreken, die zei:
„Adolf Hitler!
Jij bent het, jij alleen kunt het volk voor algehele ondergang behoeden en het weer groot maken.”
„Ik?” dacht hij.
„Moet ik Duitsland tot eenheid brengen?”
Hij lag daar neer als een gebroken mens.
Hij was zo goed als blind en men beschouwde hem als verloren.
Wat wilde Gene Zijde met deze ongelukkige beginnen?
En toch hadden de meesters hém nodig.
Deze ziel volgde men reeds eeuwenlang.
Wat zag men in dit eenvoudige kind?
Waren er in hem wezenlijk eigenschappen om een groot volk te leiden en tot ontwaking te brengen?
Niemand op Aarde kende Adolf Hitler.
Alleen Gene Zijde weet wie hij is.
Het ging de meesters om het verleden van deze mens, van dit innerlijke bewustzijn zouden zij straks gebruik maken.
In diens verleden leeft iets, dat alléén hij van al de miljoenen zielen in de ruimte en op Aarde bezit!!!
Adolf Hitler heeft het aan zijn vrienden meermalen verzekerd, dat het steeds een hogere macht was, die hem in zijn leven beschermde.
Hij zag er de Voorzienigheid in en het is dan ook in Haar, dat hij een onwrikbaar vertrouwen bezit.
Hij hoort in die tijd een stem, die hij ook in zijn binnenste duidelijk voelt spreken, en of hij wil of niet, hij moet ernaar luisteren.
Dadelijk na de oorlog begint hij aan zijn taak.
Met het klimmen van de jaren groeit zijn invloed en het ogenblik komt, dat hij tot leider van het Duitse volk wordt uitgeroepen.
Door hem wordt Duitsland ontzaglijk sterk.
Hij maakt zijn volk weerbaar en groot en geeft het de soldatenrok terug.
Werk en welvaart schept hij en de massa draagt hem op handen, hij is geliefd, zoals geen Duitser het voor hem was.
Maar waarheen voert hij zijn volk?
Wat zijn z’n plannen ten overstaan van de wereld?
De kinderen van (het Huis) Israël onder zijn volk huiveren van alles wat zij te zien en te horen krijgen.
De Joden worden tot vijanden van het Duitse volk verklaard en als zodanig behandeld.
Ook toont Hitler zich een vijand van de kerken.
Zij ontvangen van hem een kaakslag.
Wat Hitler om zich vergaart, zijn mensenhaters, bruten en sadisten.
Zij leven hun hartstochten uit ten koste van duizenden.
De gevoelsmens vlucht uit Duitsland en intussen gaan Hitler en de zijnen voort dood en verschrikking te brengen onder de Joden.
Zij zijn krankzinnig geworden, dit alles is beestachtig, maar het wordt nog erger.
De verschrikkingen hopen zich op, de martelingen worden steeds afschuwelijker.
Adolf Hitler is nu reeds de vijand van de mensheid geworden.
Nu Hitler zich eenmaal aan zijn gevoelens heeft overgegeven, lost hij geheel in het kwaad op; het verleden in hem openbaart zich aan het dagbewuste ik, dat thans volkomen plaats moet maken voor zijn slechte persoonlijkheid.
Het kwaad heeft zich van dit leven meester gemaakt, de duivelen van de hel scheppen zich door hem en zijn soort een eigen wereld en leven zich in de sfeer der Aarde uit.
En Adolf Hitler kan het kwaad, dat hij opgeroepen heeft, niet meer tegengaan.
Ieder van zijn volgelingen leeft zich uit, zij overtreffen elkander in wreedheid.
Door hellen en hemelen wordt Adolf Hitler bezield, hij dient de plannen van twee werelden.
Hitler denkt, dat het de Voorzienigheid is, die hem helpt.
Al zijn daden motiveert hij door de Voorzienigheid erachter te stellen.
Op haar gezag legt hij de zweep over de Joden en ranselt hij er meedogenloos op los.
Hij steriliseert het leven van God om een gezond volk te krijgen.
De Voorzienigheid wil het!
Hij bezoedelt het huwelijk en maakt er een mestput van.
Het kind hoort aan de staat.
De Voorzienigheid wil het!
Hij leeft met de zijnen in het prehistorische tijdperk.
Hij voelt het nieuwe, het komende door het kwade en verkeerde heen, maar wat uit zijn handen komt, is besmet met dierlijk gif.
En toch heeft deze man een taak te volbrengen voor Gene Zijde?
En deze taak wordt hem door de Eeuw van Christus opgelegd?
Wat leeft er in deze mens?
Waarom haat hij de Joden?
Waarom valt hij de kerken aan?
Is hij waarlijk door God gezonden of is hij de Satan zelf?
In Duitsland zelf ziet men hem als een God.
God en Christus gaan er voor aan de kant.
De volken der Aarde staan machteloos, want in eigen land kan de Führer doen wat hem goeddunkt.
Miljoenen zielen bidden tot God en smeken Hem deze demon van de Aarde weg te nemen.
Maar de volken zien het tegendeel geschieden, Hitlers macht groeit met het uur.
Zal zij straks niet de gehele mensheid vernietigen?
Men klampt zich vast aan de voorspellingen van de zieners en zieneressen, die daar bijzonder gul mee zijn en Hitler allerlei doden zien sterven.
Maar Adolf Hitler sterft niet en wordt evenmin vermoord.
Heeft God zich van de mensheid afgewend?
God schijnt al Zijn leven te vervloeken, God moet de mensheid wel haten.
Het vreselijke geschiedt, Hitler begint de oorlog en ondraaglijk is het leed, dat hij over miljoenen uitstort.
En nog is hij niet verzadigd, het beest gaat verder en waar hij zijn voetstappen zet, vloeit er bloed, veranderen huizen in puin en worden mensen gemarteld.
Toch zal hij zich in het door hem en de zijnen ontketende geweld verliezen, u zult het beleven.
Hij zal gaan twijfelen aan zijn Voorzienigheid, nu en dan wartaal spreken en in zichzelf een verschrikkelijke strijd voeren, daar hij dan niet meer weet, wat hij goed of verkeerd doet.
Dit alles zullen de geschiedschrijvers vastleggen, ik ga er hier niet verder op in, ik volg verder de geestelijke weg.
U verwacht van mij het antwoord op de vragen die u en ik hierboven opwierpen.
Ik moet u aantonen – en ik deed het in vorige hoofdstukken reeds ten dele – dat Adolf Hitler het instrument is, waarop deze eeuw speelt.
Dat het Golgotha, het Koninkrijk Gods en de mensheid zijn, die hem als instrument nodig hebben, had u zeker niet gedacht.
Adolf Hitler kon dat instrument worden uitsluitend en alleen door zijn verleden.
Ik moet u nu in dat verleden binnenvoeren, zo ge alles wilt begrijpen.